publicatie

Tribune 11/2003: De levende waarheid van Nkosinathi Biko

Tribune 14 november 2003

‘Mijn vader was niet anti-blank’

De levende waarheid van Nkosinathi Biko

De moordenaars van black consciousness-leider Steve Biko gaan een kwart eeuw na zijn dood vrijuit wegens gebrek aan bewijs. Maar zijn ideologie leeft voort in zoon Nkosinathi en in een Zuid-Afrika, bevrijd van apartheid.

Tekst Ronald Kennedy Foto AP Photo/Adil Bradlow

Nkosinathi Biko is 32 jaar, twee jaar ouder dan zijn vader heeft mogen worden. Met zijn scherpe kaaklijn en donzige baard van drie dagen is de fysieke gelijkenis met de anti-apartheidstrijder groot. ‘Ik lees zijn boeken vaker dan dat ik de krant lees,’ zegt Biko junior vanuit zijn kantoor in Johannesburg. Het is alweer vijf jaar geleden dat Nkosinathi daar de Steve Biko Foundation oprichtte.

Zuid-Afrika lijkt ondertussen een ander land geworden. Het slavenlied Nkosi Sikelele Afrika wordt nu ook door blanken meegezongen als het nationale volkslied. De Waarheidscommissie van Desmond Tutu predikte verzoening en geen vergelding. Apartheid ging, black empowerment kwam.

Toch zijn er nog genoeg zaken om voor te vechten, meent Nkosinathi. ‘Onze vijand is nu minder gedefinieerd. Vroeger was dat simpelweg de apartheidstaat. Nu zijn het issues als HIV/AIDS, het verloederen van familiestructuren en kindermisbruik. Steve Biko geloofde in de gemeenschapszin. Hij mobiliseerde mensen in de strijd tegen apartheid. Ik denk dat hij nu op de bres zou staan voor zaken als HIV/AIDS-voorlichting en misdaadbestrijding.’

Het valt op dat als Nkosinathi over zijn vader praat, hij dat doet met een afstandelijk Steve Biko. ‘Hij was niet alleen mijn vader, Steve Biko was een politiek leider. Hij was niet alleen van mij, maar van iedere Zuid-Afrikaan. Die andere kant van hem, als politiek figuur, heeft mijn eigen herinneringen aan hem als vader wel overschaduwd.’

Toch herleeft Nkosinathi nog beeldend herinneringen aan zijn vader. Vooral toen Biko de laatste maanden voor zijn dood in 1977 onder huisarrest leefde, bracht Nkosinathi veel tijd met hem door. ‘Ik was ongeveer zeven jaar oud. Op een vreemde manier moet ik dankbaar zijn voor zijn tijd in ballingschap, omdat ik zo de kans heb gekregen om mijn vader beter te leren kennen. Ik weet nog goed dat hij maar één persoon tegelijk mocht zien. Natuurlijk wist ik toen niet wie die mensen waren. Wel dat me op het hart gedrukt werd om niemand te zeggen dat we bezoek hadden gehad. Ik herinner me nog goed dat de gasten vaak politieke films bekeken met een projector die tegen de achtermuur van het huis was gericht.’

Nkosinathis verhalen roepen zwart-wit beelden op van een land dat in een staat van wanhoop leefde. In de tijd van Steve Biko leek niets vanzelfsprekend. De situatie voor de zwarte Zuid-Afrikaan was uitzichtloos. Wie in de townships werd geboren, ging er dood. Eind jaren ‘60 waren de hoogtijdagen van de blanke verdeel-en-heers-politiek. Een groot deel van de verzetsleiders zat op Robbeneiland of was in ballingschap. Apathie en angst regeerden. Maar vooral de jeugd gaf de hoop op een betere toekomst niet op.

