publicatie

Tribune 10/2001 Ali Lazrak

Tribune 19 oktober 2001

Interview

Ali Lazrak

‘Ook de SP heeft nu zijn troetel-allochtoon,’ meldde het dagblad Metro, daags na de bekendmaking van de SP-kandidaten voor de Tweede Kamer. Is nummer zeven op de lijst, Ali Lazrak, inderdaad een zoveelste ‘Ali Alibi’? Erbij gesleept om allochtone kiezers te lokken? Nee. Weliswaar neemt hij het al tientallen jaren actief op voor hun belangen, maar tegelijkertijd schuwt hij geen kritiek op de eigen gemeenschap.

Tekst Christine de Vos Foto Suzanne van de Kerk

‘Het integratiebeleid is een mislukking geworden’

'In 1971 kwam ik hier naar aanleiding van een wervingsactie in Marokko,' vertelt Lazrak. 'Ze gaven me een buskaart en een vliegticket en ik vertrok. Werd autospuiter bij de DAF-fabriek in Born. Aanvankelijk was ik niet van plan te blijven. Eén à twee jaar werken, dacht ik, en dan weer naar huis. Maar ja, je bent jong, leert een nieuw leven kennen en dan gaat de tijd snel. Pas acht jaar later zag ik Marokko terug. En dan alleen om vakantie te houden. Voorgoed teruggaan heb ik nooit overwogen. Op den duur vervreemd je ook van je land, als je hier tenminste niet geïsoleerd leeft. Ik stond open voor de Nederlandse cultuur. En ik kon me wel redden, want ik sprak Frans en Spaans.'

Dus die inburgeringscursus was een makkie?

'Cursus? Van overheidswege werd ons geen enkele mogelijkheid geboden om de taal te leren, hoewel velen van ons dat wél wilden. De redenering was: ze gaan toch wel terug, dus waarom moeten ze dan Nederlands leren? Met handen en voeten kreeg de eerste generatie gastarbeiders uitgelegd hoe er gewerkt moest worden, meer werd niet nodig gevonden. Het is een van de redenen dat we nu nog steeds met integratieproblemen zitten. De eerste generatie kan nog net boodschappen in het Nederlands doen, maar daar houdt het mee op.'

Een paar banen verder – 'als ik het niet leuk meer vond ging ik weg, er was zat te doen' – belandt Ali Lazrak in het welzijnswerk. In dienst van een regionaal bureau buitenlanders is het zijn taak allochtonen bewust maken van hun rechten. 'Veel van de mensen met wie ik te maken had, werkten in de tuinbouw en leefden onder erbarmelijke omstandigheden. De huisvesting bestond vaak uit niet meer dan een afdakje met wat zeil achterin een kas. Daar leefden en sliepen ze dan en moesten er ook nog eens 45 gulden voor betalen. Hartstikke gevaarlijk natuurlijk, want in kassen werd met chemicaliën gewerkt waarmee je absoluut niet in aanraking moest komen.'

Hoe is dat in vredesnaam mogelijk?

'Mensen stonden acht of tien jaar lang ingeschreven, zónder een huis aangeboden te krijgen. Dat heeft deels te maken met het feit dat ze vaak van baan veranderden, hun bed opmaakten in wéér een andere kas, en zodoende hun inschrijving lieten verlopen. Maar er kwam ook zeker discriminatie bij kijken.'

Toen alle onderhandelen met het lokaal bestuur en woningbouwverenigingen niets bleek op te leveren, kraakte Lazrak met een paar anderen een leegstaande fabriek. 'Dat was van een ongehoorde brutaliteit,' grijnst hij. 'Krakers, dat waren die anarchistische jongeren ver weg in Amsterdam. Gastarbeiders die een fabriek kraken, daar had men nog nooit van gehoord. De actie was een succes. In korte tijd kregen veel allochtonen een huis.'

Er volgt een leven van twaalf ambachten en relatief weinig ongelukken. Als de NPS een vacature heeft voor een maker van migranten-radioprogramma's, solliciteert Lazrak en wordt aangenomen. 'We maakten programma's in de eigen taal. Met onderwerpen uit het land van herkomst, maar ook Nederlands nieuws, vergelijkbaar met het ANP. En dingen waarmee mensen hier te maken kregen. Zoals kinderbijslag, homofilie, euthanasie en politieke partijen. Een half jaar geleden ben ik daarmee gestopt en nu ben ik freelance journalist. En wie weet volgend jaar Kamerlid…'

Waarom de keus voor de SP?

