publicatie

Spanning, februari 2006 :: De emancipatie van allochtone Nederlanders is hun eigen zaak. Maar een beetje steun zou wel helpen

Spanning • februari 2006

De emancipatie van allochtone Nederlanders is hun eigen zaak. Maar een beetje steun zou wel helpen

In Nederland wordt tegenwoordig veel gesproken en geschreven over de integratie van onze allochtone burgers in de Nederlandse samenleving. Dat is goed – maar wordt er ook door henzelf nagedacht over hun toekomst hier, hun mogelijkheden, hun moeilijkheden? Jazeker, volop en vol enthousiasme, constateert SP-Eerste Kamerlid Anja Meulenbelt.

Tekst: Anja Meulenbelt

Eerst heetten ze gastarbeiders. Dat klonk nog vriendelijk, al was de realiteit voor de gastarbeiders zelf behoorlijk hard. Toen werden het migranten. Klonk nog neutraal. En opeens hadden we het allemaal over allochtonen. Migranten die dachten allang Nederlander te zijn, werden met terugwerkende kracht weer tot een soort buitenlander gebombardeerd. En de laatste tijd gaat het debat vooral over moslims. Alles wat mogelijkerwijs problematisch kan zijn bij elk migratieproces wordt ‘geïslamiseerd’, aan de religie geweten. Moslims, dus alle migranten uit Turkije en Marokko, zouden antidemocratisch zijn, vrouwen onderdrukken en een cultuur hebben die onverenigbaar is met de onze. Verweer je daar maar eens tegen.

In de afgelopen twee jaar ben ik op zoek gegaan naar die migranten. Ik bezocht bijeenkomsten over het integratiebeleid, congressen over islam en burgerschap, demonstraties tegen racisme, ik was bij iftarmaaltijden en bezocht vrouwengroepen. Met mijn collega-Eerste Kamerlid Tiny Kox trok ik naar Hilversum om met jongeren te praten en naar Weert voor de ouderen. We nodigden heel wat migranten uit voor bezoekjes aan de Eerste Kamer, waaronder de jonge mannen die geboeid en geblinddoekt uit de trein waren gehaald. En ik bezocht vele bijeenkomsten van migranten en vluchtelingenvrouwen over meisjesbesnijdenis, eerwraak, geweld, gedwongen huwelijken, importbruiden, en studiedagen over vrouwen en islam. Dat geeft nogal een ander beeld dan we in de media tegenkomen, die een grote voorliefde hebben voor het slechte nieuws. En daarmee, misschien onwillekeurig, het beeld bevestigen dat migranten en zeker moslims, een probleem zijn, in plaats van dat ze problemen hebben – waar ze zelf veel aan doen.

Laten we ze een cursus cadeau doen. Met een bloemetje.

Weert. Een bezoek aan Turkse en Marokkaanse ‘oudkomers’ - wat een rotwoord voor zulke aardige mensen. Ik ben met ze in contact gekomen door Leyla Cakir, het eerste vrouwelijke bestuurslid van een moskee. De oorspronkelijke gastarbeiders. Hier naar toe gekomen om het harde werk te doen. Vaak met twee banen om geld naar huis te kunnen sturen. Geen tijd, en niemand interesseerde het ook, om veel Nederlands te leren. Ze waren juist geselecteerd omdat ze weinig opleiding hadden en weinig eisen zouden stellen. Bazen hadden hun handen nodig, niet hun hoofden. Velen van hen hebben zich letterlijk kapot gewerkt en zijn op hun vijftigste uitgeschakeld. Maar trots op hun kinderen, die hier de grote stap voorwaarts hebben gemaakt, gestudeerd hebben, hier gezinnen hebben gesticht. En nu moeten ze van Verdonk opeens verplicht inburgeren en Nederlands leren. Op eigen kosten. Dat begrijpen ze niet. Waarom nu opeens, waarom nu nog? Nu ze geen enkele kans maken om alsnog in het arbeidsproces opgenomen te worden, te oud of te stuk? Waarom zo bot, waarom niet gezegd dat we een ereschuld in te lossen hebben aan deze harde werkers. Laten we als samenleving deze migranten, die op ons verzoek hierheen zijn gekomen, hard hebben gewerkt, belasting hebben betaald, nooit van het onderwijssysteem hebben kunnen profiteren, een cursus cadeau geven. Met een bloemetje. De mannen die we spreken knikken. Ze willen best, maar ja, ‘hoofd niet meer goed, moeilijk’. Maar proberen, altijd. Zoals ze ook al bij de thuiszorg zijn gaan kijken en in het verzorgingshuis. Om te weten wat er is als ze het ooit nodig hebben. Zouden we voor deze mensen niet een beetje vriendelijker kunnen zijn?

