publicatie

Tribune 1/2003 Interview met Agnes Kant

Tribune 10 januari 2003

Agnes Kant

De agenda is vol, de campagne grotendeels gepland. Agnes Kant maakt zich op voor een maand van interviews, spreekbeurten en bijeenkomsten; het is de vooravond van opnieuw een verkiezingsronde. Een interview over beeldvorming, integratie, onrecht en betrokkenheid. 'Of we nou zestien, achttien of drieëntwintig zetels halen, dan begint het pas.'

Tekst Bert Voskuil en Wim Herstel Foto Suzanne van de Kerk

Net als het koffiezetapparaat luid pruttelend de aandacht probeert te trekken, vliegt de voordeur open. 'Het is toch niet te geloven. Die meiden wilden hun spaarpot op hun RABO-rekening zetten. Staat er alleen zo'n apparaat waar je het geld in moet gooien. Da's toch een ramp voor oudere mensen. Ik raakte gelijk in gesprek met mensen, over banken die wel investeren in dure gebouwen, maar niet in service.' Agnes Kant, nummer twee op de kandidatenlijst voor de TweedeKamer en voormalig kampioen vragensteller is binnen. 'Hebben jullie al koffie gehad? 'Neem een oliebol.'

Veel mensen hebben een beeld van jou dat het midden houdt tussen gedreven, vasthoudend en fanatiek. Maar er moet toch meer zijn?

'Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat ik een enorme drive heb en dat ik inderdaad vasthoudend ben om dat te doen voor mensen waarvan ik denk dat het goed is, maar er is natuurlijk ook een andere Agnes Kant. Thuis ben ik een ander mens, maar dat geldt waarschijnlijk voor meer mensen, daarin ben ik niet uniek.'

Ik weet wel waar het vandaan komt hoor, dat beeld van dat vasthoudende en dat fanatieke. Met name in mijn beginjaren in de Kamer heb ik regelmatig stevige debatten gedaan over onderwerpen waar de SP terecht kwaad over was en dan is zo'n beeld snel neergezet. Ik heb ook wel eens een hele week een dragend en beschouwend debat gedaan over euthanasie en daarin vielen helemaal geen felle woorden. Maar dat krijgt niemand blijkbaar mee. Het is vooral beeldvorming en natuurlijk is die beeldvorming niet altijd onterecht.'

Je hebt een deel van je jeugd in Duitsland doorgebracht. Hoe kwam dat zo?

'Mijn ouders gaven les aan een school voor Nederlandse kinderen van NAVO-militairen die daar gelegerd waren. Het vreemde is dat ik niet eens zoveel herinneringen heb aan deze tijd, behalve het gevoel dat ik er erg gelukkig was. We woonden midden in de natuur, als er sneeuw lag konden we skiën. Dat miste ik wel toen we opeens in Brummen in Gelderland gingen wonen. Maar ja, dat went ook weer en ik ben daar gebleven tot mijn achttiende. Toen ben ik in Nijmegen gaan studeren.'

Wat voor een kind was je?

'Tot mijn puberteit was ik een redelijk verlegen rustig meisje. Ik was behoorlijk geliefd en dat kwam mede omdat ik de jongste was, een nakomertje. Zo rond mijn veertiende jaar werd ik wat opstandiger. Het was de tijd van aan de ene kant de disco en aan de andere kant de punk, daar bewoog ik me zo een beetje tussenin. Ik kleurde m'n haar groen, had ook wel van die streepjesbroeken, maar echt meedoen was het niet.'

Was je in die tijd ook al zo fel op onrecht?

'Ik denk dat ik dat altijd heb gehad, alleen ben je als kind nog niet zo bewust daarmee bezig. Ik herinner me wel iets van mijn tijd op de middelbare school in Zutphen. Er was een jongen altijd aan het afgeven op kinderen die het niet zo breed hadden, zebrakinderen, die kochten dus bij de Zeeman en de Wibra. Het ging helemaal niet over mezelf, maar dat werd mij echt te gortig en op een keer heb ik 'm in een opwelling met fiets en schooltas in de sloot gegooid. En dat hielp. Maar wat me nog veel meer is bijgebleven, is de verbazing van de hele school; het paste totaal niet bij mij om zoiets te doen. En dat was ook zo'

Je geeft zelf al aan dat dit maar een incident was. Ik heb het over echt onrecht.

'Ja, maar het was wél echt onrecht. Een voorbeeld van iemand die zich beter voelt dan een ander. Ik dacht al na over de vraag waarom de ene mens het beter heeft dan de ander en als er dan iemand is die het beter heeft en zich ook nog anders denkt te kunnen gedragen ten opzichte van anderen, dan word ik kwaad, dat is zo oneerlijk!'