'Ik herken in de SP een zelfde tegendraadsheid en kritische houding als ik zelf bezit. Begin jaren jachtig liep de SP ver vooruit op de rest van de politiek, met haar pleidooi voor taalonderwijs voor gastarbeiders én een tegemoetkoming voor hen die wilden terugkeren naar hun land van herkomst. De SP is toen behoorlijk onder vuur genomen, vooral door links nota bene. Het was echter een feit dat veel gastarbeiders niet konden aarden en eigenlijk terugwilden, maar dat niet konden vanwege financiële omstandigheden. Dan is het toch niet meer dan logisch dat ze de premies die ze hebben betaald meekrijgen. Want van de voorzieningen zullen ze toch nooit gebruik maken. Vooral langdurig werkloze of arbeidsongeschikte ouderen zitten vast in een land waar ze niet meer willen zijn. Alleen omdat die uitkering niet geëxporteerd mag worden. Daarom heb ik mezelf ook hardgemaakt voor een terugkeerregeling voor migranten. Met een belangengroep van Marokkanen heb ik onderhandeld met een aantal Kamerleden, wat resulteerde in de huidige – ietwat magere – regeling. Wie 55 jaar of ouder is, langdurig werkloos en terug wil naar het land van herkomst, krijgt een uitkering van ongeveer duizend gulden. Daar wordt echter maar weinig gebruik van gemaakt. Mensen zijn bang, dat de regeling na een paar jaar wordt stopgezet. Ze vertrouwen het niet. Slechts een paar honderd hebben er een beroep op gedaan. Dat is jammer, want er zijn er nogal wat die heel graag terug naar huis en hun families willen.'

Heeft het integratiebeleid gefaald?

'Ja. Dat zie je nu in de nasleep van de terreuracties in de VS. Aan de ene kant heb je de brandstichting in de islamitische basisschool en aan de andere kant enquêtes, waaruit blijkt dat een deel van de allochtonen begrip kan opbrengen voor de aanslagen. Je kunt je afvragen of de vraagstelling suggestief is geweest, maar het toont wel aan hoe dun de laag van integratie is. Bij een dergelijke gebeurtenis trekt iedereen zich weer terug in zijn eigen groep. De overheid heeft heel laat belangstelling gekregen voor integratie. Dat gebeurde pas tijdens de Molukse treinkapingen. Toen drong het besef eindelijk door dat er in Nederland groepen leefden met een heel andere identiteit en ideeën. Het duurde tot begin jaren tachtig, voordat de eerste instellingen werden opgezet die zich met integratie zijn gaan bezighouden.'

Mogen we op dat punt ook wat verwachten van de allochtone gemeenschappen?

'Jazeker, in de eerste plaats dat ze de taal leren. Zonder dat is integreren onmogelijk. Zonder interesse voor de Nederlandse samenleving trouwens ook. Kijk eens wat er al bestaat aan islamitische scholen, islamitische winkels en islamitische sportverenigingen. Het enige dat we verdorie nog niet hebben is een islamitische busmaatschappij! Waarom moeten allochtone gemeenschappen hun eigen wereldje creëren? We leven toch in Nederland?!'

Maar integratie moet 'met behoud van eigen identiteit', is de heersende opvatting.

'Geef mij gewoon de mogelijkheid om Nederlands te leren, in te burgeren in de Nederlandse samenleving zodat ik er mijn weg kan vinden. Dan zorg ik zelf wel voor mijn identiteit. Ik ben volstrekt niet tegen religie en ruimte voor religieuze beleving, maar daar moet je anderen in Nederland niet mee opzadelen. Mannen die hier bijvoorbeeld een vrouw geen hand willen geven, dat kan naar mijn overtuiging niet. Wat je allochtonen zou kunnen verwijten is, dat ze geen keuze maken. Ze durven of kunnen niet kiezen voor dit land. Ze zijn er maar half, de andere helft is in Marokko of Turkije.'

Nóg een veelgehoorde eis: 'integratie moet van twee kanten komen.'

'Welnee, waarom? Moeten Nederlanders zich aan de allochtonen aanpassen? En aan welke dan? Aan de Afghaanse cultuur, aan de Turkse, de Iraanse – want die worden allemaal wel op één hoop gegooid, maar zijn totaal verschillend. Of passen we ons aan allemaal een beetje aan? Ik weet niet wat ik me daarbij moet voorstellen. De Nederlandse cultuur is logischerwijs de dominante in Nederland. Naar die cultuur richt je je, lijkt mij.'

Staatssecretaris Adelmund en minister Van Boxtel lanceren het ene na het andere programma om allochtone kleuters te behoeden voor taalachterstanden, maar met niet al te veel succes…

'Klopt. Extra lessen, eerder naar school, schakelklassen waarin Marokkaanse, Turkse en Somalische leerlingen bijeen zitten en eerst Nederlands leren. Maar dat schiet niet op zolang er geen spreiding is. Ze moeten omgaan met Nederlandse kinderen. Niet alleen voor de taal. Het is gewoon niet goed dat kinderen gescheiden opgroeien en pas op achttienjarige leeftijd voor het eerst met elkaar te maken krijgen, terwijl ze als volwassenen samen in een maatschappij moeten functioneren.'

Kinderen gaan toch voornamelijk naar de school in de buurt. Is die zwart, dan is de school het ook.

