publicatie

Spanning, november 2005 :: Agnes Kant over marktwerking en solidariteit

Spanning • november 2005

Agnes Kant over marktwerking en solidariteit:

‘Hogere zorgkosten zijn geen probleem als de mensen maar zien dat de zorg verbetert’

Met de actie Noodrem, gericht op het tegenhouden van de Zorg-verzekeringswet die op 1 januari moet ingaan, heeft de SP een nieuw initiatief genomen in de strijd tegen de vercommercialisering van de zorg. Eerder waren er al manifestaties gehouden en had Agnes Kant samen met een aantal prominenten uit de zorgwereld het manifest Zorg geen Markt gelanceerd. Als achtergrond bij de actie in deze Spanning een gesprek met Kant over de nieuwe wet, en over marktwerking en solidariteit in de zorg.

‘Zorgverzekeraar Menzis spreekt van een nachtmerrie, en Achmea-topman Sporre waarschuwt voor onaanvaardbare scheefgroei in de samenleving’. Gretig maakte Agnes Kant in het Kamerdebat van 31 oktober aan minister Hoogervorst duidelijk dat zelfs zijn trouwste bondgenoten grote bedenkingen hebben bij de nieuwe Zorgverzekeringswet. In het debat ging het uitgebreid over het grote aantal mensen dat het aanvraagformulier nog niet had ingestuurd voor de toeslag die de verzekering betaalbaar moet maken. Hoe groot is die ramp?

Kant: ‘Iets meer dan vijf miljoen mensen hebben nu, het is vandaag 2 november, het formulier teruggezonden. Er zijn zo’n zes miljoen formulieren verstuurd, dus een zesde deel ontbreekt nog. Daar zullen ook mensen bij zitten die geen recht hebben op een toeslag, het is dus moeilijk te zeggen hoe groot het probleem precies is. Maar gróót is het zeker. Ik heb er een heftig debat over gehad met Hoogervorst. Hij zegt: 90 procent van de aanvragen loopt goed, en dat is geweldig. Maar het probleem zit nou juist bij die tien procent! Dat zouden 600.000 mensen zijn die in december hun toeslag niet krijgen en die daardoor in de problemen komen. Dat komt volgens mij aardig in de buurt van de chaos die voor Hoogervorst aanleiding zou moeten zijn om op te stappen – zoals hij beloofd heeft.

Het is overigens een bekende redenering van deze minister: ook bij het uitkleden van het ziekenfondspakket en bij de problemen in de tandzorg voerde hij de goed-nieuwsshow op van negentig procent van de mensen heeft zich bijverzekerd . Wel, als je die redenering doortrekt, kan tien procent van de bevolking letterlijk creperen van de honger en de minister toch zeggen dat er helemaal geen armoedeprobleem is…’

Wat is jouw grootste bezwaar tegen de markt-werking zoals die door de nieuwe wet wordt losgelaten op de zorg?

‘Dat is dat de zorgverzekeraars steeds meer op de stoel van de arts gaan zitten. Aan dat mechanisme valt niet te ontsnappen als je kiest voor marktwerking en concurrentie. Een zorgverzekeraar wil zoveel mogelijk mensen verzekeren. Daarvoor is een lagere premie nodig dan die van de concurrenten. En die krijg je door op de kosten te besparen, bijvoorbeeld door moeilijker te doen bij het vergoeden van zorg. Je ziet nu al dat de zorgverzekeraars steeds meer extra machtigingen en verklaringen eisen en steeds meer beperkingen opleggen. Daarbij zoeken ze de grens op en doen ze soms ook moeilijk over vergoeding van zaken die gewoon in het pakket zitten. Op het meldpunt van Zorg geen Markt (zie bladzijde 11 - red) zijn daarvan behoorlijk schokkende voorbeelden binnengekomen, en net vandaag is er een rapport uitgekomen van de Erasmusuniversiteit waarin geconcludeerd wordt, dat deze ontwikkeling zal toenemen door de invoering van het nieuwe zorgstelsel.’

