Interview Arjan Vliegenthart: ‘Ik voer een activistisch armoedebeleid’

Een socialist aan de macht maakt het verschil. Amsterdam was in 2015 de enige van de vier grote steden waarin het aantal bijstandsgerechtigden daalde, omdat meer mensen een betaalde baan kregen. Bovendien zorgde wethouder Sociale Zaken Arjan Vliegenthart ervoor dat de dikte van je portemonnee niet langer bepaalt of je wel of niet mee kunt doen in de stad: ‘Neem mensen met schulden bij de hand.’

Volgens het kabinet is de crisis voorbij. In hoeverre zien we dat terug bij mensen met schulden of mensen die in armoede leven?

‘Niet. De afgelopen jaren zijn een heleboel mensen erop achteruitgegaan. Veel meer nog dan je in de koopkrachtplaatjes terug kunt zien. Ook is het aantal mensen met schulden toegenomen. Een op de vijf huishoudens in Amsterdam loopt het risico op problematische schulden. Dus het einde van de crisis is nog helemaal niet in zicht. Ik heb ook niet de indruk dat er aan oplossingen gewerkt wordt. Sterker nog: als je kijkt hoe de crisis heeft uitgepakt, dan zie je dat de twintig procent rijkste Nederlanders erop vooruit is gegaan, terwijl de overige tachtig procent erop achteruit is gegaan.’ 

Als wethouder heb je een ‘Aanvalsplan armoede’ gelanceerd. Gaat dit plan ver genoeg?

‘Nee. Mijn aanvalsplan heeft ook niet de ambitie om mensen uit de armoede te helpen, want dat kan alleen met een fatsoenlijke baan en een fatsoenlijk inkomen. Mijn aanvalsplan is erop gericht om ook mensen met weinig geld te laten meedoen. Ik heb daar veel discussies over met de VVD in de gemeenteraad. Zij zeggen dat ik helemaal geen activerend armoedebeleid heb. Dat klopt ook, want ik voer een activistisch armoedebeleid. Wat inhoudt dat ik mensen vertel waar ze recht op hebben. Dat doe ik samen met de afdeling, door spreekuren te houden in buurthuizen. Daarmee zorgen wij ervoor dat een kind uit een gezin met een laag inkomen een laptop krijgt om zijn huiswerk op te maken. Dat iedereen in Amsterdam een gratis aanvullende ziektekostenverzekering kan krijgen, inclusief tandarts en fysiotherapie, zodat je de dikte van de portemonnee niet hoeft af te zien aan de staat van het gebit. En dat je als gepensioneerde, met alleen maar AOW, gratis met het openbaar vervoer kunt reizen. Al deze maatregelen zijn erop gericht om mensen volwaardig mee te laten doen in de stad.’

Wat is er nieuw aan jouw aanvalsplan armoede?

‘Het is een stevige uitbreiding van wat Amsterdam al deed. Tot 2018 komt er elk jaar 20 miljoen euro bij. Dat is ongeveer 20 procent extra op het gebied van armoedebestrijding. Bovendien is de aanpak anders, want met ons activistische armoedebeleid laten we mensen meedoen die voorheen aan de kant stonden.’

Zijn er al resultaten bekend?

‘Binnenkort gaat de Rekenkamer een impactmeting doen. Maar daarin wordt niet nagegaan of mensen uit hun sociaal isolement kunnen komen. Wat wij als afdeling constateren is dat mensen meer mee gaan doen. Dat mensen met een stadspas meer gaan sporten, dat kinderen vaker lid worden van een voetbalclub of muziekles volgen. Dat meer Amsterdammers met de stadspas naar het museum gaan, om van kunst en cultuur te genieten.’ 

Nu is Amsterdam een relatief rijke stad. Dat maakt het makkelijker om miljoenen uit te geven aan armoedebestrijding. Hoe zou jij jouw armoedebeleid uitvoeren in armere gemeenten, zoals Pekela of Heerlen, waar de SP ook meebestuurt?

