publicatie

SP Tribune 10/2004

Tribune 22 oktober 2004

HIV Positief

De lange weg van een strijdbare aids-activist in Zuid-Afrika

Een opmerkelijke genomineerde voor de Nobelprijs voor de vrede is Zackie Achmat (42). Geen staatsman of politicus, maar een Zuid-Afrikaanse aids-activist en hiv-patiënt. Een heel strijdbare, dat wel. Zackie Achmat heeft het zo druk, dat hij tegenwoordig alleen interviews geeft op mediadagen. Hij ontvangt de pers bij voorkeur thuis, in het idyllische kustplaatsje Muizenberg even buiten Kaapstad . ‘Ik kom eraan,’ zegt de actievoerder terwijl hij haastig naar de badkamer loopt, ‘eerst even mijn ARV’s (antiretrovirals of aids-remmers, red.) innemen.’ Op de vraag hoe het met hem gaat, zegt hij: ’Wel goed eigenlijk.’ Gevolgd door een relativerend: ‘Dat komt uitsluitend door die aids-remmers.’

Tekst: Ronald Kennedy

Foto's: TAC

Ruim twee jaar leed Achmat aan aids, zonder medicijnen te slikken. Hij kon de aids-remmers wel betalen, maar weigerde dat uit solidariteit met armere Zuid-Afrikanen die de medicijnen niet kunnen bekostigen. ‘Als mijn moeder zich geen cadeautje voor álle kinderen kon veroorloven, kreeg niemand iets. Ik heb dat van haar overgenomen.’

In september vorig jaar had zijn lichamelijke toestand een gevaarlijk dieptepunt bereikt. Zijn weerstand was tot een minimum gezakt en hij verloor kilo’s per week. In de tussentijd wekte zijn ‘hongerstaking’ de nodige belangstelling. Zelfs Nelson Mandela verscheen aan zijn ziekbed. De voormalige president prees Achmats vechtersmentaliteit, maar smeekte hem hartstochtelijk om aids-remmers te gebruiken. Uiteindelijk waren het Achmats vrienden die hem overhaalden zijn actie te stoppen. ‘Al was er nog een lange weg te gaan, ik zag in dat we de strijd langzaam gingen winnen,’ legt hij uit. ‘Bovendien staat onze organisatie voor leven. Ik wilde geen martelaar van mezelf maken. Er gaan al genoeg mensen dood.’ Dagelijks sterven zeshonderd Zuid-Afrikanen aan aids…

De minister van gezondheid gelooft meer in aardappels en knoflook dan in aids-remmers

De organisatie waarop Achmat doelt, is de Treatment Action Campaign (TAC), die hij in 1997 oprichtte. Het belangrijkste doel van TAC is de Zuid-Afrikaanse regering over te halen om aids-remmers tegen kostprijs te verspreiden onder de bevolking. Door medicijnen als Nevirapine en AZT neemt de kans op besmetting van moeder-op-kind drastisch af, en krijgen hiv-patiënten een betere kwaliteit van leven. Achmat lijkt daar het ‘levende’ bewijs van. ‘Het was verschrikkelijk zonder die remmers,’ zegt hij. ‘Ik voelde me altijd zwak en had voortdurend infecties.’

Achmat is teleurgesteld in de Zuid-Afrikaanse autoriteiten. Van de toegezegde 50.000 mensen die vóór maart 2004 met aids-remmers behandeld zouden worden, kregen slechts 10.000 patiënten daadwerkelijk medicijnen. ‘President Mbeki gelooft nog steeds niet dat hiv de oorzaak van aids is. En de nationale gezondheidsminister heeft aids-remmers herhaaldelijk als vergif afgedaan. Zij gelooft meer in natuurlijke medicijnen, zoals aardappels en knoflook.’

Om politieke druk op te bouwen, zet TAC alle mogelijke middelen in. Op een conferentie in Thailand kocht Achmat in 2000 medicijnen in voor maar liefst zevenhonderd aids-patiënten. Tegen een honderdste van wat daarvoor in Zuid-Afrika betaald moest worden. Mede door de acties van TAC is de prijs van aids-remmers intussen fors gedaald. De cocktail die Achmat nu gebruikt, kost vierhonderd rand (circa vijftig euro) per maand. Vijf jaar terug was dat nog ruim het tienvoudige. ‘Maar voor de regering kost het ongeveer 150 rand. Ze maken dus nog steeds winst,’ zegt Achmat verbeten.