culturele omslag

Steve Biko werd het boegbeeld van die jeugdige onverzettelijkheid. Met een beurs op zak studeerde hij geneeskunde aan de Universiteit van Natal, in Durban. De ironie wil overigens dat deze faculteit nu trots de naam draagt van die andere icoon uit de anti-apartheidsstrijd: ‘The Nelson R. Mandela School of Medicine’. Biko zag tijdens zijn studiejaren aldaar vol afschuw dat de blanke studenten praatten en de zwarten luisterden. Uit onvrede met deze situatie richtte hij de Zuid-Afrikaanse Studentenorganisatie (SASO) op, de eerste zwarte studentenraad in het verdeelde land. Nog tijdens zijn studiejaren stond Biko, in 1969, aan de wieg van de Black Consciousness beweging. Zijn boek ‘Write what I like’ speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van (zwarte) Zuid-Afrikanen.

Malusi Mpumlwana maakte Steve Biko van dichtbij mee. Eerst als mede-student in Durban, later als redacteur van Biko’s nieuwsbrief Black Review en uiteindelijk als zijn vertrouweling tijdens diens ballingschap in King Williams Town. Volgens Mpumlwana was de invoering van Black Consciousness niet minder dan revolutionair. ‘Voorheen moesten we altijd op de straat lopen als er een blanke op de stoep liep. Biko was de eerste die, opstond en zei dat die stoep ook van ons is, aldus de goedlachse Mpumlwana, thans bisschop in Pretoria.

‘Biko’s filosofie was gericht op het individu. Het gaf een enorm gevoel van zelfwaarde, iets dat ons afgenomen was door apartheid,’ aldus de oud-strijdmakker. ‘Black Consciousness deed ons beseffen dat we ook mensen waren. Het effect was on-gelooflijk en ontketende een culturele omslag. Het was toen bijvoorbeeld erg in onder zwarte vrouwen om hun haar te verven en hun gezicht lichter te maken met crême, maar door Biko gingen de producenten van deze produkten bijna failliet.’

Nkosinathi is gefascineerd door zijn vader en zijn ideologie. ‘Ik heb hem pas goed leren kennen toen ik zijn boeken ben gaan lezen.’ Zijn vaders doel was de psychologische bevrijding van zwarte Zuid-Afrikanen te realiseren. Volgens Biko behielden de blanke Zuid-Afrikaners de macht door de psychologische onderdrukking en fysieke bedreiging van de zwarte meerderheid, die 80 procent van de bevolking uitmaakt. ‘Het machtigste wapen in handen van de onderdrukker is de geest van de onderdrukten,’ is waarschijnlijk de meest citeerde quote van Steve Biko.

Biko realiseerde zich dat hij een gevaarlijk spel speelde en had zelfs zijn voortijdige dood geprofeteerd. ‘Ik denk dat je voor je dertigste weduwe bent,’ had Biko zijn vrouw Ntsiki herhaaldelijk toegefluisterd. Het duurde niet lang voordat Biko werd opgepakt en van zijn ballingsoord King Williams Town naar hoofdstad Pretoria werd vervoerd. De 1100 kilometer lange rit legde Biko, naakt en geketend, af achter in politietruck. Op dat moment had hij al zwaar hersenletsel, wat verergerd werd door de ontvangst in Pretoria. Op 12 september 1977 werd Steve Biko de bekendste martelaar in de strijd tegen apartheid. Ntsiki was overigens net 31 op dat moment.

‘Ik weet nog goed dat ik op een dag mijn moeder ophaalde van het treinstation,’ herinnert Nkosinathi. ‘Ze keek heel verdrietig, maar zei niks gedurende de lange wandeling naar huis. Pas later hoorde ik dat Steve Biko was overleden.’

regenboognatie

Nkosinathi is nu freelance-journalist en filmmaker, maar bij al zijn activiteiten staat Steve Biko centraal. ‘Ik zie het niet als een heilige missie, maar ik krijg er gewoon een lekker gevoel bij. Ik ben hier omdat ik hier wil zijn. Die vrijheid heb ik mede aan mijn vader te danken. Door de stichting kan ik iets terugdoen voor hem.’

