publicatie

Tribune 08/2000: RSI

Tribune 18 augustus 2000

SP pleit voor ‘een andere houding’ van werk- en wetgever

RSI: Als zelfs de meest eenvoudige dingen niet meer gaan

Tekst Rob Janssen 

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemt RSI het grootste arbo-probleem van de toekomst. Nu al gooit deze ‘beroepsziekte’ roet in het leven van een snel toenemend aantal mensen. Toch onderkennen slechts weinigen de omvang en de ernst van het probleem. Volgens SP-Kamerlid Jan de Wit vereist de bestrijding ervan een grondige mentaliteitsverandering. RSI: de sluimerende bedreiging voor de Nederlandse werknemer, één van de meest productieve arbeiders ter wereld.

‘Het was herfst 1994. Ik was erg druk met mijn werk als systeemontwikkelaar, waarbij ik een groot deel van de dag op een toetsenbord roste. Tijdens een weekend op stap droeg ik stuur de rugzak met alle spulletjes. ‘Hé, wat is dat voor een vervelend gevoel in mijn linker-elleboog?’ In de twee maanden daarop werd het vervelende gevoel in de elleboog tot een regelmatig terugkerende felle pijn. Ik begon me toch wat ongerust te maken en besloot mijn huisarts te bezoeken. Hij trok, duwde en draaide en omdat het niet pijn genoeg deed was de conclusie: ‘geen tennis-elleboog’ en ‘gewoon doorgaan’. Op eigen initiatief bezocht ik een fysiotherapeut. Conclusie: ‘een beginnende tennis-elleboog, dat los ik wel even op’. Maar de meest eenvoudige dingen gingen gewoon niet meer; een bord uit de kast pakken, koken, mijn zoontje optillen. Maar koppig als ik ben, vond ik dat het na een week rust maar eens afgelopen moest zijn. Ik besloot gewoon aan het werk te gaan en me niet aan te stellen. Het was een zware klap om te merken dat het absoluut niet ging en verdoofd ging ik terug naar huis. Bijna niets lukte meer, zelfs bij het wandelen had ik last van die rotarm.’

Het leven van Jan Wassenaar veranderde door RSI. De angst dat hij er nooit meer bovenop zou komen en niet langer voor zijn gezin zou kunnen zorgen, tekende zijn dagen. Maandenlang doolde hij wanhopig heen en weer tussen fysiotherapeut, bedrijfsarts, huisarts, manueel therapeut en ergotherapeut. Omdat zij, ondanks al zijn pijn, bleven herhalen dat er niets aan de hand was, zocht Wassenaar het zelfs in de oosterse geneeskunst. Maar ook acupressuur hielp niet. Pas toen hij in therapie ging bij een revalidatiecentrum, was er verbetering merkbaar. En uiteindelijk, ruim een jaar na het begin van de klachten, was Jan Wassenaar weer de oude.

‘RSI kan enorme gevolgen hebben voor iemands leven,’ vertelt Eveline Zeegers van de RSI-patiëntenvereniging. ‘Moet je je eens voorstellen, dat je helemaal niets meer kunt! Ikzelf kon in een restaurant nog niet eens mijn eigen vlees snijden. Dansen op een feestje ging evenmin. Sommigen zien hun hele toekomstbeeld als een pudding in elkaar zakken en moeten hun ideeën en plannen opzij zetten. Dan kan er sprake zijn van een heus rouwproces. Je mag van geluk spreken als je een partner hebt die het allemaal met je wil doorstaan. Ik ken genoeg mensen die erdoor naar een maatschappelijk werker of een psycholoog gingen. Of anderen die op hun werk net zo lang gepest werden, totdat ze zelf ontslag namen. Want dan komen ze niet in de WAO. In het verleden zijn talloze mensen echt geruïneerd door RSI.’

Het syndroom wordt nog steeds zwaar onderschat. Werkgevers weten er vaak geen raad mee of bagatelliseren het probleem

