publicatie

Tribune 8/2011 :: 'Het ergste wat Noorwegen is overkomen sinds de Tweede Wereldoorlog'

Tribune, september 2011

‘Het ergste wat Noorwegen is overkomen sinds de Tweede Wereldoorlog’

Dag Seierstad en Bård Vegar Sohjell

De aanslagen in Noorwegen deze zomer – een bom in Oslo en een moordpartij onder sociaal-democratische jongeren op het eiland Utøya – houden de gemoederen bezig. In Nederland ging de discussie vooral over de link tussen Geert Wilders en de aanslagpleger, de radicaal rechtse Anders Breivik. Maar hoe is het voor de Noren zelf? De Tribune sprak met twee mensen van de Noorse Sosialistisk Venstreparti (de ‘Socialistisch linkse partij’). Dag Seierstad is bestuurslid en adviseur van hun europarlementariërs; Bård Vegar Sohjell is fractievoorzitter van de SV in het Noorse parlement.

tekst: Diederik Olders foto: Suzanne van de Kerk

› Hoe kijken de Noren terug op deze aanslagen?

Sohjell: ‘Laat ik beginnen met te zeggen dat dit een heel extreme gebeurtenis was. Het ergste wat Noorwegen is overkomen sinds de Tweede Wereldoorlog. En dan ook nog het feit dat er zoveel slachtoffers kinderen waren, jonger dan 18 jaar. Breivik – hij heeft toegegeven, dus we kunnen hem als dader noemen – was misschien gek, dat weten we niet. Wat we wel weten is dat hij een politieke motivering had. Hij viel bewust de regering aan, en de toekomstige politieke leiders van Noorwegen. Hij is erg antimulticulturalisme en anti-links.’ Seierstad: ‘En geïnspireerd door het idee van ‘Eurabia’, van het idee dat moslims Europa overnemen.’

› Leeft dat idee sowieso in Noorwegen?

Sohjell: ‘Immigratie kwam in Noorwegen later op gang dan bijvoorbeeld in Nederland. Zo’n 9 procent van de bevolking heeft een ‘Het ergste wat Noorwegen is overkomen sinds de tweede wereldoorlog’ buitenlandse achtergrond. Maar met slechts 100.000 moslims en wat we weten over de bevolkingsontwikkeling zal er nooit een moslim-meerderheid komen. Dat is dus puur theoretisch. Wat integratie betreft is Noorwegen op sommige punten goed bezig, op andere punten kunnen we leren van andere landen. We hebben een goed onderwijsstelsel; iedereen heeft goede kansen om zich te ontwikkelen. Maar omgaan met religieuze vrijheid en acceptatie is nieuw voor ons; misschien goed om te weten dat Noorwegen nog steeds een staatsgodsdienst heeft, het lutheranisme.’

› Breivik denkt dat hij deel is van iets groters.

Seierstad: ‘Het onderzoek is net gestart en duurt nog zeker een jaar. Op basis van wat er naar buiten komt lijkt het erop dat hij niet echt een sociaal persoon was, weinig kennissen en vrienden. Maar dat is allemaal nog speculatie. Wel kun je zeggen dat er mensen in Noorwegen zijn die zijn ideeën delen.’ Sohjell: ‘Net als in de rest van Europa. Maar dat is niet hetzelfde als zeggen dat deze mensen verantwoordelijk zijn voor de acties van Breivik. De les is: we moeten meer dan voorheen dit soort ideeën confronteren met feiten en argumenten.’

› De Noren reageerden erg rustig en waardig.

Seierstad: ‘Wij waren ook verbijsterd over de enorme uitingen van medeleven en de enorme aantallen mensen die de straat op gingen. Ik woon in Lillehammer. Volgens de media gingen daar 15.000 mensen de straat op – met een bevolking van 20.000.’ Sohjell: ‘Het is natuurlijk niet zo dat Noren zachtaardiger zijn dan andere mensen. Maar de reacties van de minister-president Jens Stoltenberg, (‘Het Noorse antwoord op geweld is meer democratie, meer openheid en grotere politieke participatie’) en de jongeren die het bloedbad overleefden, deden veel voor een goede sfeer. Ik denk ook dat de Noorse samenleving zo’n reactie mogelijk maakt; kleine klasseverschillen, beleid dat solidariteit bevordert, vertrouwen in de politiek.’

› Heeft dit Noorwegen veranderd?

Sohjell: ‘Dat is aan ons. Het verdriet zal blijven, maar het kan ons ook helpen toleranter en democratischer te worden.’ Seierstad: ‘Wat al meteen is gebeurd, is dat heel veel jonge mensen zich bij politieke partijen en hun jongerenorganisaties hebben aangesloten. Zij zeggen op televisie: nu is de tijd om politiek actief te worden.’