publicatie

Spanning oktober 2011 :: Rechtsstaat onder druk

Spanning, oktober 2011

Rechtsstaat onder druk

Tekst: Arjan Vliegenthart, SP-Eerste Kamerlid Foto: Inge van Mill / Hollandse Hoogte

De huidige regering zet in op law and order. Burgers dienen zich aan de wet te houden. Daar is veel voor te zeggen. Echter, een regering die zelf het verkeerde voorbeeld geeft door uitspraken van onze belangrijkste rechtssprekende instanties inhoudelijk te negeren, moet niet raar opkijken als burgers dat voorbeeld volgen.

Minder dan twee weken had minister Donner van Binnenlandse Zaken nodig om met een noodwet te komen die het mogelijk maakt toch geld te vragen voor de identiteitskaart. De Hoge Raad had begin september geoordeeld dat de overheid voor deze ID-kaart geen kosten mag berekenen, omdat zij zelf van de burger vraagt dat deze zich kan identificeren. Het hoge reactietempo van de regering is des te opmerkelijker, omdat zij zelf eerlijk toegeeft geen rekening te hebben gehouden met de mogelijkheid van deze uitspraak. Maar in plaats van reflectie op de uitspraak van de hoogste rechtbank in Nederland en de gevolgen daarvan, kwam de regering met een wettelijke reflex om het financiële gat te dichten.

Met stoom en kokend water werd het wetsvoorstel door de Tweede Kamer behandeld. Zonder schriftelijke voorbereiding werd de wet binnen één dag afgehandeld. Fundamentele kwesties, zoals de werking van de wet met terugwerkende kracht en een inhoudelijke weging van het vonnis, werden daarbij zonder diepgaand debat terzijde geschoven. De politieke opportuniteit en de druk van de regering wonnen het van het inhoudelijke debat.

Dit voorbeeld staat helaas niet op zichzelf. Deze regering is een recidivist als het gaat om het onzorgvuldig omgaan met rechterlijke uitspraken. Deze zomer zette de Raad van State een streep door de vergunningen die onder andere het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie had verleend voor de bouw van een kolencentrale in de Eemshaven. De gevolgen voor het milieu waren volgens de Raad onvoldoende onderzocht. Binnen twee uur na de uitspraak wist verantwoordelijk minister Maxime Verhagen te stellen dat de uitspraak de bouw van deze centrale niet in de weg hoefde te staan. En eerder counterde de regering een aantal onwelgevallige uitspraken van het Europees Hof in Straatsburg over onder andere de manier waarop Nederland omgaat met vluchtelingen met de stelling dat het Hof zich niet met bijzaken dient te bemoeien, daarbij en passant een motie van de Eerste Kamer naast zich neer leggend.

Rechters hebben in Nederland gelukkig niet het laatste woord als het gaat om politieke discussies, maar politici dienen zich wel rekenschap te geven van hun oordelen en deze serieus te wegen. Zeker van een regering die er op staat dat wetten worden nageleefd, had men meer mogen verwachten. Deze regering doet dat niet en ondergraaft daarmee de eigen geloofwaardigheid. Dat de kromme reparatiewet van Donner op 11 oktober in de Eerste Kamer ondersteund werd – met 38 tegen 37 stemmen – doet daar niets aan af.