RSI (Repetitive Strain Injury) is een verzamelnaam voor (pijn)klachten in hals, pols, arm, nek of schouders als gevolg van steeds herhaalde, vaak kleine bewegingen vanuit dezelfde (statische) houding. De spieren leveren weliswaar geen zware inspanningen, maar kunnen zich ook niet ontspannen. Het resultaat is een permanente lage spierspanning, waardoor ontspannen steeds moeilijker wordt. Het feit dat de ‘muisarm’ de bekendste vorm van RSI is, suggereert dat het uitsluitend gaat om mensen die achter een computerbeeldscherm werken. Niets is echter minder waar. RSI komt in de meest uiteenlopende beroepsgroepen voor, zoals bij kappers, kleermakers, lopende-bandwerkers, loodgieters, lassers en musici. Onlangs bleek, dat zelfs croupiers van een casino regelmatig onder RSI gebukt gaan. Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben een miljoen Nederlanders last van RSI-klachten. Ruim tweeënhalf miljoen mensen lopen bovendien kans op RSI. Niet vreemd dus, dat zowel het ministerie als onderzoeksinstituut TNO Arbeid RSI na werkdruk als het grootste arbo-probleem van de toekomst noemen. Alhoewel RSI niet per definitie een werkgebonden oorzaak heeft, heeft onderzoek van TNO Arbeid wel uitgewezen dat ruim een kwart van het kantoorpersoneel in Nederland arbeidsgebonden RSI-klachten heeft. Tegen die achtergrond is het opmerkelijk, dat het syndroom nog steeds zwaar onderschat wordt. Er is in Nederland slechts een handvol medisch specialisten dat er wat van weet. Werkgevers weten er vaak geen raad mee of bagatelliseren het probleem. En bij de Arbeidsinspectie ontbreken de middelen om RSI op tijd te signaleren, zodat er in de regel ook geen maatregelen genomen (kunnen) worden.

Daarom presenteerde SP-Kamerlid Jan de Wit vorige maand het rapport ‘RSI achter de schermen; een andere houding van werk- en wetgever’. Het rapport richt zich hoofdzakelijk op RSI bij beeldschermwerkers, omdat zij kwantitatief de grootste risicogroep vormen. Uit een NIPO-onderzoek, in opdracht van de SP uitgevoerd, bleek namelijk dat werknemers die meer dan 20 uur per week achter de computer bezig zijn bijna drie keer zo vaak aangeven dat ze RSI-klachten hebben als degenen die niet of nauwelijks achter een computer zitten. Volgens De Wit zijn met name het toenemend computergebruik en de hoge werkdruk debet aan de snelle stijging van het aantal RSI-patiënten. En hoewel er ARBO-normen bestaan voor de RSI-risicofactoren, dat zijn: werkplek, werkdruk, werkduur, werkhouding (zowel fysiek als mentaal) en werksfeer, blijken deze in de praktijk nauwelijks controleerbaar. En zo ontstaat de situatie, dat er voor de twee belangrijkste risico's, werkduur en werkdruk, weliswaar een arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing is, maar dat er van controle, laat staan naleving, nauwelijks sprake is. Een enquête van FNV-Bondgenoten wees uit dat bijna de helft van de ondervraagden meer dan zes uur per dag beeldschermwerk doet en regelmatig een pauze overslaat, terwijl er volgens het arbeidsomstandighedenbesluit maar maximaal vijf à zes uur per dag en hooguit twee uur aan één stuk beeldschermwerk verricht mag worden.

Door meer onderzoek kan de dreigende wildgroei aan commerciële RSI-herstelprogramma's worden beperkt

Om de kloof tussen wettelijke bepalingen in het arbeidsomstandighedenbesluit en de vaak onverantwoorde omstandigheden op de werkplek op te heffen, doet de SP in het rapport ‘RSI achter de schermen’ een aantal aanbevelingen. Eén ervan is de opname van een verplichte beeldschermuren-registratie in het arbeidsomstandighedenbesluit. Dat is mogelijk met de zogenaamde beeldschermtachograaf, waarvan het principe te vergelijken is met de tachograaf voor beroepschauffeurs in het wegtransport (zie kader). Verder pleit de SP voor aanscherping van de huidige normen voor beeldschermwerk. ‘Als onderzoek aantoont, dat na ieder uur een pauze van tien minuten gewenst is, dan moet dit ook de norm zijn in het arbeidsomstandighedenbesluit zelf,’ aldus Jan de Wit. Ook vindt de SP het noodzakelijk, dat er voor bepaalde gevallen afwijkende, strengere normen moeten kunnen worden gesteld. In geval van reïntegratie na RSI zou bijvoorbeeld kunnen blijken, dat een uur achter elkaar doorwerken al lang is. In dat opzicht biedt verplichte registratie met behulp van de tachograaf een extra voordeel, omdat op die manier meer kennis over RSI en beeldschermwerk kan worden ontwikkeld. Deze is van groot belang om op den duur afwijkende normen voor specifieke gevallen vast te kunnen stellen. De SP wil eveneens dat er meer onderzoek gedaan wordt naar de medische oorzaken van het syndroom, zodat binnen de commerciële herstel- en reïntegratieprogramma's het kaf van het koren gescheiden kan worden. Tenslotte wijst het SP-rapport op het belang van onderzoek voor alle overige beroepsgroepen met een verhoogd RSI-risico. In het eerder genoemde NIPO-onderzoek bleek dat de SP-voorstellen de steun hebben van een meerderheid van de werknemers – zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid.