‘Van de Amsterdamse begroting van 6,7 miljard, gaat er ongeveer 100 miljoen euro naar armoedebestrijding. Dat is op de totale gemeentelijke begroting helemaal niet zo’n groot bedrag. Waar het werkelijk om draait is welke prioriteit je geeft aan de bestrijding van armoede en hoeveel je bereid bent opzij te schuiven om je doelstellingen te realiseren. In dat opzicht zie ik bij bijvoorbeeld Hennie Hemmes in Pekela, of Peter van Zutphen in Heerlen, of Mariska ten Heuw in Hengelo, dezelfde bereidheid om de hele gemeentelijke begroting om te bouwen, om een sociale gemeente te willen zijn. Ik vind dat de SP in het college altijd duidelijk moet maken dat armoedebestrijding voor onze partij core business is.’ 

Wat moet er volgens jou veranderen in het denken over armoede en schulden? 

‘Ten eerste zou het discours anders moeten. Mensen worden nu zelf verantwoordelijk gehouden voor hun schuld, zowel financieel als moreel. Natuurlijk doen mensen domme dingen in hun leven, of hebben ze soms gewoon pech. Maar de problemen waar zij in terechtkomen, staan in geen verhouding tot wat hun schulden heeft veroorzaakt. Daarom moeten we op een andere manier denken over hoe armoede en schulden zijn ontstaan. Het is immers niet de schuld van een individu dat hij geen baan kan vinden, het is de schuld van het systeem dat er zo weinig banen zijn. 

Arjan Vliegenthart op werkbezoek bij een sociale onderneming waar vluchtelingen en deelnemers van leerstages soep maken en verkopen. Foto: archief SP Amsterdam

Ten tweede zijn er nogal wat nieuwe wetenschappelijke inzichten die erop wijzen dat mensen die een tekort hebben aan geld zich anders gedragen dan mensen die wel geld hebben. Schulden maken letterlijk dom, laten twee Harvard-hoogleraren zien in hun prachtige boek Schaarste. Mensen met schulden verkiezen bovendien vaak de korte termijn boven de lange termijn. Ze kiezen bijvoorbeeld om nu te eten in plaats van vier jaar lang de opleiding van hun kind te betalen. Dat is geen gekke beslissing, maar het beleid is daar helemaal niet op ingericht. Neoliberaal beleid met betrekking tot armoede en schulden schrijft immers voor dat als je mensen maar genoeg prikkelt, dat ze dan vanzelf de goede richting in lopen, terwijl de gedragspsychologie aantoont dat dit kletskoek is. Ik denk dat we veel meer aansluiting moeten zoeken bij moderne maatschappelijke en wetenschappelijke inzichten over wat gebrek met mensen doet, zodat je daar je beleid beter op af kunt stellen.’ 

Hoe helpt een serie als Schuldig bij de bewustwording omtrent mensen met schulden?

‘De serie laat goed zien hoe complex de schuldenproblematiek voor heel veel mensen is. Dat zij niet met een klein zetje in de goede richting heel snel uit de schulden kunnen komen, zoals neoliberalen willen doen geloven. Maar dat je mensen met schulden bij de hand neemt. En dat je ze op kracht brengt, in plaats van een beroep te doen op hun eigen kracht. In die zin helpt de serie om de publieke discussie over schulden aan te zwengelen en het debat enigszins van toon te laten veranderen.’ 

De crisis is nog lang niet ten einde, want sinds Rutte I

•           groeide het aantal huishoudens in armoede van 514.000 tot 734.000 in 2014

•           groeide het aantal mensen in armoede van 1.037.000 naar 1.457.000 in 2014

•           groeide het aantal kinderen in armoede van 314.000 naar 421.000 in 2014

•           groeide het aantal mensen die van de voedselbank afhankelijk zijn van 50.000 naar 88.000 in 2015

•           steeg het aantal aanvragen voor schuldhulp van 79.000 naar 90.400 in 2015

•           steeg het aantal huishoudens met achterstallige betalingen van 1,9 naar 2,3 miljoen in 2014

•           steeg de gemiddelde schuld van mensen met schuldhulp van 30.742 naar 42.900 in 2015.

Welk effect heeft jouw armoede­beleid en zo’n serie als Schuldig op jouw collega’s van D66 en VVD in het college? 