De Steve Biko Foundation wil vooral grassroot organisaties, betrekken bij besluitvorming. ‘Een kleine groep mensen profiteert en besluit over de ruggen van de meerderheid,’ vindt Nkosinathi, gedreven als zijn vader. ‘Een van de belangrijkste doelen van de Steve Biko Foundation is om de psyche van de zwarte Zuid-Afrikaan aan te spreken. We moeten onze kinderen duidelijk maken dat ze geen geboren losers zijn, maar winnaars. Ook moeten we proberen om de uitstroom bij zwarte scholen tegen te gaan en deze juist weer opbouwen.’

‘Steve benaderde alles bottom-up. We moeten ook onderaan de ladder beginnen: klinieken en scholen bouwen, het kleinbedrijf stimuleren, enzovoorts. En vooral die hopeloosheid doorbreken. Veel van ons komen van een arme achtergrond en functioneren desondanks prima. De mogelijkheden zijn er. Alleen moeten we ervoor vechten dat die ook benut worden.’

Na de verwezenlijking van het algemeen kiesrecht, werd de machtsverdeling tussen blank en zwart het belangrijkste speerpunt van de Black Consciousness beweging. Vooral op de arbeidsmarkt was er grote ongelijkheid. Het antwoord van de nieuwe regering hierop werd gevonden in het affirmative actionmodel, vrij vertaald positieve discriminatie. Zwarten, vrouwen en gehandicapten moesten voorrang krijgen bij sollicitaties.’

Volgens het Ministerie van Werkgelegenheid was in 2002 12,6 procent van alle managers zwart. Een gunstige verandering, maar er is dus nog een lange weg te gaan naar een evenredige vertegenwoordiging. Daarentegen zijn zwarten met 98 procent weer oververtegenwoordigd in ongeschoolde banen. Bovendien is de werkloosheid onder zwarte mannen (38 procent) hoger dan het landelijk gemiddelde (29,5 procent), terwijl de werkloosheid onder blanke mannen nagenoeg te verwaarlozen is. De Zuid-Afrikaanse economie wordt dus nog steeds door blanken gedomineerd.

Maar de regering heeft onlangs een reeks gelijkschakelende wetten gelanceerd. Zo moet voor 2014 35 procent van de bedrijven onder zwart bestuur zijn. Nkosinathi denkt dat Black Empowerment nu te veel gericht is op de zwarte elite. ‘Black empowerment is meer dan een paar blanke gezichten vervangen door zwarte. De verandering moet over de gehele linie worden ingevoerd. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk als een kneuterboer uit de Transkei een contract krijgt om zijn kool te verkopen aan grote supermarktketens. Empowerment vindt niet alleen plaats op managementniveau.’

Sinds de verkiezingen in 1994 is het welvaartsverschil onder zwarte Zuid-Afrikanen schrikbarend gegroeid. Het jaarinkomen van de bovenlaag is gemiddeld met 30 procent gestegen, terwijl de onderste helft 10 procent minder verdient. De nieuwe black bourgeoisie profiteert, terwijl het merendeel van de zwarten aan de zijlijn meekijkt. Een black consciousness activiste beschreef de situatie als volgt: ‘De regering schept een illusie van gelijkheid en probeert ons hiermee in slaap te sussen met sprookjes over de regenboognatie.’

waarheidscommissie

Wie als blanke over straat loopt in Zuid-Afrika, zal nog regelmatig aangesproken worden met een onderdanig ‘baas’ of ‘chief’. Heeft de psychologische bevrijding van niet-blanken stilgestaan na de democratische verkiezingen? Nkosinathi Biko lacht, hij denkt dat er andere reden achter ligt. ‘Als ik mijn auto parkeer word ik door de auto-oppasser ook aangesproken met mlungu, wat blanke betekent in Zulu. Dat is echter niet per sé een gebrek aan zelfwaarde, maar eerder een cultureel fenomeen. Over het algemeen denk ik wel dat jongeren meer zelfrespect hebben dan zwarten die opgegroeid zijn in de hoogtijdagen van apartheid.’

