publicatie

SP Tribune 09/2005: Interview met Hans van Heijningen

Tribune 16 september 2005

Hans van Heijningen Sinds 28 mei is Hans van Heijningen de nieuwe algemeen secretaris van de SP. ‘Een enorme uitdaging,’ zegt hij zelf. Van uitdagingen lijkt hij - gezien zijn ‘ avonturen’ in het leger en in Nicaragua - niet vies te zijn. Volgens Van Heijningen staat de partij er goed voor, maar het kan natuurlijk altijd beter. Zelfgenoegzaamheid past niet bij mij en ook niet bij de SP.’

Tekst Peter Verschuren en Rob Janssen

Foto's Suzanne van de Kerk

‘Het worden interessante en spannende tijden’

‘Eerlijk gezegd stond ik in het begin niet echt te springen. Daarvoor had ik te veel plezier als beleidsmedewerker buitenland bij de Kamerfractie. Maar ik ben iemand die niet alleen naar zichzelf wenst te kijken. Ja, - en verder was het me nogal een uitdaging: de dagelijkse leiding van de SP op me te nemen. Voor zoiets word je niet iedere dag gevraagd, zou ik zeggen. En natuurlijk vond ik het toch ook een hele eer. Ik bedoel; dat mensen het met mij op die belangrijke plek in de partij zien zitten.’

Als we naar je verleden kijken, deins je anders niet terug voor uitdagingen…

‘Als jullie mijn politiek activisme bedoelen, dan zit daar wat in, ja. Toen ik begin jaren ’80 in dienst ging werd ik na een tijdje bestuurder van de VVDM, de vereniging van dienstplichtige militairen. Mijn taak bestond onder meer uit het op poten zetten van acties tegen kernbewapening. Zo organiseerde ik de geüniformeerde deelname van enkele honderden militairen en oud-militairen aan de kernwapendemonstratie van 1981. Het was wel een heel fascinerende tijd. De kritische beweging binnen én buiten het leger stelde écht wat voor. Een kiem van tegenmacht, zou je kunnen zeggen.’

Toch vertrok je uit Nederland…

‘Ja. In 1984 ging mijn vriendin als basisarts aan het werk in Nicaragua en ik ging mee. Ik was daar in 1979 ook al geweest, vlak na de overwinning van de Sandinisten, en had toen iets van: hier wil ik meer van weten. Onder aanvoering van marxisten en christenen was er een linkse opstand geslaagd, en ik was erdoor gefascineerd. Maar ik wist ook: ik zie alleen maar de buitenkant. Dus toen vijf jaar later de gelegenheid kwam om er méér van te ontdekken, greep ik die aan. Dat is wel een rode draad in mijn leven: de fascinatie voor de manier waarop grote processen doorwerken op het dagelijkse leven. Niet om de zaak van een academische invalshoek te bekijken, maar op één of andere manier bij maatschappijverandering betrokken te zijn. Ik maakte me nuttig door mee te werken met vaccinatiecampagnes, Engelse les te geven en te helpen met het opzetten van een boerencoöperatie. Na een jaar werden de Contra’s steeds actiever in het gebied waar wij zaten: dat waren de contra-revolutionairen die met steun van de VS het land probeerden te ontregelen door terreur. Daardoor ben ik toen steeds verder de Sandinistische beweging in gerold. Als het hard tegen hard gaat, kun je twee dingen doen: weggaan of partij kiezen. Ik deed dat laatste.’

Niet lang na de verkiezingsnederlaag van de Sandinisten in 1990 keerde je terug naar Nederland. Je promoveerde en werd coördinator bij XminY Solidariteitsfonds. En in 2003 stond je op de SP-lijst bij de Kamerverkiezingen. Hoe kwam dat?

‘Ik stemde al lang SP en kende de partij van de samenwerking in het Platform tegen de Nieuwe Oorlog. Ook rond het thema globalisering was ik in contact gekomen met Karel Glastra van Loon en Jan Marijnissen. Maar ik had er nooit rekening mee gehouden dat ik wel eens gevraagd kon worden voor de Tweede Kamer. Vanuit XminY hield ik me weliswaar bezig met het verzet tegen de neo-liberale globalisering, maar het bleef binnen de beperkingen van een solidariteitsfonds. Toen ik de kans kreeg om er via de SP mee aan de slag te gaan op een manier die er méér toe doet, dacht ik: Yes, daar ga ik voor. De Kamerzetel, die in de peilingen lang zeker leek, rolde er niet uit, maar ik ging wel aan de slag bij de SP-fractie. Als beleidsmedewerker buitenland.’

En nu ben je algemeen secretaris. Bevalt het?