Patiënten eisen steeds meer, en artsen gaan daar nogal eens gemakkelijk in mee. Dan is het toch juist goed dat er nog eens kritisch gekeken wordt naar de noodzaak, om te voorkomen dat de kosten de pan uitrijzen?

‘Conflicten over wel of niet vergoeden zijn van alle tijd. Maar door de concurrentie worden ze steeds talrijker. Het kan zijn, dat een arts vér wil gaan, maar om excessen te voorkomen is al van alles geregeld: artsen moeten met standaarden werken. Wat je nu ziet, is dat zorgverzekeraars die ter discussie gaan stellen. Een voorbeeld is de vloeibare dieetvoeding voor kankerpatiënten. Je moet tegenwoordig wel verschrikkelijk onder gewicht zijn, om daarvoor nog in aanmerking te komen. Veel kankerpatiënten zijn echter nog redelijk op gewicht, maar dreigen snel te verzwakken. Ook voor hun genezingsproces is – ongeacht hun gewicht op dat moment – die voedingsdrank van groot belang. En daarbij: het idee alleen al, dat mensen zoiets zonder noodzaak voor hun lol zouden gaan drinken…

Bovendien gaat het de zorgverzekeraar niet om het terugdringen van de collectieve lastendruk, maar om het eigen rendement. En dat hoort geen rol te spelen bij het bepalen van wel of geen zorg.’

De SP is in oktober de actie Noodrem gestart die als doel heeft de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet tegen te houden. Is dat nog wel realistisch? De Eerste Kamer heeft er al mee ingestemd, en heel veel voorbereidingen zijn al getroffen.

‘Je moet sowieso je stem laten horen tegen zo’n verschrikkelijke wet. Het is heel belangrijk dat er luid geprotesteerd wordt. En als je ziet welke signalen er allemaal binnenkomen over de problemen die het nieuwe zorgstelsel gaat veroorzaken, dan is het helemaal niet zo raar om te bedenken dat er toch een moment komt waarop de politiek zegt dat uitstel en afstel misschien wel verstandig zijn. Daarbij: het is geen statische actie. Hij kan na 1 januari uitstekend doorgaan, en zich dan richten op wat er mis gaat, en eisen dat ingegrepen wordt en dat het stelsel op die punten alsnog aangepast wordt. Liever niet natuurlijk, want beter is het de zaak nu helemaal terug te draaien.’

Is er naast de marktwerking en de administratieve chaos nog meer mis met de nieuwe wet?

‘Nou en of. Bijvoorbeeld de overgang van publiek recht naar privaat recht, een probleem dat nog weinig aandacht heeft gekregen. In plaats van de bestuursrechterlijke beroepsprocedures van de ziekenfondswet komt nu de stap naar de civiele rechter. Dat maakt in beroep gaan tegen een beslissing duurder en omslachtiger, en betekent ook dat je veel langer moet wachten op een uitspraak.

Verder krijg je het probleem dat zorgverzekeraars niet met elke zorgaanbieder een contract aangaan. Een voorbeeld dat we binnenkregen is dat van iemand die aan zijn ene oog vlakbij huis geopereerd kon worden, maar voor het andere oog het halve land door gestuurd werd. Blijkba ar had de zorgverzekeraar een goedkopere oogkliniek gevonden. Dat soort problemen zal sterk toenemen. Als je Hoogervorst hierop aanspreekt, zegt hij als het te gek wordt, kan ik ingrijpen . Ik vraag me af of hij dat echt kan, want we hebben ook nog met de vrije concurrentie te maken waarover Brussel waakt. Eurocommissaris Kroes heeft al laten dat ze niet uitsluit dat er aanpassingen moeten komen, en gezien uit welke hoek ze komen, namelijk van Miss Euro-Marktwerking, kan dat niet veel goed betekenen.’

Wat is het alternatief van de SP voor de nieuwe zorgverzekeringswet. Wij zijn er toch ook voor, dat het verschil tussen ziekenfonds en particulier verdwijnt?

‘Het grote verschil is dat het kabinet ervoor kiest om iedereen particulier te verzekeren, en dat wij zeggen: iedereen in het ziekenfonds. En daarbij zeggen wij: werk met premies die volledig inkomensafhankelijk zijn, pak de bureaucratie aan en ban de marktwerking uit.’