‘De medische wereld moet echt gaan samenwerken, iedereen zit nog te veel op z'n eigen eilandje’

‘RSI is nog steeds heel moeilijk te diagnosticeren,’ zegt Eveline Zeegers van de RSI-patiëntenvereniging. ‘Men weet heel veel nog niet; het is allemaal nog overwegend natte-vingerwerk. Artsen spreken nog te vaak over ‘overbelasting’ en ‘tennisarm’ en klungelen vervolgens maar wat aan. RSI vereist een multidisciplinaire aanpak. De medische wereld moet echt gaan samenwerken; iedereen zit nog te veel op z'n eigen eilandje. Dan blijf je dus in cirkeltjes lopen en op die manier kost het ook de maatschappij bergen geld. Een paar grotere bedrijven zijn inmiddels goed op weg. Zij zijn erachter gekomen dat RSI-preventie helemaal niet zo veel hoeft te kosten. Maar met name de kleinere werkgevers zijn heel laks. Ze proberen zich in te dekken tegen een schadeclaim, door een nieuwe bureaustoel neer te zetten en schuiven RSI-problemen af op de verzekeraars. Die zijn er logischerwijs ook niet happig op. Daarom vind ik die beeldschermtachograaf een belangrijke stap vooruit. Want RSI moet in het vroegst mogelijke stadium aangepakt worden. Je moet iemand met klachten dus in de eerste fase als het ware al ‘te pakken krijgen’, want dan is de kwaal nog het gemakkelijkst te bestrijden. Dan kost het de gezondheidszorg – en dus de samenleving – het minste geld. En, minstens even belangrijk, het zou heel veel mensen die met RSI te maken krijgen een hoop ellende besparen.’

Het verhaal van Jan Wassenaar is overgenomen uit het SP-rapport ‘RSI achter de schermen; een andere houding van werk- en wetgever’. Het rapport is grotendeels te lezen op deze site en ook te bestellen.

De beeldschermtachograaf: een sterk bewijs

De beeldschermtachograaf is een computerprogramma dat geïnstalleerd kan worden op een PC die draait onder Windows 95/98/NT. Hij registreert de toetsaanslagen en muisbewegingen van de beeldschermwerker gedurende de werktijd. Daarnaast berekent de tachograaf de intensiteit van het beeldschermwerk en bepaalt hij het RSI-risico dat iemand loopt. Hij geeft licht- en geluidssignalen als je te lang beeldschermwerk doet. De registraties worden per dag bijgehouden in een log-file, die je door een wachtwoord kunt beschermen. Daarmee kun je bij je baas aantonen of je RSI-risico loopt. Als je echt RSI krijgt, heb je met heb je met die log-files een sterk bewijs in handen. De tachograaf is een uitvinding van Jan Warning van FNV Bondgenoten en kost 20 gulden voor FNV-leden en 80 gulden voor niet-leden. Hij is te bestellen via de FNV-site of telefoonnummer (030) 273 86 15.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Volgens het ministerie van Sociale Zaken is RSI, de ‘muisarmkwaal’, na werkdruk het grootste arboprobleem van de toekomst. Tijd voor ingrijpende maatregelen.
  • Column Jan Marijnissen: Geldwolven
  • Tussen de LP Groeten uit Grolloo en de CD Hotel Grolloo zitten 35 jaar waarin Harry Muskee de blues en Drenthe trouw bleef. ‘Ik zit in de muziek om muziek te maken.’
  • Een week lang doorkliefde de Orion het waddenwater, steeds op weg naar een nieuw eiland met nieuwe actievoerders en nieuwe steunbetuigingen aan het pleidooi voor échte bescherming van onze Nationale Wildernis.
  • Langzaam maar zeker dringt in de Hof van Twente door hoe groot de ramp is die de ‘gratis wegverharding’van asbestfabriek Eternit veroorzaakt. Maar waarom treden de overheden zo aarzelend op?
  • De uitzichtloze gijzeling op de Filippijnen haalt regelmatig het nieuws. Dat er al tientallen jaren strijd woedt tegen landroof en onderdrukking, is minder bekend. Een exclusief verslag uit het ‘gestolen land’.