publicatie

Spanning november 2009 :: Veranderen of overbodig worden

Spanning, november 2009

“Veranderen of overbodig worden”

Verslag NAVO-symposium Eerste Kamer

Internationale organisaties hebben de neiging om zichzelf te overleven. De omstandigheden waaronder zij werden opgericht kunnen radicaal veranderen, zonder dat deze organisaties in staat zijn om zich zelf daaraan aan te passen. Als de NAVO niet oppast, dreigt haar hetzelfde lot en wordt zij overbodig. Daarom is het van het grootste belang dat de NAVO haar plaats in de mondiale veiligheidsarchitectuur opnieuw definieert. Daarbij mag de alliantie niet bang zijn voor onorthodoxe oplossingen. Dat was de belangrijkste boodschap van het symposium NATO at 60- the future ahead dat de Eerste Kamer op vrijdag 23 oktober op initiatief van de SP organiseerde. Een impressie.

Tekst: Arjan Vliegenthart

De Koude Oorlog voorbij

Alle sprekers benadrukten tijdens het symposium dat de Koude Oorlog echt voorbij is en dat de uitdagingen waarvoor de NAVO staat niet opgelost kunnen worden door terug te vallen op strategieën die tijdens de Koude Oorlog gebruikt werden. Dat mag wellicht als een open deur klinken, maar voor beleidsmakers binnen de NAVO is de Koude Oorlog vandaag de dag nog steeds het belangrijkste referentiekader waaraan besluiten worden getoetst. Wil de NAVO toekomst hebben, dan moet dit veranderen.

Konstantin Kosachev, lid van het Russische parlement, de Doema, en voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Zaken van dat parlement, benadrukte hierbij dat het van het grootste belang is dat de NAVO-lidstaten niet langer Rusland als de belangrijkste vijand zien, maar als een poten-tiële bondgenoot in het creëren van een veilig Europa. Vooral in het voormalige Oostblok wordt Rusland als een bedreiging ervaren, terwijl omgekeerd veel Russen de NAVO als een vijandige organisatie zien. Kosachev wees onder andere op de oorlog in Kosovo en de toenadering van de NAVO tot Georgië en de Oekraïne. “Naar het Russische publiek toe kan ik helaas weinig pro-NAVO argumenten noemen”, stelde hij. Deze vijandbeelden staan een constructieve samenwerking in de weg en beide zijden zouden er werk van moeten maken ze actief tegen te gaan. Alleen zo kan er een begin worden gemaakt met een gemeenschappelijk denken over hoe vrede en veiligheid in het Europa van na de Koude Oorlog vorm zouden kunnen krijgen.

Daarbij refereerde Kosachev ook naar het plan van de Russische president Medvedev om nieuwe Europese veiligheidsafspraken te maken. De tijd daarvoor dringt; de mogelijkheden zijn er op dit moment, juist omdat zowel in Rusland als in de Verenigde Staten presidenten aan de macht zijn die aangegeven hebben werk te willen maken van ontwapening en die toenadering willen zoeken tussen oude vijanden. Als zij echter geen resultaten kunnen bereiken, is de kans groot dat in de toekomst de geschiedenis een andere draai neemt en politici naar voren brengt die daartoe veel minder geneigd zullen zijn.

Konstantin Kosachev

Afghanistan en de toekomst van de NAVO

Naast de relatie tussen de NAVO en Rusland stond ook de huidige oorlog in Afghanistan in het middelpunt van de belangstelling. De NAVO-operatie loopt bijzonder stroef en de kans dat zij op een mislukking uitloopt stijgt met de dag. Volgens professor Lindley-French, hoogleraar aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, hangt daarmee ook de toekomst van de NAVO aan een zijden draad. Als de oorlog in Afghanistan niet tot een goed einde kan worden gebracht, dan zou de legitimiteit van de NAVO wel eens een beslissende klap kunnen krijgen.

Dat de kansen dat de missie in de Afghanistan mislukt steeds groter worden, werd door alle sprekers op het symposium gedeeld. Maar tot overeenstemming over de te volgen strategie kwam men niet. Wel werd de vraag gesteld of het verstandig is dat de NAVO steeds zegt dat Afghanistan een soort lakmoesproef voor het bondgenootschap is. Afghanistan is immers geen laboratorium, en zo zou het bondgenootschap het ook niet moeten behandelen. Dat is niet alleen gevaarlijk voor de inwoners van het land en onze soldaten daar, maar staat ook een vruchtbare discussie over de rol van de NAVO wereldwijd in de weg.

Volgens Lindley-French, die op dit moment als adviseur meewerkt aan een gemeenschappelijk standpunt van de Amerikaanse, Britse en Franse regering, is het nu nog onduidelijk welke rol de NAVO op het wereldtoneel wil spelen en is een debat hierover uiterst noodzakelijk. Daarnaast speelt de verdeling van financiële en militaire lasten een belangrijke rol binnen de huidige discussie over de NAVO. Als de verschillende lidstaten geen overeenstemming kunnen bereiken over een nieuw verdeelmodel, dan zou de NAVO als organisatie wel eens definitief buitenspel kunnen worden gezet. Binnen de Verenigde Staten bestond onder Bush grote onvrede over het gedrag van de Europese partners die wel wilden profiteren van de bescherming die de NAVO biedt, maar daaraan niet willen meebetalen. Als deze discussie onder Obama niet beëindigd wordt, is het snel gedaan met de NAVO. De organisatie zal dan wel niet worden opgeheven, maar de Amerikanen zullen er zich dan veel minder aan gelegen laten liggen.

Nederland afwachtend

Volgens Hugo Klijn, onderzoeker aan het Clingendael Instituut in Den Haag, weet Nederland niet zo goed wat het met het debat over de toekomst van de NAVO aanmoet. Op dit moment neemt Nederland daarom een afwachtende houding aan. De relatie met de Verenigde Staten, zoals die verankerd is in de NAVO, is voor de regering van het grootste belang. In dat opzicht is zij gevoelig voor de wensen van de Amerikanen, die van de NAVO een organisatie willen maken die in principe overal ter wereld kan optreden. Zoals de missie in Afghanistan laat zien, is Nederland ook bereid daaraan een bijdrage te leveren.

Tegelijkertijd lijkt het debat – of de Nederlandse regering dit nu wil of niet – toch begonnen te zijn. De ontwikkelingen in Afghanistan en de discussie over het nieuwe strategische concept dwingen de NAVO ertoe zich opnieuw te bezinnen op haar toekomst in een veranderde wereld. Of zij daarin ook een plaats kan vinden, hangt vooral af van de vraag hoe zij in staat is zich aan te passen aan de werkelijkheid van na de Koude Oorlog. In de eerste twintig jaar na de val van het staatssocialisme heeft zij haar plek nog niet definitief kunnen bepalen. Als dat de komende jaren ook niet kan, zal zij haar rol op het internationale toneel wel eens definitief kunnen verliezen.