‘De overgang is me prima bevallen. De sfeer en de collegialiteit in Rotterdam hebben me enthousiast gemaakt. En het werk is politieker dan ik vooraf had gedacht. Neem de besluiten rond een aantal financiële regelingen rondom het gemeenteraadswerk. Op de partijraadsvergadering van juni werden die genomen. Die kun je zien als een puur technische kwestie. Maar in wezen is het politiek, want het raakt het functioneren van de partij op allerlei manieren en bepaalt ook of we de uitdagingen aankunnen die de komende jaren op ons af komen. Het vernieuwen van de afdrachtregeling voor onze volsvertegenwoordigers vind ik erg belangrijk voor onze geloofwaardigheid. Maar goed, in antwoord op jullie vraag: een beetje een sprong in het diepe was het wel. Omdat Jan (Marijnissen – red.) de afgelopen maanden de boel vanaf de bank in Oss volgde, moest ik meteen aan de bak. Dat het werk van de algemeen secretaris van de SP nogal tijdsintensief is, wist ik al. Maar het is zeker ook spannend en uitdagend.’

Wat doet de partijsecretaris van de SP eigenlijk de hele dag?

‘Ik ben verantwoordelijk voor alles wat de partijorganisatie betreft: van de afdelingen tot en met het bestuur van de vereniging SP. Ik moet zorgen dat de besluitvorming goed verloopt en dat de afdelingen en de individuele leden daar goed bij betrokken worden. Verder begeleidt de partijsecretaris de grote campagnes die we als partij, vaak ook samen met anderen, nodig vinden. De ledenwerfcampagne ‘Trek nu de Rode Kaart’ bijvoorbeeld, die momenteel loopt. En verkiezingscampagnes, zoals voor de gemeenteraad volgend jaar maart. Verder onderhoud ik contacten met andere organisaties, ook uit het buitenland. En ik heb het natuurlijk druk met het runnen van het partijbureau in Rotterdam. Hier zit de ledenadministratie, de Tribune-redactie, het webteam, de drukkerij en het scholingsteam. Ik ga dus geregeld het land in, naar onze mensen toe. Als partijsecretaris voer je sowieso veel gesprekken. Om te luisteren wat er leeft en waar de afdelingen mee bezig zijn. Adviezen geven, helpen bij het oplossen van conflicten. Want ja, die heb je in zo’n grote organisatie natuurlijk af en toe ook.’

En hoe staan we er voor als partij?

‘Ik denk dat als je kijkt naar onze plaats in links Nederland, je wel kunt stellen dat we er goed voor staan. We zijn de enige van de drie linkse partijen in de Kamer die op een serieuze manier het werk binnen en buiten de vergaderzalen weet te combineren. Zonder overdrijven: dat maakt ons tot een unieke partij. En we hebben het ín ons, om flink te groeien. We hebben momenteel 45.000 leden en we gaan richting honderdvijftig partijafdelingen. En volgens de peilingen staan we op een verdubbeling van het aantal Kamerzetels. Ja, en het referendum over de Europese Grondwet natuurlijk. Die hebben we gewonnen; dwars tegen regering en de meeste politieke partijen in. Dus: we doén er toe. We worden steeds belangrijker in de Nederlandse politiek. Het partijtje is over; we doen serieuze pogingen om onze kritiek om te zetten in voorstellen hoe het beter kan en we willen die ook uitvoeren. Deelname aan het bestuur in gemeenten, provincies en Den Haag gaan we niet uit de weg wanneer wij het vertrouwen van de kiezer krijgen.’

Zijn we daar klaar voor?

‘Ik besef heel goed dat het een gigantische uitdaging is. En die kan alleen slagen als we voldoende geworteld zijn in de samenleving. Dat zijn we al aardig, maar het kan en moet nog veel beter. Zelfgenoegzaamheid past niet bij mij en ook niet bij de partij. Er is nog een heleboel te doen en te verbeteren. En dan noem ik drie dingen: meer leden, meer activisme en meer deskundige mensen. Leden zijn geen verplicht nummer voor contributie, maar laten zien hoe je als partij geworteld bent in de samenleving. Vervolgens gaat het erom leden te activeren. Daarvoor moet je de voorwaarden creëren. En als partijleiding wil je natuurlijk altijd dat je mensen een stapje harder lopen dan ze doen. Mijn indruk is, dat de inzet van onze leden bij landelijke initiatieven redelijk is, maar dat veel afdelingen nog heel wat te winnen hebben als het gaat om het zelf op een creatieve manier aanpakken van lokale zaken. Natuurlijk; dat heeft alles te maken met onze snelle groei van de afgelopen jaren. We hebben heel veel nieuwe mensen in de partij met weinig ervaring. Juist daarom geven we een hoge prioriteit aan scholing. En dat is meteen punt drie. Sinds ongeveer een jaar hebben we nu een permanent scholingteam dat op allerlei niveaus in het hele land scholingen en opleidingen verzorgt. En verder zullen we op een verantwoorde manier de deur open moeten zetten. Als je ziet hoe hard we groeien, is het duidelijk dat we binnen afzienbare tijd honderden deskundige bestuurders en andere specialisten nodig hebben: wethouders, misschien staatssecretarissen en ministers, gedeputeerden, noem maar op. Maar ook activisten op tal van gebieden. We moeten nieuwe mensen voor onze partij zien te interesseren. Die moeten natuurlijk wel passen bij onze partij. We willen immers wel bijzonder blijven.