Nkosinathi ziet het als een taak van de Steve Biko Foundation om de emanciperende boodschap van zijn vader te verspreiden. Vooral op het platteland blijkt het een hele kluif om het minderwaardigheidsgevoel weg te nemen. ‘De tijd heeft er stil gestaan. De tuinman is daar nog steeds zwart. De boer nog steeds blank. Maar al met al zijn we veel opgeschoten wat betreft psychologische bevrijding. Mede dankzij black consciousness zijn we in ieder geval niet meer bang voor de blanke.’

Tijdens de eerste vrije verkiezingen heerste er wel angst onder de blanken voor ‘die swartgevaar’. Maar wraakacties bleven uit. In plaats daarvan werd in 1996 de Waarheid- en verzoeningscommissie opgericht door aartsbisschop Desmond Tutu. Iedereen die misdaden had gepleegd uit naam van een politieke overtuiging, kon aanvraag doen voor amnestie. Uiteindelijk slaagden 1200 van de 7000 aanvragers daar in.

Voor de slachtoffers waren de verhoren slopend. In september 1997, bijna op de dag twintig jaar na de moord op Biko, werden de vijf verdachten in de zaak gehoord. ‘Het was voor het eerst dat ik de moordenaars van mijn vader in de ogen kon kijken,’ verzucht Nkosinathi. ‘Er ging een hele reeks aan emoties door me heen, maar ik weigerde me te laten meeslepen in de valkuilen waarmee deze mensen ons wilden opzadelen.’ Ondanks dat amnestie werd geweigerd, was het proces teleurstellend voor Biko. ‘Niemand stond op om de waarheid te vertellen of excuses aan te bieden. Alle vijf verdachten hadden een ander verhaal. De waarheidscommissie heeft in ons geval duidelijk gefaald om de waarheid boven tafel te krijgen. De daders hebben hun geluk beproefd.’ Hij sprak deze woorden voordat bekend gemaakt werd dat er geen rechtszaak wordt aangespannen tegen de verdachten wegens een gebrek aan bewijs. Nu wil hij liever geen vragen beantwoorden over het onderwerp.

Desondanks heeft Nkosinathi toch lof voor het werk van de commissie. ‘Het heeft ervoor gezorgd dat er relatieve kalmte kwam in ons land, zonder heksenjachten. Voor veel Zuid-Afrikanen was het tevens een eye-opener toen ze geconfronteerd werden met de misdaden die feitelijk onder hun neuzen zijn gepleegd.’ Nkosinathi haalt diep adem: ‘Het is alleen jammer dat er zoveel mensen moesten sterven voordat het land eindelijk wakker werd.’

Ironisch genoeg is de boodschap van black unity inmiddels erg verdeeld. De verpulvering en marginalisering van Black Consciousness begon eigenlijk al vlak na Biko’s dood. De ultra-socialistische AZAPO-partij riep zich in 1979 uit als vaandeldrager van de Black Consciousness gedachte. AZAPO streeft ernaar Zuid-Afrika om te toveren in een communistische staat onder de naam Azania. Zij zijn ervan overtuigd dat Biko aan hun zijde zou staan. Net zo goed als het Black Consciousness Forum dat zich vorig jaar afsplitste van AZAPO. Daarentegen gelooft onder andere het ANC dat Biko Black Consciousness achter zich zou laten en het non-racialisme zou omarmen.

In de aanloop van de verkiezingen in 2004, balanceert Black Consciousness op het randje van het politieke spectrum. Nkosinathi is hier erg verdrietig‚ over. ‘Black consciousness blijft een ideologie, geen politieke stroming. Niemand kan het claimen, omdat het voor iedereen is. Het is zonde dat er nu zo veel onenigheid heerst. De black consciousness beweging lijkt steeds verder uiteen te vallen terwijl het een krachtige maatschappelijke oppositie zou moeten vormen. Bovendien was mijn vader helemaal niet anti-blank, hij wilde het moreel van zwarten opkrikken. Dat is iets fundamenteel anders.’

