publicatie

Spanning, september 2005 :: Drie jaar links bestuur in Nijmegen

Spanning • september 2005

Drie jaar links bestuur in Nijmegen

‘Het is een kwestie van geven en nemen’

Bij de verkiezingen van 2002 werd GroenLinks met negen zetels de grootste partij van Nijmegen en werden PvdA en SP de tweede en de derde fractie in de raad met respectievelijk acht en zes zetels. Uit de collegeonderhandelingen rolde het enige linkse college van B en W van Nederland: een stadsbestuur waaraan PvdA, GroenLinks en SP ieder twee leden leveren. In Spanning maken drie SP'ers een positieve balans op van de eerste drie jaar meebesturen in Havanna aan de Waal. 'Nee, eigenlijk zijn er geen echte problemen ontstaan.'

Tekst: Peter Verschuren

Als wethouder van financiën, personeel & organisatie en stadsbedrijven staat SP'er Peter Lucassen in de vuurlinie bij het realiseren van de gemeentelijke bezuinigingen – ook al worden die noodzakelijk door het afknijpbeleid van het kabinet. 'Toen we in 2002 begonnen, was er nog flink wat financiële ruimte voor nieuw beleid. Daardoor konden we de bakens verzetten en meer aandacht schenken aan bijvoorbeeld de wijken en het minimabeleid. Al in 2003 keerde het tij en moesten we in drie etappes in totaal achttien miljoen gaan bezuinigen doordat we minder geld kregen van het Rijk. We hebben ervoor gekozen om vooral in de eigen organisatie te snijden, bijvoorbeeld door het aantal beleidsambtenaren terug te brengen en door efficiënter werken. We hebben de uitvoering van het beleid in de stad zoveel mogelijk in stand gehouden. Dat zorgde wel voor stevige gesprekken met de vakbonden, die ons nadrukkelijk vroegen aan te geven welke taken komen te vervallen. Mede door gebruik te maken van een ruimere uitstroomregeling voor oudere werknemers zijn we eruit gekomen – al moeten veel geplande bezuinigingen nog daadwerkelijk gerealiseerd worden. Die bezuinigingen worden ook niet in één keer gerealiseerd, maar gespreid over een aantal jaren tot 2008 doorgevoerd. Maar terwijl we daarmee bezig zijn, komen er alweer nieuwe problemen aan: het gebruikersdeel van de OZB wordt afgeschaft – wat voor Nijmegen nadelig uitpakt – terwijl inmiddels al wel alle lucht uit de organisatie is gehaald.'

Volgens Lucassen liggen de grootste veranderingen ten opzichte van het vorige college op het inhoudelijke vlak. 'Het belangrijkste verschil is dat er nu totaal andere keuzes gemaakt worden: meer aandacht voor de wijken, met een aparte wijkenwethouder en extra geld, en meer aandacht voor sociale aspecten. We hebben bijvoorbeeld drie miljoen per jaar bij het budget voor de bijzondere bijstand gedaan om de landelijke bezuinigingen op te vangen, en we werken er hard aan de uitvoeringskosten te beperken door de bureaucratie aan te pakken. Bij de bijstand, maar ook bij de gehandicaptenvoorzieningen en de gesubsidieerde instellingen. We zijn daarbij veel slagvaardiger dan het vorige college.'

'We kunnen wel zeggen we houden ons vervoerbedrijf, maar dan houden we een bedrijf dat nergens bussen heeft rijden'

De Nijmeegse SP beschuldigde voorgaande colleges nogal eens van het werken aan prestige- projecten, en verzette zich daar met hand en tand tegen. Maar ook het GroenLinks-PvdA-SP-college krijgt het verwijt zich met prestigeprojecten bezig te houden. Lucassen is er niet van onder de indruk. 'Prestigeprojecten hebben wij niet. Wel gróte projecten. Een tweede brug over de Waal en het opnieuw ontwikkelen van het gebied aan de rivier bijvoorbeeld. De Stadspartij Nijmegen noemt dat prestigeprojecten, maar dat is heel goed met argumenten te weerleggen - en dat was in het verleden wel anders. Toen wilde het vorige college nog een kabeltram aanleggen om de Waal te overbruggen.' Toch moeten ook de Nijmeegse SP-wethouders besluiten nemen die op zijn minst de wenkbrauwen doen fronsen. Neem bijvoorbeeld de verkoop van het eigen gemeentelijk vervoerbedrijf, waartoe het college besloten heeft. Lucassen onderschrijft volledig het SP-standpunt dat openbaar vervoersbedrijven in handen van de overheid thuishoren. 'Maar het rijksbeleid is, zoals het is. En dat betekent dat de concessie die ons eigen busbedrijf Novio nu heeft, openbaar aanbesteed moet worden. Novio is te klein om zelfstandig de concurrentie aan te kunnen gaan met grote commerciële OV-bedrijven. We kunnen wel zeggen we houden ons bedrijf, maar dan lopen we een heel groot risico dat we een leeg busbedrijf overhouden, een bedrijf dat nergens bussen heeft rijden. Maar zeker, bij zo'n besluit loop je het risico van vuile handen. Ook al omdat we rond de verkoop een behoorlijk open proces gehanteerd hebben waarin allerlei bedrijven een bod konden doen op Novio. De uitkomst is gelukkig een voorgenomen besluit om het bedrijf te verkopen aan de HTM, een overheidsbedrijf, maar het had ook anders kunnen uitpakken, met de verkoop aan een investeringsmaatschappij of een buitenlands bedrijf. Overigens is het nog lang niet in kannen en kruiken, want de minister is – gesteund door de Tweede Kamer – vast van plan om een stokje voor de verkoop aan HTM te steken. Ook bij de bezuinigingen moet je soms dingen doen, die je eigenlijk liever niet wilt doen. Er moet nu bijvoorbeeld een miljoen bezuinigd worden op het cultuurbudget. Daar zit veel pijn in. Zaten we nog in de oppositie, dan zouden we daar waarschijnlijk dwars voor gaan liggen.'