'Hoe kun je nou toestaan dat kinderen die samen later de maatschappij moeten vormen, nu apart naar school gaan en apart opgroeien?'

Wie was het eerlijkst bij jullie thuis, je vader of je moeder?

'Daar kan ik geen antwoord op geven. Eerlijkheid is zo'n breed begrip… Mijn vader was recht voor z'n raap. Mensen die de boel verstierden en in zijn ogen dwars zaten, daar had hij een duidelijke mening over en die stak hij niet onder stoelen of banken. In die zin was mijn vader erg eerlijk. Mijn moeder was anders, zoals een moeder altijd anders is… Eigenlijk was ze onderwijzeres, maar ze heeft later haar onderwijsbevoegdheid Aardrijkskunde gehaald en daarmee is ze les gaan geven bij het volwassenenonderwijs, het heette toen nog moedermavo. Ze had ook les kunnen gaan geven op een gymnasium, maar ze koos voor iets anders om die vrouwen ook een tweede kans te geven. Maar zo sprak ze er nooit over hoor, ze deed het gewoon.'

Lijk je op je vader of op je moeder?

'In veel opzichten lijk ik wel op mijn vader, maar het anders doen heb ik van mijn moeder. Een mooie mix!'

Over anders doen gesproken; je bent jong, gepromoveerd epidemioloog en toch koos je ervoor om bij de SP te gaan werken?

'Ja, maar ik ben pas gepromoveerd toen ik hier al werkte. En ik wilde niks liever, nog steeds niet. Ik heb er nooit spijt van gehad. Na mijn studie ben ik actief geworden voor de afdeling Doesburg en ik vond het een unieke kans die ik met beide handen heb aangegrepen.'

Je loopt in je werk regelmatig aan tegen schrijnende gevallen. Wanneer heb je daar voor het laatst om gehuild?

'Een maand geleden kreeg ik een man op bezoek. Hij had een brief geschreven over zijn zoon. Die zoon had zelfmoord gepleegd. Deze jongen had diverse malen om psychiatrische hulp gevraagd bij een inrichting, maar hij was weggestuurd. Uiteindelijk heeft hij zich van het leven beroofd. Het hele proces van hulp zoeken beschrijft die vader in zijn brief aan mij. Wat mij dan vooral zo aangrijpt is dat zo'n man komt vertellen dat het helemaal fout gaat in de psychiatrie. Iedereen heeft hetover gedragsproblemen en over geweld op straat, maar als mensen dat zelf voelen aankomen, dan worden ze weggestuurd. Ik wil dat zoiets voorkomen wordt. Deze mensen zijn gevaarlijk voor zichzelf en de omgeving. En dan is er zo'n vader die dat zelf allemaal heeft ondergaan en die vindt de kracht om daar zelf voor te gaan strijden. Daar schiet ik van vol.'

'Het anders doen heb ik van mijn moeder'

Bomhoff of Borst?

'Bomhoff, maar ik moet er gelijk bij zeggen dat er ook kanten zijn aan Bomhoff die me helemaal niet aanspreken; vooral z'n ego en het geruzie waarmee hij zich geopenbaard heeft. Maar hij had ook wel een kant die enorme daadkracht uitstraalde en dat had Borst helemaal niet. Of je het er nou mee eens bent of niet, iemand die staat voor z'n mening daar kan ik toch veel meer waardering voor opbrengen.'

Het is je wel kwalijk genomen dat je Borst bijna beschuldigd hebt van dood door schuld.

'Dat heb ik niet gedaan. Ik heb haar verantwoordelijk gesteld voor het feit dat er mensen overlijden als gevolg van wachtlijsten, zo heb ik het ook gezegd. Dat je het niet kan uitsluiten dat er nog eens een proces komt waarin de overheid wordt beschuldigd van dood door schuld. Dat shockeert mensen en men liep de plenaire zaal uit. Ik wilde er een motie over indienen en zo'n motie moet voldoende ondersteund zijn om 'm alleen al in te dienen. Maar ze liepen allemaal weg. Zo ongepast vond men het. Maar ze hadden niet goed geluisterd en bovendien vertel ík de waarheid. Borst heeft het uiteindelijk ook toegegeven…'

Maar ze had natuurlijk wel een hekel aan je!