‘De dokter voorspelde dat ik nog zes maanden te leven had. Ik heb toen niks anders gedaan dan video’s kijken en lezen’

Strijd lijkt een rode draad te zijn in het leven van Zackie Achmat. Dat begon al toen hij als twaalf-jarige uitkwam voor zijn homoseksualiteit. Hoewel hij uit een religieus islamitisch gezin komt, was de beroering aanvankelijk niet zo groot. ‘In de jaren ’60 en ’70 was de islamitische gemeenschap in Zuid-Afrika relatief tolerant en geseculariseerd.’ Volgens de inmiddels overtuigd atheïst hebben respectievelijk de spanningen in het Midden-Oosten en de regering-Bush de islamitische gemeenschap in zijn land een stuk conservatiever gemaakt. ‘Ik heb met moslims te doen die nú voor hun geaardheid uit moeten komen.’

Toch was het ook toen geenszins makkelijk. ‘Net als de meeste homojongeren had ik geen rolmodellen. Er was ook helemaal geen discussie. Niet op school en niet in de moskee. Alleen in openbare toiletten en homo-ontmoetingsplekken kon je aan informatie komen. En wie ging je daar vertellen over veilige seks?’

In 1990 hoorde Achmat dat hij seropositief was, het jaar waarin de Apartheid officieel afgeschaft werd. ‘De vrijheid waarvoor we gevochten hadden, was gekomen. Maar ik kon er niet van genieten. Het was alsof ik een doodsvonnis opgelegd had gekregen. Mijn wereld stortte in.’ In die tijd was nog weinig bekend over hiv en aids. ‘De dokter voorspelde dat ik nog zes maanden te leven had. Ik heb toen niks anders gedaan dan apathisch video’s kijken en lezen. Maar naarmate de tijd verstreek begon ik me juist sterker en gezonder te voelen.’ Toch wachtte hij nog tot 1997 om voor zijn besmetting uit te komen. ‘Alleen mijn partners wisten het. Ik schaamde me niet voor de ziekte, maar ik kon het gewoon niet verwerken in mijn kop.’

‘Het T-shirt HIV Positive is als een Davidster. Het creëert solidariteit’

Een belangrijk doel van TAC is het stigma te doorbreken dat de ziekte met zich meebrengt. Onder andere via T-shirts met de provocerende opdruk HIV Positive. Het is een duidelijke boodschap: er valt positief te leven met de dodelijke ziekte. Het T-shirt is inmiddels een vertrouwd beeld geworden. ‘Het draagt een sterke boodschap uit,’ zegt Achmat, die er zelf ook een draagt. Net als overigens duizenden vrijwilligers die niet besmet zijn. ‘Het zet mensen aan het denken en dat is precies wat we willen. Bovendien is het een krachtig symbool. Ik zie het als een Davidster, maar dan uit eigen beweging gedragen. Het creëert solidariteit.’

Voorlichting geven is ook een belangrijke taak van TAC. ‘De misverstanden zijn zó groot. Veel mannen geloven bijvoorbeeld nog steeds dat je van aids kunt genezen door met een maagd te vrijen. Het passieve en onduidelijke optreden van de overheid houdt veel van die mythes in stand.’ Toch is Zuid-Afrika volgens Achmat een stuk verder met de emancipatie van aids-patiënten dan bijvoorbeeld Europa. ‘Natuurlijk worden we het hardst getroffen door het virus. Maar je ziet dat de media er nu bijna volwassen mee omgaan. Een paar jaar terug wist hier nog niemand wat ARV’s zijn. Nu is het een deel van ons dagelijkse taalgebruik. In de VS en Europa lijkt de consensus dat aids een probleem is van homo’s en zwarten. In veel Amerikaanse staten is er een wachtlijst voor aids-remmers en toch blijft het daar een non-issue, zowel in de media als in de politiek.’ Een groot aantal Zuid-Afrikaanse kranten is inmiddels overgestapt van ‘aids-lijders’ naar de politiek correcte term PWA’s (People Living With Aids). ‘Ach, het maakt me niet uit wat ze me noemen, als het maar niet discriminerend is. Aids-lijder kan trouwens ook iets positiefs uitdragen. Vooral als je met kerkleiders praat. In hun ogen kan een lijdensweg iets nobels uitstralen. Aan de andere kant stoor ik me er aan als ik priesters hoor praten over onschuldige slachtoffers van de aids-pandemie. Dan wil ik weten wat zij daarmee bedoelen. In mijn ogen is iedereen onschuldig. Of dat nu een aids-wees is of een homo zoals ik die de ziekte heeft opgelopen door onveilige seks. Maar we moeten ons niet te veel druk maken om de taal, het gaat om de inhoud van de boodschap en niet de vorm.’