Ten minste een kwart van de ondernemers discrimineert in zijn personeelsbeleid

Hun kinderen, tweede en derde generatie, zijn vaak kwaad over hoe hun ouders behandeld worden. Zij kunnen voor zichzelf opkomen, maar laat hun vaders en moeders niet in de kou en aan de kant staan! We spreken een groep jongeren in Hilversum, onder leiding van Rafia Mouchtari, opbouwwerker. Hier horen we voor het eerst hoeveel jongeren, hier geboren, vloeiend Nederlands sprekend, maar met een Turkse of Marokkaanse naam, moeilijk aan banen en stages komen. Minister Verdonk ontkent nog dat er wordt gediscrimineerd. Niet lang daarna komen de onderzoeken. Wel degelijk blijken werkgevers een flinke koudwatervrees te hebben voor met name Marokkaanse jongeren. Ten minste een kwart van alle ondernemers discrimineert in zijn personeelsbeleid. En er is meer. Dat integratie in Nederland steeds meer wordt opgevat als een eenzijdige aanpassing. Als assimilatie eigenlijk. Maar waarom willen ze dat we alles van onze achtergrond opgeven, vraagt Fouad el Bouch, dat willen de ‘oude’ Nederlanders zelf toch ook niet? En waarom maken ze iedereen zo bang voor de islam? Het is zo tegenstrijdig, zegt Rafia. Ze willen dat je meedoet. Maar telkens wordt je apart gezet. Wat je ook doet: wat ze zien is een Marokkaan. Niet een Nederlander. Wij zijn het allebei: Marokkaanse Nederlanders. Niks mis mee.

In de loop van de tijd zal ik het veel vaker horen. Vooral minister Verdonk maakt zich niet geliefd. Stoere praat, weinig resultaat – of averechts. Iedereen is het er over eens dat migranten Nederlands moeten leren, dat ze moeten participeren, een opleiding volgen, werken. Niemand ontkent dat er ook problemen zijn: met vrouwen die nog geïsoleerd zijn, met conflicten tussen de traditionele ouders en de moderne jongeren die zich er soms in uiten dat de kinderen tussen wal en schip raken. Met een kleine groep jongeren die niet wil deugen. Maar in hun ervaring zijn alle maatregelen die Verdonk neemt doorgaans niet gericht op integratie maar op het apart zetten van migranten, ze behandelen als tweederangsburgers. Mensen die voortdurend gedreigd worden dat ze er weer uit gezet worden als ze hun eigen achtergrond niet geheel en al opgeven. En dan de discriminerende inburgeringsplicht. De dwang tot inburgering in het land van herkomst, onder het mom ‘dat is goed voor ze’, in plaats van dat eerlijk gezegd wordt dat het een manier is om migranten te weren. De identificatieplicht. De zoon van wethouder Ahmed Aboutaleb van Amsterdam heeft er al ervaring mee dat hij zich keer op keer moet legitimeren, gewoon op straat. De discriminatie in het uitgaansleven, bij het krijgen van stages. Het weren van ‘allochtone’ kinderen op scholen.

Links kijkt te veel toe

Mahmut Erciyas, al jarenlang actief binnen Turks links en gemeenteraadslid in Oss voor de SP, geïntegreerder heb je ze niet, zegt dat hij zich nog nooit zo buitenlands heeft gevoeld als nu. Dat migranten het nog nooit zo moeilijk hebben gehad. ‘Migranten worden steeds verder in een hoek gedrukt, er is een migrantenvijandig en moslimvijandig klimaat ontstaan, waarin het gewoon is geworden om hardop te zeggen dat er verschillende beschavingen zijn die je in een hiërarchie kunt plaatsen, en waarbij de Nederlanders er van uitgaan dat ‘wij’ superieur zijn. En links kijkt veel te veel toe. Herinneren we ons de marxistische leer van het reserve arbeidsleger nog? Een paar jaar geleden hadden migranten nog banen. Nu niet meer, de concurrentie in andere landen laat veel laaggeschoold werk verdwijnen. En opeens wordt dat geweten aan de migranten zelf, die de taal niet goed zouden kennen of te weinig opleiding hebben. Dat past precies in het neoliberalisme, dat alles wil terugvoeren op eigen verantwoordelijkheid. Laten regering en ondernemers eens hún verantwoordelijkheid nemen.

