publicatie

Tribune 11/2011 :: Linksvoor: Dirk van Oostaijen

Tribune, december 2011

Linksvoor

‘Ik heb nog met Baantjer gewerkt’

tekst: Jola van Dijk foto: Karen Veldkamp

Dirk van Oostaijen (63) woont al zijn hele leven in Den Haag. Daar heeft hij ook vijfendertig jaar bij de politie gewerkt. Inmiddels is Dirk met prepensioen en geniet hij volop van de vrijheid te kunnen doen wat hij gewoon leuk vindt. Zo helpt hij de gemeente met overvallenpreventie, is hij penningmeester voor de SP-afdeling in Den Haag, fotografeert hij en gaat hij vaak met zijn vrouw Riet op reis.

Wat voor werk deed je bij de politie?

‘Ik ben begonnen als agent en zat toen ook bij de ME. Al vrij vlot ben ik naar de recherche gegaan, vooral het onderzoeken trok me wel. En ik ben vanaf het begin actief geweest voor de Nederlandse Politiebond, dat doe ik nu nog steeds.’

Was je bij spraakmakende zaken betrokken?

‘Ja, bij de arrestatie van Janmaat wegens discriminatie, de gijzeling van de Franse ambassade, de Heinekenontvoering, en ik heb nog met Baantjer samengewerkt.’

Klopt het beeld van het recherchewerk dat we krijgen door de boeken en tv-serie van Baantjer?

‘Een hoop klopt, maar het kan natuurlijk niet allemaal in een week. En hoe vaak heb je Baantjer een proces-verbaal zien typen? Dat moet hij toch echt doen. Erger vind ik de dikke agent in de nieuwe serie Seinpost Den Haag. Dat komt niet voor want je moet nu echt sporten om dat werk te kunnen doen. Die tijd is geweest, zeg maar.’

Waarom werd je lid van de SP?

‘Vrijwel iedereen van de vakbond zat bij de PvdA, dus ik ook. Maar omdat ik van binnen een socialist ben stemde ik altijd al SP. Sociale gelijkwaardigheid en het buurten in de buurt vind je alleen maar bij de SP. Toen ik vijf jaar geleden wegging bij de politie en tijd kreeg voor vrijwilligerswerk ben ik overgestapt naar de SP.’

Wat is jouw SP-moment?

‘De dag nadat ik lid werd van de SP stond de voorzitter al voor m’n deur. Om te praten en te vragen wat ik wilde gaan doen. In de vijfendertig jaar dat ik lid was van de PvdA had ik nooit iemand gezien.’