En, hoe gaan we dat dilemma oplossen?

‘Door mensen op te leiden en nieuwe contacten te leggen. Er is een regelmatig overleg van de Kamerfractie met spraakmakende woordvoerders op allerlei terreinen. Rond initiatieven als Stop de uitverkoop van de beschaving en tijdens de Grondwetcampagne treffen we veel mensen die ons als externe - en later misschien als interne deskundigen adviseren en met ons samenwerken.’

Waar staat de SP over vijf jaar?

‘Ik vind dat je een beetje moet oppassen met koffiedik kijken. Die vraag kun je niet loskoppelen van de vraag waar de wereld en Nederland heen naar toe gaan. We leven in een buitengewoon merkwaardige tijd, waarin kansen en bedreigingen erg dicht bij elkaar liggen. De relatieve stabiliteit van de periode 1945 tot 1990 – let wel, stabiliteit alleen in de westerse wereld – is weg. Maar goed, als ik toch naar de toekomst kijk, dan denk ik dat de economische en sociale tegenstellingen scherper zullen worden. Belangrijk is het recente rapport van het Centraal Planbureau. Dat laat zien dat de Nederlandse bevolking kiest voor het verkleinen van inkomensverschillen en een goed fuctionerende publieke sector. Driekwart van de mensen wil een politiek-maatschappelijk bestel dat haaks staat op het neo-liberale afbraakmodel van VVD en CDA en een deel van de PvdA. Wij staan voor de uitdaging om de gemeenschapszin en de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor elkaar opnieuw vorm te geven. Dit als alternatief voor de doorgeschoten marktwerking. Ja, en dat het allemaal wel goed komt… daar geloof ik niet in. Maar dat de hele wereld over vijf jaar in brand staat, geloof ik ook weer niet. De wereld verandert in een hoog tempo. Het idee van politiek doet er niet toe van de jaren negentig hebben we wel gehad. Het worden vast en zeker interessante en spannende tijden.’

En waar zit Hans van Heijningen over vijf jaar? In de Tweede Kamer?

‘Ik vind de plek waar ik nu zit buitengewoon interessant en hoef niet zo nodig de Kamer in. Eerst maar eens hard aan het werk en kijken wat dat oplevert.’

Hans van Heijningen (52, getrouwd, twee kinderen) studeerde sociologie in Amsterdam, was actief in de kraakbeweging en bewonerscomités en bestuurder van de soldatenbond VVDM, Vervolgens werkte hij in Nicaragua jarenlang mee aan de opbouw van dat land na de opstand tegen dictator Somoza. Na terugkeer in Nederland promoveerde Van Heijningen op een studie van het boerenverzet tegen de sandinistische revolutie. Tot voor enkele jaren geleden was hij coördinator van XminY Solidariteitsfonds. In 2003 miste hij een zetel in de Tweede Kamer voor de SP maar ging als beleidsmedewerker buitenland voor de SP-Kamerfractie aan de slag. Sinds 2003 maakt hij deel uit van het partij-bestuur van de SP.

Inhoud

  • Het zijn drukke tijden voor minister Verdonk. Vastberaden heeft ze haar tanden gezet in Operatie Terugkeer. En die behelst zesentwintigduizend veelal goed ingeburgerde mensen. 'Ik heb nog nooit een snoepje gestolen en nu zit ik in de gevangenis.'
  • Hij is de nieuwe algemeen secretatis van de SP en hij is niet vies van uitdagingen. Hans van Heijningen vindt dat de partij er goed voor staat. Maar: 'Zelfgenoegzaamheid past niet bij mij en ook niet bij de partij.'
  • De nieuwe Duitse Linkspartei wil deze maand de derde partij van Duitsland worden. De vooruitzichten zijn goed. Dankzij de kersverse bundeling van socialisten uit oost en west gloort er weer hoop voor links in Duitsland.
  • Uitbuiting: waarom Poolse seizoensarbeiders goedkoop zijn.
  • Het is erop of eronder voor de VN
  • Jong in de SP: Marco ter Brake.
  • Column Jan Marijnissen: Drie maanden is een lange tijd.