SP Tribune 05/2004: Marktwerking funest voor eerstelijnszorg

Tribune 14 mei 2004

Marktwerking funest voor eerstelijnszorg


door Tineke Slagter, huisarts in Zuidhorn en lid van de Eerste Kamer namens de SP

De afgelopen jaren zijn huisartsen vaak en niet altijd positief in het nieuws geweest. Enerzijds wezen zij op de toename van de werkdruk; door de toename van het aantal ouderen en chronisch zieken werd vaker een beroep op hen gedaan. Ook door de grotere mondigheid van patiënten nam de druk toe, evenals door de langere wachtlijsten en de verkorting van de ligduur in ziekenhuizen.

Anderzijds werd gewezen op het tekort aan huisartsen, doordat ze korter of in deeltijd gingen werken, er werden er te weinig opgeleid en er verlieten er te veel te vroeg het vak.

Tegelijk met een toename van de werkdruk werd er een toename gerapporteerd van de regelgeving en bureaucratie. Onderling concurrerende zorgverzekeraars met hun verschillende polissen, voorwaarden en contracten zorgden voor veel extra werk. Ook de Regionale Indicatie Organen en claim advocaten, die huisartsen veelvuldig om informatie vragen, maakten dat artsen steeds minder tijd hebben voor medische zorg.Huisartsen gingen enige jaren geleden massaal de straat op om te protesteren tegen de voortgaande werkbelasting en de in hun ogen te lage waardering, zowel materieel als immaterieel. Deze acties hebben ons imago niet altijd in positieve zin beïnvloedt, aan de ene kant werd het hierdoor moeilijker om basisartsen te motiveren om met de opleiding tot huisarts te beginnen, aan de andere kant kon niet altijd de indruk weggenomen worden dat de eigen portemonnee belangrijker was dan de zorg om de toekomst van het vak.

Onlangs maakte het Nederlands instituut voor de eerste lijn (het Nivel) de resultaten bekend van de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. Het onderzoek beoogt de rol en de positie van de huisarts in de Nederlandse gezondheidszorg opnieuw in kaart te brengen. Opnieuw, want in 1987 vond de Eerste Nationale Studie plaats.

Uit de studie komt nog eens duidelijk naar voren dat huisartsenzorg efficiënte zorg is, huisartsen lossen 95 procent van de hulpvragen zelf op en dat voor 3 pocent van het totale zorgbudget. Huisartsen zijn de laatste tien jaren efficiënter gaan werken door een andere organisatie van de praktijken, ze zijn meer gaan samenwerken in groepspraktijken en ze hebben meer ondersteuning van dokters­assistenten en praktijkverpleegkundigen gekregen, die ook een deel van de werkzaamheden hebben overgenomen.

Uit de studie blijkt ook dat patiënten over het algemeen tevreden zijn over de inhoud van de zorg maar niet altijd over de organisatie van de zorg, de huisarts is doordat hij/zij minder of in deeltijd is gaan werken minder bereikbaar geworden en ook de doktersdiensten waarin je nog maar zelden je eigen huisarts treft, hebben letterlijk en figuurlijk gezorgd voor een grotere afstand tussen patiënt en huisarts. De schaalvergroting is doorgeslagen.

Het onderzoek bevestigt wat ik dagelijks in mijn werk als huisarts ervaar. Samen met mijn assistentes doe ik het werk met passie en het is mooi dat het ook nog zuinig en zinnig werk blijkt te zijn!

Toch blijft de zorg om de toekomst van het vak nog wel bestaan. Minister Hoogervorst heeft aangegeven dat hij hecht aan een goed georganiseerde eerstelijnszorg maar dat hij er geen cent extra voor over heeft om de eerstelijn toekomstbestendig te maken.

Berekend is dat bij ongewijzigd beleid over vier jaar één miljoen Nederlanders geen huisarts meer zullen hebben. De minister hoopt dit probleem te ondervangen door meer samenwerking, taakdelegatie en integratie van de eerste lijn. Ook pleit hij voor meer marktwerking in de eerstelijn. Dit betekent dat hij eerstelijnszorg als een produkt ziet en niet als een recht. Meer marktwerking betekent dat de al zo overbelaste werkers nog meer tijd aan bureaucratische handelingen moeten besteden, wat ook gevolgen heeft voor de motivatie en bezieling die juist in dit soort werk onmisbaar is.Ook al gelet op het tekort aan huisartsen zal marktwerking in de komende jaren niet haalbaar zijn en ieder geval ook geen besparingen opleveren.

Ook de invoering van een no-claimkorting voor huisartsenzorg zal weinig zoden aan de dijk zetten. Zoals Agnes Kant ook al betoogde, zal dit slechts leiden tot uitstelgedrag, waarbij de patiënt in een later stadium met verergerde klachten alsnog hulp moet vragen waardoor de druk op de duurdere tweede lijn, zoals specialistische zorg en ziekenhuisopnames, toeneemt. Bovendien worden mensen die vaker een beroep moeten doen op eerstelijnszorg, zoals ouderen, chronisch zieken en allochtonen, al extra financieel getroffen door andere maatregelen van dit kabinet. Voor ziekte en gebrek kies je niet, hier is solidariteit op zijn plaats.

Met de marktwerking, het opwerpen van financiële drempels en een reorganisatie zonder financiële ondersteuning verzwakt de minister de eerstelijnszorg in plaats van deze te versterken. Zonder investeringen is het onmogelijk dat eerstelijnswerkers zich organiseren in samenwerkingsverbanden, in de buurt van mensen, om voor iedereen bereikbare zorg te bieden. Extra investeringen in de eerstelijnszorg hebben bovendien een preventieve functie en zullen zichzelf snel terugverdienen. Investeringen in de eerste lijn maken de héle gezondheidszorg voor relatief weinig geld toekomstbestendig.Ik vind het een grote uitdaging om dit als Eerste-Kamerlid voor de Socialistische Partij vanuit mijn dagelijkse praktijk­ervaring als huisarts steeds luid en duidelijk neer te zetten in het land en in Den Haag.

Inhoud