'We moeten wel eens wat slikken. Maar we bereiken veel meer dan vroeger'

'Het is een kwestie van geven en nemen', concludeert fractievoor-zitter Hans van Hooft jr (senior is de andere SP-wethouder naast Lucassen). 'We hebben negentig procent van ons verkiezingsprogramma kunnen verwezenlijken in het collegeprogram, maar natuurlijk zijn we het niet altijd met de collegevoorstellen eens. Een verschil met het verleden is, dat we toen snel zeiden daar stemmen we niet mee in, en dat we nu gaan kijken hoe we zo'n voorstel aangepast kunnen krijgen. En ja, dan moet je ook wel eens wat slikken. Maar we kunnen zo wél veel meer bereiken. Daarbij is het ook een groot voordeel dat we in een links college zitten, en niet in een links-rechts-combinatie. We steken regelmatig met de coalitiepartners de koppen bij elkaar als we niet gelukkig zijn met een collegevoorstel, om te kijken hoe we het samen kunnen veranderen.'

Van Hooft zat ook onder het vorige college in de gemeenteraad. Volgens hem is het verschil in de opstelling van de fractie niet bijzonder groot. 'Onze visie en onze standpunten zijn er niet anders door geworden. Wel hebben we er een verantwoordelijkheid bij gekregen: als we nu iets willen, moeten we er altijd bij zeggen waar we het geld vandaan willen halen, en dat is niet altijd eenvoudig. Vroeger besteedden we natuurlijk ook wel aandacht aan de financiële dekking van onze voorstellen, maar toen konden we wat gemakkelijk zeggen jullie geven het geld verkeerd uit aan allerlei prestigeprojecten. Bezuinig dáár maar op. Dat kan nu niet meer, want het huidige college geeft het geld niet verkeerd uit.'

Problemen voor de fractie om zich te profileren en de SP niet te laten verworden tot de partij van de wethouders, zijn er volgens Van Hooft niet. 'We dienen nu meer moties en amendementen in, dan in het verleden. Toen was dat vaak zinloos, omdat ze toch afgewezen werden. Nu halen we driekwart binnen. En als we het ergens hartgrondig mee oneens zijn, dan zeggen we het ook. Maar we doen dat wel vriendelijker. Ook de wethouders van de andere partijen zijn immers onze wethouders. We gaan ze dus niet voor rotte vis uitschelden. Dat hoeft ook niet: we worden nu ook zonder felle aanvallen serieus genomen. We gebruiken minder onze spierballen, en we bereiken meer. En we komen ook fors méér in de krant. Nu we in het college zitten, doet de mening van onze fractie er veel meer toe.'

'We leggen onze leden op tijd de achtergronden uit, als we met een besluit instemmen dat vraagtekens oproept'

Net als fractievoorzitter Van Hooft, weet ook afdelingsvoorzitter Marloes Piepers zo gauw geen problemen te noemen die voortvloeien uit de collegedeelname. 'Het was in het begin zoeken naar de juiste werkwijze, en het risico van achterover leunen als afdeling was zeker wel aanwezig, maar dat hebben we gelukkig niet gedaan.' Volgende maand houdt de afdeling een uitgebreide enquête onder haar leden, waarin onder andere de mening gevraagd wordt over de collegedeelname, de wethouders en zaken die de Nijmeegse SP mogelijk heeft laten liggen. Piepers heeft alle vertrouwen in de uitslag. 'We horen nu eigenlijk alleen enthousiaste verhalen over de collegedeelname. En we letten er ook goed op, dat we de leden op tijd uitleg geven over besluiten die wellicht vraagtekens oproepen, zoals de verkoop van busbedrijf Novio. Daarover schrijven we in de bijlage bij de Tribune en dat stellen we aan de orde op kerngroepbijeenkomsten.'

Het activisme in de afdeling is gebleven, maar uit zich nu anders. Piepers: 'Soms hebben we geen acties meer nodig, maar volstaan schriftelijke vragen aan het college of zelfs het alleen melden van een probleem. We maken nu veel werk van wijkonderzoeken: daarbij bellen we huis-aan-huis aan en vragen we aan de mensen wat zij van hun wijk vinden, en wat beter kan. We bekijken hoe we zaken die genoemd worden het beste kunnen aanpakken, gaan daarmee aan de slag en leggen vervolgens verantwoording af op een openbare avond in de wijk. Zo houden we het contact met de mensen in stand.'

Op de slotvraag, wat het linkse beleid nu opgeleverd heeft voor Nijmegen antwoordt Van Hooft nuchter: 'Wat is links beleid? We kloppen ons niet op de borst van kijk eens hoe links wij zijn. Wat er veranderd is, is dat er veel meer aandacht is gekomen voor sociaal beleid en voor de wijken, en minder aandacht voor prestigeprojecten. Er zijn jeugdhonken bijgekomen, er wordt veel meer naar de mensen geluisterd, de wijkbeheerders staan klaar. Dat is ons linkse beleid. En verder is er ontzettend veel puin geruimd. Het is echt onvoorstelbaar wat een rotzooi het vorige college heeft achtergelaten.'

Inhoud