'Die term zwarte school is niet juist. Het gaat vooral om leerlingen van Turkse en Marokkaanse afkomst. Ik ben niet zwart. Maar goed. Ja, witte Nederlanders trekken weg uit buurten waar veel allochtonen verblijven. De buurt verpaupert en niemand wil er meer zijn. Een huis in witte wijken is voor veel allochtonen niet bereikbaar. Er zijn wijken met niet één allochtoon gezin. Nee, allochtonen wonen helemaal niet graag onder elkaar. Een Marokkaan bijvoorbeeld hecht juist erg aan privacy. Als hij een huis op een berg heeft gebouwd, zet een ander het zijne er niet naast, maar een berg verderop. Maar als zes jaar wachten op een woning in een witte wijk, of de volgende maand onderdak in een zwarte je mogelijkheden zijn, dan is de keus snel gemaakt. Er zou actief spreidingsbeleid gevoerd moeten worden voor zowel woonruimte als scholen.'

Oei, daarmee kom je aan twee heilige huisjes: de vrije schoolkeuze én de vrije vestiging.

'Je zou kunnen beginnen met verpauperde wijken weer aantrekkelijk te maken voor Nederlandse gezinnen en de witte wijken open te stellen voor allochtone gezinnen. Daarmee los je al veel op zonder dwang. Maar als we aan de vrije school- en woningkeuze moeten komen, dan moet dat maar.'

Behalve met rechten van rechtmatig in Nederland verblijvende allochtonen, ijverde Lazrak met een groep Marokkanen uit Amsterdam ook voor de legalisering van illegalen die hier al jaren wit werkten. Dat heeft geresulteerd in de zogenaamde zesjaarsregeling. Wie zes jaar aaneengesloten wit gewerkt had, kreeg een verblijfsvergunning. 'Het probleem met de latere hongerstakers in de Agneskerk, was dat er gaten in hun arbeidsverleden zaten. Ze hadden vaak wel zes jaar aaneengesloten gewerkt, maar konden dat niet aantonen. Wat mij betreft worden alle witte illegalen gelegaliseerd. We hebben het tenslotte over een beperkt aantal. En ze zijn hier nodig. Iedereen erkent het probleem van vacatures die niet opgevuld worden. Dat zal onder invloed van de vergrijzing alleen maar erger worden. Er is een groot potentieel aan ondergedoken arbeidskrachten. Daar zouden we gebruik van moeten maken, voor we wéér een wervingsactie starten in het buitenland. Ook in het kader van de veiligheid zou een grootscheepse legalisatie goed zijn. We hebben geen idee wie we in huis hebben, waar iedereen zit en wat men doet. Hoeveel mensen houden zich noodgedwongen bezig met criminele activiteiten en zouden dat niet meer hoeven wanneer ze legaal kunnen werken?'

'Ook al is Nederland geen immigratieland, je moet niet denken dat je een muur kunt opzetten om iedereen tegen te houden. Er zullen altijd mensen proberen over die muur heen te komen. In tien jaar tijd zijn er zeker 3000 omgekomen tijdens hun vlucht in gammele bootjes van Marokko naar Spanje. Zo hoog is de nood. Ze nemen het risico want ze hebben niets te verliezen. Het is waar dat we niet iedereen kunnen opnemen. Maar in plaats van die muur bewaken, zouden we moeten investeren in de landen waar die mensen vandaan komen. Stel hen in staat daar een menswaardig bestaan op te bouwen.'

Dertig jaar geleden kwam Ali Lazrak (53) als gastarbeider uit Marokko. Na jaren werken in de autofabriek, ging hij zich als welzijnswerker hard maken voor de rechten van allochtone arbeidskrachten. De afgelopen tijd maakte hij dagelijks migrantenprogramma's voor de NPS. Zes maanden terug besloot Lazrak freelance journalist te worden. Hij publiceerde onder andere in Trouw, Vrij Nederland en de Tribune.

Inhoud

  • Nieuws / Agenda / Bulletin Board / De woorden uit de mond
  • Nog voordat de bommen vallen, doet schrijver Karel Glastra van Loon uit de doeken waarom hij niets ziet in oorlogsgeweld als antwoord op terrorisme. 'Ja, het kan weer en het mag weer - sterker nog, een groeiend aantal mensen vindt: het moet weer. Protesteren tegen oorlog.'
  • 'Het integratiebeleid heeft gefaald. Dat zie je nu in de nasleep van de terreuracties in de VS. Iedereen trekt zich weer terug in zijn eigen groep.' Een boeiend gesprek met Ali Lazrak, de nummer zeven op de kandidatenlijst van de SP.
  • 'Ze kwamen met de Tribune langs de deur.' Remine Alberts-Oosterbaan – één van de 26.377 SP-leden – vertelt hoe ze in de jaren ’70 in contact kwam met de SP.
  • 'Moeten Nederlanders zich aan de allochtonen aanpassen? Aan welke dan?' Jong en oud komen aan hun trekken. Met moderne en klassieke muziek, lekkere hapjes en eigen kunstzinnige activiteit. In de twee grote theaters en in cultuurcafé Zout, waar de kleinkunst aan bod komt. Festival Tomaat is de eerste aflevering van een culturele happening die moet blijven.
  • Brieven / ROOD-pagina / Theo de Buurtconciërge; strip van Wim Stevenhagen.