'Nee hoor, helemaal niet! En ik ook niet aan haar. Ik was gewoon lastig. Maar er was op een bepaald moment ook een zekere wederzijdse waardering en dat heeft ze ook wel eens gezegd. Er waren onderwerpen, meer in de wetenschappelijke hoek, waar we het volstrekt eens waren en dan liet ze zeker waardering blijken voor het feit dat ik wist waar ik het over had.'

De fotografe die al die tijd aanwezig is geweest, maakt een groetgebaar om niet te storen. Maar zo makkelijk komt ze niet weg. 'Nou heb je me toch gefotografeerd tegen die gele achtergrond,' klinkt het eerder vriendelijk dan ongerust. 'Ja, maar het kon wel hoor,' is het antwoord. Vanaf de gele bank maakt Agnes Kant zelf weer een einde aan de onderbreking: 'Ach, ik bemoei me ook overal mee.'

Waar kan jij gepassioneerd door raken?

'Waar ik nog steeds ontzettend van kan genieten is als ik mijn kinderen ergens voor zie gaan. Ze zitten allebei op een toneelclub, een soort inlooptoneel. Samen met andere kinderen maken ze dan stukjes en die worden opgevoerd. Het is vooral het bezig zijn van die kinderen, niet eens alleen mijn eigen dochters, waar ik zo van kan genieten. Anna en Lisa doen ook allebei aan judo en als ze een wedstrijd hebben dan moet ik erheen, dat is heel belangrijk voor me.'

Wat wil je later worden als je groot bent?

'Ik ben gebeld door zo'n headhunter bureau met de vraag of ik directeur van de GG & GD in Rotterdam zou willen worden. Waarop ik onmiddellijk in de lach schoot en zij vroegen als het salaris misschien een probleem is… Nog harder lachen natuurlijk. Ik heb maar gezegd dat ik nog heel lang Kamerlid wil blijven.'

'Ik heb echt het idee dat we deze drempel kunnen nemen'

Minister?

'Zelf heb ik nooit nagedacht over mijn rol in zo'n kabinet. Maar als er ooit een beroep op mij wordt gedaan, dan zal ik daar natuurlijk wel serieus over nadenken. Ik denk ook wel dat ik de kennis heb, maar het Kamerlidmaatschap blijft een geweldige baan. Ik ken toevallig mevrouw Ros van het CDA, we hebben samen wel gereisd naar Den Haag en zij doet het ook hartstikke goed, dus waarom zou ik het niet kunnen. Ik denk alleen dat bij mijn karakter het Kamerlidmaatschap beter past.'

Wat heb je van je kinderen gemist door dat Kamerlidmaatschap?

'Het werk in de Kamer kost ontzettend veel tijd. Daarom heb ik m'n dochters Anna en Lisa soms minder gezien dan me lief is. Toen ik net in de Kamer zat, belde ik bijna elke dag als ik hier overnachtte. Dat is er wel een beetje van af. Zij zijn er ook helemaal aan gewend. Tegenwoordig mailen we regelmatig als ik een nachtje in Den Haag blijf. Maar ik heb natuurlijk het geluk dat Marc er altijd was en is voor de kinderen. Zonder hem had ik dit nooit kunnen doen.'

Waar heb jij je het meest aan geërgerd in de Kamer?

'De hele discussie in de kamer over het spreidingsbeleid… Ik vind het moeilijk om m'n gevoel daarover in één woord of één zin samen te vatten, maar wat ik meegemaakt heb hier! Zodra je het woord spreidingsbeleid in je mond nam was het al foute boel. Onbegrijpelijk, we staan daar met de beste bedoelingen! Hoe kan je nou toestaan dat kinderen die samen later de maatschappij moeten vormen, nu apart naar school gaan en apart opgroeien? Hoe is het mogelijk dat we toekijken dat zo'n proces zich voortzet? Kinderen die op de middelbare school voor het eerst geconfronteerd worden met de rest van Nederland, dat is toch ongelooflijk. De debatten daarover zijn gewoon kapot geslagen. Terwijl wij juist proberen om iets politiek bespreekbaar te maken. Misschien is teleurstelling nog wel het juiste woord.'

'Toen ik woordvoerder integratie werd, heb ik veel met Ali Lazrak gesproken en ook met andere mensen. Maar we hebben hier in Doesburg in het verleden al een onderzoek gedaan onder migranten, net zoals we nu doen in andere steden. Het heeft me de ogen behoorlijk geopend over het hele integratievraagstuk. Maanden achter elkaar kwam ik bij Turkse families over de vloer en ik heb me echt verbaasd. Wij hadden als partij natuurlijk al lang een standpunt en ik dacht dat veel migranten zich daar in konden vinden, maar het ging nog veel verder. Ze waren er zelf heel erg mee bezig. Ik denk ook dat we het als partij te weinig contact hebben gemaakt met allochtonen, en wat hebben laten liggen.'

