publicatie

Spanning januari 2012 :: Opinie - Dennis de Jong: Wie verdienen er aan de eurocrisis?

Spanning, januari 2012

Opinie

Wat als Europa klapt?

Hans van Heijningen

‘Wat als Europa klapt?’ is de ondertitel van een nieuw boek van Geert Mak, dat in de eerste dagen van het nieuwe jaar uitkwam. De hoofdtitel, ‘De hond van Tišma’, spreekt veel meer tot de verbeelding, maar heeft als nadeel dat je niet onmiddellijk begrijpt waar deze uitgave van uitgeverij Contact (www.kleineboekjes.nl) over gaat. Ik verklap u alvast de clou: net als de hond van Maks vriend Tišma zitten wij onder invloed van de eurocrisis ‘op een ijsschots, we weten niet wat te doen, en ondertussen varen we weg op de stroom’. De hond wordt uiteindelijk gered, maar of het met ons goed af gaat lopen betwijfelt Mak.

Wat we nu meemaken is geen gewone crisis, volgens de auteur. ‘Dit is een overgang, een overgang naar een andere fase in de geschiedenis, een crisis die de grondslagen raakt van onze westerse samenlevingen.’ Maar omdat het dagelijks leven zijn gangetje gaat, realiseren maar weinig mensen zich wat er op dit moment echt aan de hand is.

Hoe zijn we in de nachtmerrie die eurocrisis heet, terechtgekomen? Het ging al mis toen onze leiders ons in 2000 opzadelden met de Agenda van Lissabon, terwijl ‘talloze Europeanen niet willen leven in de meest dynamische en competitieve economie van de wereld’. Het Europese integratieproject, dat oorspronkelijk gedragen werd door politici die gedreven werden door het ‘nooit meer oorlog’-ideaal, was via een proces van ‘voortgang via voldongen feiten’ op een punt beland dat ‘politieke verdieping van de Europese eenheid noodzakelijk was’. Tegen die achtergrond drukten de monetaristen de snelle introductie van de euro door, zonder dat daar achteraf gezien een solide basis voor was. ‘Het probleem werd verergerd doordat in dezelfde periode ook de financiële wereld van zijn ankers sloeg’, schrijft Mak. Door het ontbreken van een solide basis voor de muntunie en door zwak optreden van de Europese regeringsleiders, werd Europa een besmette zone voor de internationale beleggers. ‘De eurocrisis die we nu meemaken is … niet alleen een financiële bosbrand, een crisis van staatsschulden en banken die dreigen om te tuimelen als een reeks dominostenen. Het is bovenal een politieke crisis, en een diepgaande vertrouwenscrisis. De werkelijkheid die we onder ogen moeten zien: een Europa van twee snelheden en een Europees integratieproject dat zijn grenzen nadert, en die wellicht al heeft overschreden.’

Geld en geldstromen zijn internationale verschijnselen, mondiale krachten waar we mee moeten leren leven. Maar ondanks de euro voelen wij ons geen Europeanen. De ooit zo glorieuze Europese Unie is voor steeds meer mensen veranderd in een onontwarbare kluwen, een donkere spiegel, vol raadsels. Wantrouwen is daar een logische reactie op.

Kunnen kapitalisme en democratie eigenlijk wel samengaan in deze bijzondere tijd? De Griekse premier Papandreou werd gemangeld toen hij zijn volk wilde raadplegen naar aanleiding van het draconische bezuinigingsbeleid dat hem door Brussel werd opgelegd. En voor zover de Europese regeringsleiders handelen, ontzien zij de banken terwijl zij de vakbonden pletten, sociale voorzieningen afbreken en de gewone mensen voor de gevolgen van de crisis op laten draaien. Door hun beleid dreigt de legitimiteit van het hele Europese project in de goot terecht te komen. Nog erger dan de eurocrisis, is het democratisch tekort van onze regeringsleiders. Wat zich nu manifesteert is het kapitalisme als amorf monster, een ongestuurd netwerk met ontzagwekkende macht waar de aanvoerders zelf ook nauwelijks grip meer op hebben.

Voor zover de Europese regeringsleiders beleid maken, is dat niet alleen te weinig en te laat maar ook nog eens verkeerd. Doordat Duitsland en Nederland de Europese geldkraan dicht houden, verdiept de recessie zich. Vooral de jeugd is daarvan de dupe, omdat die geen werk vindt. Mak haalt de socioloog Zygmund Bauman aan, die betoogt dat de relatie tussen de publieke agenda en de persoonlijke zorgen verbroken is. Of, om het in gewoon Nederlandse te zeggen, dat mensen geen touw vast kunnen knopen aan wat er gaande is. Dus we zitten op… een ijsschots.

Wat moet er volgens Mak gebeuren? Europa moet eensgezind de uitslaande schuldenbrand blussen, als Europeanen moeten we samen risico’s nemen, binnen de EU moet het vetorecht afgeschaft worden en de EU-lidstaten moeten meer macht aan Brussel overdragen.

Normaal gesproken zou dit de afsluiting van de publicatie zijn. Maar Mak heeft er nog een ongenummerde nabeschouwing aan vastgeknoopt. ‘Het papier, Brussel, de markten en het alledaagse Europa, ze hebben niets meer met elkaar van doen. ... Ik vrees dat het voorbij is.’ Het noodfonds is te klein, Duitsland houdt de eurobonds tegen, economisch worden de tegenstellingen tussen Noord- en Zuid-Europa steeds groter en de noodzakelijke investeringen om de crisis het hoofd te bieden, blijven uit. Mak constateert bitter dat er een paar honderd miljard euro is zoekgemaakt door misschien wel honderden Europese Bernard Madoffs (de Amerikaanse megafraudeur), vindt dat Europa moet worden terugveroverd op het geld en dat we de politiek en democratie centraal moeten stellen. ‘Voor Europa is het van levensbelang dat er, ondanks alles, een soort eenheid wordt gehandhaafd, in welke vorm dan ook.’ Een wel heel bescheiden pretentie van een gedreven intellectueel die zich laat leiden door het ideaal van de Europese eenheid zonder de werkelijkheid daaraan ondergeschikt te maken.

U begrijpt het al: een aanrader!