Nkosinathi ziet zijn vader liever als een katalysator van onstuitbare verandering. Dat werd eigenlijk alleen maar versterkt na diens dood en door de reactie daarop van toenmalig minister van justitie Jimmy Kruger: ‘De dood van Steve Biko laat mij koud.’ Maar de wereld was wel ontdaan en er volgden massale boycotten. Deze teisterden de Zuid-Afrikaanse economie al sinds 1976, nadat beelden van het bloedig onderdrukken van de studentenopstand in Soweto wereldkundig werden gemaakt. Deze gebeurtenis en de dood van Biko waren bedoeld om het verzet te breken, maar resulteerden uiteindelijk in het begin van het einde van apartheid.

Het leven van Steve Biko werd in 1987 legendarisch verfilmd in Richard Attenboroughs ‘Cry Freedom’. Nkosinathi neemt een lange denkpauze voordat hij commentaar geeft op de film. ‘Als filmmaker vind ik het heel moeilijk om iemand anders werk te bekritiseren. Maar ik denk dat iedereen het er mee eens kan zijn dat dit niet de ultieme Steve Biko film was. Het draait te veel om zijn vriendschap met wijlen journalist Donald Woods. Toch was ‘Cry Freedom’ erg belangrijk voor de struggle. Want hoe bereik je beter een groot publiek in Europa en Amerika als door de bioscoop?’

Nkosinathi hoopt binnenkort zijn eigen film te presenteren. Maar daar blijft het niet bij. ‘Ik ben ook bezig met een biografie over Steve Biko,’ onthult Nkosinathi trots. Hij hoopt het boek volgend jaar te kunnen presenteren. ‘De meeste biografien gaan zo: Steve Biko werd op 18 december 1946 geboren – en dan maakt het plots een sprong naar zijn studententijd. Er zit een gat in zijn levensverhaal van dertig jaar. Ik wil onderzoeken wat er in de tussentijd is gebeurd. Ik ben nu bezig met talloze interviews die soms een paar dagen duren. En door deze intensieve zoektocht heb ik mijn vader ook steeds beter leren kennen. Ik wil de gedachte aan hem levend houden. Want hij was niet alleen een familieman, hij is publiek bezit geworden.

Steve Biko Foundation

Inhoud

  • Ooit was er de MAVO en was er het Voorbereidend Beroeps Onderwijs (VBO). Maar het was voormalig staatssecretaris van Onderwijs, Karin Adelmund die in 1999 een eind maakte aan deze vertrouwde structuren. Een nieuw schooltype ontstond: VMBO. Een verhaal over kritiek en oplossingen.
  • De afgelopen maanden waren er geruchtmakende rellen rond het Koninklijk huis. Rellen die zelfs het parlement haalden. Voor senator Tiny Kox een reden om te pleiten voor modernisering van de Nederlandse monarchie.
  • Godsdienst als taal. De kerk als luxe. De bijbel als vragensteller en criticaster. In elk geval stelt NCRV-presentatrice Jacobine Geel vast dat ‘religie verengd is tot moraal van wat wel en niet mag’. Een interview.
  • De moordenaars van de legendarische anti-apartheidsactivist Steve Biko gaan een kwart eeuw na diens gewelddadige dood helaas vrijuit. Zogenaamd wegens gebrek aan bewijs. Maar zijn ideologie leeft voort in zoon Nkosinathi en in een Zuid-Afrika dat de ketenen van de apartheid heeft afgeworpen.
  • ‘Liberalisering volgens wereldhandelsorganisatie WTO komt in de praktijk neer op protectionisme’, zegt Sylvia Borren. Een gesprek met de algemeen directeur van Novib over de knelpunten en lichtpunten na Cancun.
  • Column van Jan Marijnissen: Najaarsakkoord splijtzwam voor FNV
  • Niels de Heij is één van de 42.412