Wat te doen?

'Ik heb echt het idee dat we deze drempel kunnen nemen, maar veel zal afhangen van de afdelingen in het land. En natuurlijk heb ik ook wel gehoord dat de situatie in de grote steden compleet anders is dan in een gemeente als Doesburg, de problemen met migranten zijn in Rotterdam en Amsterdam veelomvattender en groter. Maar dat is dan toch juist alle reden om er iets aan te gaan doen.'

Wat is de zin van een stem op de SP, want ook bij zestien zetels blijft het maar een klein oppositiepartijtje?

'Hoezo zestien? Natuurlijk heeft een stem op de SP zin. Ik ben er van overtuigd dat we vol door moeten gaan met waar we mee bezig waren en met meer mensen in de Kamer is dat nog veel meer mogelijk. Maar voor mezelf vind het nog veel belangrijker dat ik nu ontzettend veel mensen tegenkom die echt aan de slag willen. Of we nou zestien, achttien of drieëntwintig zetels halen, dan begint het pas. Het aantal is veel minder belangrijk dan het besef bij mensen wat onze maatschappelijke rol is en wat we daar mee gaan doen. De vraag hoe we groei kunnen omzetten in een maatschappelijke rol van betekenis, houdt me veel meer bezig dan het aantal zetels dat we kunnen winnen. Maar hoe meer hoe liever natuurlijk. Er melden zich ontzettend veel mensen met de juiste instelling bij de SP en ik vind het zelf erg jammer dat ik daar, door de campagne, nu niet veel mee kan doen. Er is ook echt iets veranderd. Kort geleden was ik op een congres over kindermishandeling. Een paar jaar geleden kwamen er wel mensen naar je toe met vragen en opmerkingen. Nu loop je door de wandelgangen en krijg je ontzettend veel positieve kritiek. Maar nog veel mooier was dat er een kinderarts naar mij toekwam. Hij had de SP al een tijd gevolgd en zei wat kan ik doen? Dat was een paar jaar geleden zeldzamer. Toen hadden mensen hun verhaal en verwachtten ze dat de politiek het zou oplossen.'Wat ik nu meemaak is een compleet andere ervaring en wij moeten als partij dat gevoel doorzetten.'

De bel gaat. Het vriendinnetje van de twee dochters wordt opgehaald door haar vader. 'Oh, eten jullie zuurkool, dan ga ik toch maar naar huis.' Tijdens de korte drukte die het ophalen met zich mee- brengt kijkt Agnes Kant peinsend voor zich uit.

Mis je nog iets? Waar wil je het nog over hebben?

Maar wat ik wel erg leuk vind is het onderwijs. Soms heb ik het gevoel dat ik een roeping gemist heb. Mijn ouders komen allebei uit het onderwijs en een paar weken geleden moest ik voor een fotoreportage naar mijn oude school. Om het er een beetje uit te laten zien ben ik ook voor de klas gaan zitten. Het gevolg was dat ik binnen een paar minuten bezig was met een les maatschappijleer. Geweldig! Daar heb ik zo van genoten.'

Dus je weet wél wat je wilt worden als je groot bent?

'Ja, misschien wel.'

Agnes Kant (35) werd geboren in Duitsland. Na haar middelbare schooltijd in Zuthpen ging ze gezondheidswetenschappen studeren in Nijmegen. Later promoveerde ze als epidemioloog. In 1998 werd zij gekozen als Tweede-Kamerlid. Ze is mede-oprichter van de comite's Zorg voor iedereen en Nationaal Geschenk Mensenrechten Argentinië. Agnes Kant is getrouwd en moeder van twee dochters.

Inhoud

  • Column van Jan Marijnissen: Het geheim van de SP...
  • Geertje Boekhoudt, één van de 36.406
  • De SP wil geen regeringsverantwoordelijkheid dragen. De SP kan niet besturen. Dat zeggen de politieke tegenstanders. Maar klopt dat wel? Op zoek naar antwoorden in acht 'SP-praktijkcentra'.
  • Een oorlog tegen Irak is allesbehalve onvermijdelijk. Harry van Bommel over de dreigende catastrofe.
  • Een maand vol interviews, spreekbeurten en bijeenkomsten: Agnes Kant, de Andere Kant, een gesprek met de nummer 2 van de SP.
  • Wij moeten wijken voor de rijken, concluderen bewoners op de wachtlijst voor een sociale huurwoning.