‘De rijke landen kunnen onderwijs en gezondheidszorg in de Derde Wereld opkrikken. Maar ze doen het niet’

Actievoeren is een belangrijk element in Achmats leven. Op school ontpopte hij zich al als een wild boy die lak had aan de gevestigde orde. Toen in 1976 de scholieren protesteerden in Soweto , werd ook hij politiek actief. Eerst riep hij op tot spijbelen en organiseerde hij protestbijeenkomsten, later probeerde hij zijn school in de fik te steken. ‘Gelukkig is dat niet gelukt. Als ik één les heb geleerd uit het verleden, is dat je veel meer bereikt door rustig te praten.’ Of geduld in zijn aard zit? ‘Nee, dat is echt een aangeleerde eigenschap. Ik heb hem nog niet helemaal onder de knie.’

Tussen 1977 en 1980 moest Achmat vijf keer ‘zitten’ wegens ‘politieke activiteiten’. Van studeren kwam niet veel, maar toch heeft hij zich ontwikkeld tot een meesterlijk debater met een indrukwekkende parate kennis over de wereldproblematiek. ‘De rijke G8-landen kunnen zowel het onderwijs als de gezondheidszorg in de Derde Wereld opkrikken. Daar lijkt echter weinig of geen animo voor. De landen hebben zich erop vastgelegd één procent van hun inkomen te besteden aan ontwikkelingshulp, maar alleen Nederland en de Scandinavische landen houden zich daar aan. De schuldenlast van de arme landen moet verlicht worden, en de opbrengst daarvan moet vooral gaan naar ziekenzorg en scholing. Dan kunnen meer mensen, vooral jongeren, zich laten onderwijzen en zal het aantal tienerzwangerschappen en besmettingen drastisch afnemen.’

Ondanks zijn stevige kritiek op de Zuid-Afrikaanse regering wordt Achmats keuken gesierd met een vlaggetje van regeringspartij ANC. Hoe valt dat te rijmen? ‘Het ANC is nog steeds de enige partij met een duidelijke visie voor de armsten in dit land, en de enige die echt staat voor een non-raciale samenleving.’ Hij lacht even: ‘En natuurlijk is het ook heel sexy om een partij te blijven steunen die voor onze vrijheid heeft gevochten. De echte uitdaging is om van het ANC een ware sociaal-democratische partij te maken. Enige visie van gelijkheid voor homo’s en aids-patiënten zou dan mooi meegenomen zijn. Ik wil dat van binnenuit veranderen.’

‘De echte beloning is het aantal mensen

dat medicijnen krijgt’

Door zijn strijd is Zackie Achmat hét gezicht van actievoerend Zuid-Afrika geworden. Zijn TAC staat symbool voor het verzet tegen een overheid die terughoudend is om aids-remmers te verspreiden. Voor zijn inspanningen is hij, samen met TAC, genomineerd voor de Nobelprijs voor de vrede.

De nominatie heeft TAC iets bekender gemaakt. Het is een grote eer, maar de echte beloning ligt in het aantal mensen dat medicijnen ontvangt,’ zegt hij bescheiden maar zichtbaar oprecht. ‘Als ik hoor dat in het ziekenhuis van Johannesburg momenteel 750 mensen onder behandeling zijn, doet me dat goed. Ik kan daar ’s nachts van wakker liggen. Er is werk aan de winkel en daarbij moeten we uitgaan van het minst gunstige scenario.’

Achmat geniet het leven van dag tot dag. ‘Ik ben nooit een patriot geweest, maar Zuid-Afrika is een wonderbaarlijke plek om te wonen. Ik voel me geprezen dat ik deel mag uitmaken van de veranderingen in ons land. Ik kan nu weer genieten van de verworven vrijheden. Mocht ik morgen overlijden, dan weet ik dat ik er alles aan gedaan heb om daar mijn steentje aan bij te dragen. Dat is een hele geruststelling. Ik wou alleen dat de overheid wakker werd, en inzag hoeveel mensen er elke dag sterven zonder gehoord te worden.’

Inhoud

  • Meer dan 300.000 mensen trekken op zaterdag 2 oktober naar Amsterdam om duidelijk te maken dat het kabinet helemaal op de verkeerde weg zit. De vraag hoe nu verder komt uitgebreid aan bod in een terug- en vooruitblik met een aantal hoofdrolspelers.
  • De God van veel CDA'ers zat thuis, maar de God van Huub Oosterhuis liep mee op 2 oktober in Amsterdam. Een interview met de buitenkerkelijke priester, dichter en socialist over naastenliefde, Marx, God van de armen, de kerk en de foute keuzes van de christen-democraten.
  • De Nobelprijs voor de vrede kreeg hij niet, ondanks een eervolle nominatie. Maar het maakt zijn bekendheid in Zuid-Afrika er niet minder om. Het leven van Zackie Achmat (42) lijkt synoniem met strijd: eerst tegen het apartheidsregime, later tegen de voordelen en uiteindelijk tegen de dodelijke ziekte waarmee hij al sinds 1990 is besmet.
  • Cuba libre of Cuba verkeerd?
  • Column Jan Marijnissen: Dit kabinet móet weg