Helemaal geen marktwerking?

‘Niet waar het gaat om de zorgverzekering en om de aanbieders van zorg. Op deze terreinen gaat marktwerking onherroepelijk ten koste van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg. Marktwerking kan wel bijvoorbeeld wel bij de leveranciers van hulpmiddelen. Concurrentie tussen de ene rolstoelfabrikant en de andere is prima. Hoewel een maximum-prijzenwet hier ook een goed idee zou zijn.’

In 1990 ging 8,3 procent van alles wat we in Nederland verdienen op aan zorg. In 2003 was dat toegenomen tot 12,6 procent. Van elke euro die we in 2003 als samenleving méér zijn gaan verdienen, ging bijna de helft op aan extra zorgkosten. Dat kan zo toch niet doorgaan? Zeker als je daarbij ook nog beseft welk klein deel van de bevolking ‘profiteert’ van die hoge uitgaven: 74 procent van het AWBZ-budget wordt besteed aan 1,6 procent van de bevolking. Hoeveel solidariteit kun je van mensen verlangen?

‘In de eerste plaats: uit alle onderzoeken blijkt dat het draagvlak voor solidariteit in de zorg groot is. Recente NIPO-enquêtes geven aan dat 87 procent van de Nederlanders het ermee eens is dat jongeren voor ouderen betalen en 72 procent dat gezonden voor zieken betalen.

En verder denk ik dat hogere zorgkosten geen probleem zijn als de mensen maar zien dat de zorg verbetert, dat er meer mogelijkheden komen om ziektes te behandelen, lijden te verlichten enz. Daar willen mensen best meer voor betalen. Ik ben in Zweden geweest, daar is de collectieve lastendruk hoog, maar men ziet wat men ervoor terug krijgt. Het probleem komt als de kwaliteit door de bodem zakt: wat in Engeland met de gezondheidszorg is gebeurd, met name onder de regering Thatcher. Dan krijg je tweedeling doordat mensen met genoeg geld zelf betere zorg gaan regelen en dan verdwijnt het draagvlak om de premies te verhogen.

Wat je natuurlijk wél moet doen, is snijden in nodeloze uitgaven. De zorg moet efficiënt en zo goedkoop mogelijk gegeven worden, waarbij uiteraard kwaliteit en patiëntvriendelijkheid voor op staan. Daarom hameren wij ook zo sterk op het bestrijden van de bureaucratie in de zorg. In het rapport Meer zorg met minder bureaucratie hebben we tien concrete voorstellen gepresenteerd die samen een besparing opleveren van minstens een miljard euro per jaar. En die bovendien het vertrouwen van de mensen op de werkvloer versterken en daardoor leiden tot meer werkvreugde en efficiënter werken.’

Nog even de solidariteit. Hoe solidair moeten we als samenleving zijn met bijvoorbeeld de patiënt die na een hartaanval vrolijk blijft doorroken?

‘Och, de één doet dit, de andere dat. Verliest hij daardoor zijn recht op zorg? Ik vind dat je solidair moet zijn met iedereen die zorg nodig heeft. En natuurlijk moet je daarnaast stevig werk maken van het aanzetten tot gezond gedrag. Dat is de ethische kant. Maar ook praktisch: waar trek je een grens? Waarom zou je een roker niet behandelen en iemand die ongeoefend naar de wintersport gaat en daardoor een groot risico neemt op een ongeluk loopt, wel? In de praktijk is er gewoon geen werkbare regeling uit te werken. En daarbij: wat doe je met de sociaal-econmische gezondheidsverschillen? Iemand met een laag inkomen heeft gemiddeld meer gezondheidsproblemen. Moet hij dan ook nog gestraft worden door hem zorg te onthouden? Moet je een kind dat thuis jarenlang elke dag friet te eten gekregen heeft, verantwoordelijk stellen voor zijn slechte voedingsgewoonten?

Ik vind van niet. Wijzen op eigen verantwoordelijkheid is prima, maar dat moet niet doorslaan in blaming the victim.