‘Ze denken nog steeds dat ik niet goed wijs ben, maar ze moeten wel toegeven dat mijn aanpak werkt. Als de Nationale Ombudsman schrijft dat in Amsterdam de schuldhulpverlening bij de toegangspoort beter is georganiseerd dan elders, dan is dat een compliment voor het hele college. Als de staatssecretaris zegt dat andere steden kunnen leren van de Amsterdamse aanpak op het gebied van schuldhulpverlening, net zo goed. Als je ziet dat Amsterdam vooroploopt in het daadwerkelijk mee laten doen van mensen die weinig geld hebben, dan leidt dat uiteindelijk tot een betere uitstroom naar werk. Amsterdam was in 2015 de enige van de vier grote steden waarin het aantal bijstands­gerechtigden daalde. Natuurlijk speelt economische voorspoed een belangrijke rol, maar het gaat ook om politieke keuzes. Amsterdam scoort heel goed op de uitstroom van mensen naar werk. Rotterdam scoort heel goed op het uit de uitkering jagen van mensen. Het is maar waar je voor kiest.’ 

Wat doe je om jouw boodschap ook aan politiek Den Haag over te brengen?

‘Ik ben voorzitter van de commissie Werk en Inkomen van de VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In die hoedanigheid spreek ik regelmatig met staatssecretaris Klijnsma. Dan bespreek ik de inzichten waar ik het eerder over had ook met haar. En daar waar ik vind dat de staatssecretaris zaken verkeerd aanpakt, zoals bij de tegenprestatie of de kostendelersnorm die heel veel mensen in de schulden brengt, ga ik de discussie aan. Dan helpt het wel als je als wethouder van de grootste gemeente van Nederland kunt laten zien dat het anders kan. Daar ben ik best trots op.’ 

Wat voor aanpak is er nodig om te voorkomen dat werkende mensen in armoede leven en in de schulden raken? 

‘Toen Jan Marijnissen in 1996 in  Tegenstemmen schreef dat hij tijdens zijn reis naar de Verenigde Staten zag dat iemand onder een brug sliep, ­
’s ochtends zijn das recht trok en vervolgens naar zijn werk ging, dachten wij dat zoiets alleen in Amerika kon gebeuren. Maar twintig jaar later moeten we constateren dat ook in Nederland veel werkende armen zijn. Werk is in dit land niet langer een garantie om niet in armoede te hoeven leven. En ik denk dat het een kwestie van beschaving is om dat tegen te gaan. De oplossing ligt voor een deel in de verhoging van het minimumloon, het steviger neerzetten van de cao-afspraken en een eind maken aan de doorgeslagen flexibilisering, door flex duurder te maken en vast goedkoper. Dat kunnen we in Amsterdam helaas niet regelen, dat zal in Den Haag moeten gebeuren.’

Wat zou er moeten gebeuren om te voorkomen dat mensen schulden maken? 

‘Voor een deel door financiële educatie waar al op jonge leeftijd mee begonnen moet worden. Maar voor een deel ook door op een andere manier te denken over waar schulden vandaan komen. Als je bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering niet kunt betalen, dan krijg je in Nederland een boete, waarmee de schuld alleen maar hoger wordt. Dit soort perverse prikkels moet uit het systeem. En ik denk dat we eerlijk moeten vaststellen dat de uitkeringen te laag zijn om van rond te kunnen komen; zeker in een stad als Amsterdam, met hoge huren en relatief hoge kosten voor het dagelijks levensonderhoud. Daarom pleit de SP in haar verkiezingsprogramma ook voor verhoging van de minimumlonen en de daaraan gekoppelde sociale uitkeringen met 10 procent.’

Voor concrete voorstellen van de SP om armoede en schulden tegen te gaan zie:

Sadet Karabulut en Hans Boerwinkel, 2016: Masterplan armoede en schulden. Een leven zonder geldzorgen.

Arjan Vliegenthart (1978) is sinds 2014 wethouder Sociale Zaken namens de SP in Amsterdam. Eerder was hij voor dezelfde partij onder meer directeur van het Wetenschappelijk Bureau en Eerste Kamerlid.