De behoefte om partners te halen uit het land van de ouders is een gevolg van de emancipatie

Wie alleen op de media afgaat, zou denken dat migrantenvrouwen hopeloos onderdrukt zijn. Wat we veel minder zien, is het uitgebreide netwerk aan vrouweninitiatieven, hulpverlening en zelforganisatie, en de discussies over de hete hangijzers en werkelijke problemen. Ik was bij congressen van Afrikaans-Nederlandse vrouwen over meisjesbesnijdenis: de vrouwen zelf nemen het heft in handen om er voor te zorgen dat de nieuwe generatie niet wordt aangedaan wat ze zelf hebben meegemaakt. Ik was bij een conferentie van moskeekoepels over de importpartners. Een van de opmerkelijke conclusies was dat de behoefte om partners te halen uit het land van de ouders juist een gevolg is van de emancipatie. De jonge vrouwen van de tweede generatie hebben hun onderwijsachterstand al heel ver ingehaald, en hebben soms progressievere opvattingen over blijven werken als ze getrouwd zijn dan hun autochtone seksegenoten. Die jonge vrouwen willen graag een partner die progressief is en ook behoorlijk opgeleid. Die vinden ze soms makkelijker in de grote steden van Turkije en Marokko, waar de tijd ook niet heeft stilgestaan, dan hier. En de jonge mannen, die zoals mannen dat overal doen, nog een beetje achterlopen, willen juist graag een traditioneel meisje op wie ze teder neer kunnen kijken. En ook die vinden ze hier vaak niet. En dan is er natuurlijk ook de loyaliteit aan de nog traditioneel denkende ouders – hoewel blijkt dat ook die vaak met hun kinderen mee emanciperen. Een van de interessantste bijeenkomsten was een conferentie voor meiden over het moslimhuwelijk, georganiseerd door SPIOR, in Rotterdam. Daar vertelde Muala Kaya, de eerste vrouwelijke islamitische geestelijke verzorgster dat gedwongen huwelijken tegen de islam zijn. Dus je mag zelf een man uitzoeken? Dat mag. En je hoeft niet naar je ouders te luisteren? Je moet respect hebben voor je ouders, maar je moet zelf beslissen met wie je trouwt.

De emancipatie van migrantenvrouwen is een dubbel proces, emancipatie als migrant, emancipatie als vrouw. Veel migrantenvrouwen komen er achter dat ze een onderscheid moeten maken tussen hun geloof en tussen de locale tradities die daarmee vermengd zijn geraakt. In Marokko of Turkije maakte het niet uit wat gewoonte was en wat islam. Maar hier wel. Naast elkaar zien we een paar processen: migranten voor wie het geloof meer naar de achtergrond raakt, al zullen weinigen het geheel en al opgeven. Maar daarnaast jongeren die opnieuw op zoek gaan naar wat religie voor hen betekent, en daar soms tot verbazing van hun ouders een eigen, nieuwe invulling aan geven. In Nederland stuit dat vaak op onbegrip. Voor ons zijn de emancipatiebewegingen van arbeiders en vrouwen gelijk opgegaan met de ontkerkelijking en ontzuiling. Dus denken we: hoe religieuzer hoe conservatiever. Dat kan, maar het hoeft niet. Wereldwijd, maar ook in Nederland, is een emancipatiebeweging gaande van vrouwen binnen de islam. Het islamvijandige klimaat maakt het niet makkelijker: naarmate de migrantengemeenschappen meer onder druk komen te staan, is de ruimte daarbinnen voor individuele emancipatie kleiner. Zo zei een vrouw: hoe kan ik met mijn broer en mijn vader vechten om meer vrijheid, als ik tegelijk zie hoe moeilijk zij het juist nu hebben?

Het was een druk en spannend jaar, waarin ik elke week wel een keer ergens te gast was bij nieuwe Nederlanders. Mijn ervaring: ik was altijd welkom. Het was altijd leerzaam. Soms zwaar en heftig, maar altijd bemoedigend. Want de emancipatie van allochtone Nederlanders is in de eerste plaats hun eigen zaak en hun eigen prestatie. Net zoals arbeiders en vrouwen zich hebben geëmancipeerd. Maar een beetje ondersteuning, en wat minder oordelen zouden wel helpen. Zoals de vrouwen en de arbeiders best bondgenoten konden gebruiken, geldt dat ook voor de migranten. Samen tegen het neoliberale beleid van deze regering bijvoorbeeld. En gelijke kansen voor iedereen op werken, wonen en een opleiding.

Voor meer verhalen: www.anjameulenbelt.sp.nl

Inhoud

  • Zorgen dat autochtoon en allochtoon elkaar tegenkomen: op een spontane, ongedwongen manier. En niet incidenteel, maar duurzaam. Daarin ligt de sleutel tot integratie, stellen de SP-raadsleden Johan van den Hout (Tilburg) en Mahmut Erciyas (Oss). Van die noodzakelijke ontmoetingen komt echt steeds minder terecht. De kloof groeit.
  • De conclusies en aanbevelingen van het twee jaar terug verschenen rapport ‘Bruggen bouwen’ werden breed gedeeld. Toch is sinds het uitkomen van dit rapport over dertig jaar integratiebeleid behoorlijk beleid wederom uitgebleven. Een inventarisatie.
  • De emancipatie van allochtone Nederlanders is hun eigen zaak. Maar een beetje steun zou wel helpen.
  • Fenna Vergeer over de afwezigheid van Rita Verdonk als het om integratie gaat: Hoezo minister van integratie?
  • Het rijke rooie leven, deel 12: Akkoord