publicatie

Spanning, september 2005 ::

Spanning • september 2005

Het recept van Jan Marijnissen voor succesvol raadswerk:

‘Toon oprechtheid, betrokkenheid, empathie en moed. En vermijd arrogantie’

Hij volgde de ontwikkelingen in Nederland en zijn partij de afgelopen maanden grotendeels vanaf de bank in Oss, maar is nu weer helemaal terug. Jan Marijnissen over de situatie in de SP, in een gesprek dat plaatsvond precies een half jaar voor de eerstvolgende slag om de kiezersgunst: de raadsverkiezingen van 7 maart 2006.

Tekst: Peter Verschuren

‘Het verhaal van de SP lijkt wel op een soort goed-nieuwsshow. We staan er onverminderd goed voor. De ledengroei blijft aanhouden, we hebben een zeer geslaagd congres achter de rug, we starten in het najaar een partijbrede discussie over hoe we de boel organisatorisch nog verder kunnen verbeteren, de scholingen voor nieuwe raadsleden zijn tijdig opgestart, de Kamerfractie draait steeds beter. Enzovoorts.

Politiek hebben we met succes de ontwikkeling doorgemaakt van tegenpartij naar serieus alternatief voor grote groepen progressieve mensen: we zijn er goed in geslaagd allerlei vooroordelen over, en diskwalificaties van de partij weg te slijten. En we hebben een geweldige opsteker gehad bij het grondwetreferendum. We hebben die campagne gewonnen – niet met opportunistische argumenten, maar op basis van onze analyse waaraan we al tien jaar werken.

En politiek-strategisch blijkt dat we het tegen eerdere verwachtingen in heel goed doen terwijl de PvdA in de oppositie zit. Alles bij elkaar denk ik dat de partij landelijk in alle opzichten op orde is, en dat het de kunst is iedereen scherp te houden en waar mogelijk nog scherper te krijgen richting de komende verkiezingscampagne.’

En hoe is de situatie lokaal, in de afdelingen?

‘Lokaal is het beeld wisselend. Voor mij, en eigenlijk voor de hele partij, is de uitslag in 2002, toen we in pakweg eenderde van de gemeenten wonnen, in eenderde verloren en in eenderde gelijk bleven, wel een wake up-call geweest. We moeten oppassen dat het verschil tussen wat de afdelingen uitstralen en wat de landelijke partij uitstraalt, niet te groot wordt. Juist daarom hebben we bij het voorlaatste congres besloten veel te investeren in het verbeteren van de kwaliteit van de afdelingen. Dat is van het allergrootste belang. De afdelingen zijn de zintuigen en de ledematen van de partij. Zonder hen zijn we niets. Daarom steken we zoveel energie in scholing en cursussen, en is bijvoorbeeld het Scholingsteam opgericht. Alles is erop gericht de afdelingen levende organismen te laten zijn, die groeien – zowel kwantitatief als kwalitatief.

In een aantal afdelingen gaat het heel goed, die pakken van alles aan en hebben veel contacten met de mensen in hun stad of dorp. Dat is het recept voor succes. Andere afdelingen zijn veel terughoudender geweest en moeten nu proberen in de campagne de zaak recht te trekken, en dat valt niet mee. Als SP-afdeling moet je van je laten horen. Mensen moeten het besef krijgen met een stem op de SP verander ik iets.’

‘Wat voor verschillen zie je, als je de situatie van nu vergelijkt met die in de aanloop naar de raadsverkiezingen van 2002?

‘Een groot verschil met 2002 is de booming business van de Leef-baren waar we toen mee te maken hadden. Dat is een enorme revolutie geweest, die impliciet ook kritiek op de SP inhield. Want wij hebben de ruimte laten ontstaan die zij opvulden. Inmiddels kun je zeggen dat de Leefbaren aan hun eigen succes ten onder zijn gegaan. In maart volgend jaar hebben we van hen niet meer zoveel te duchten. Wellicht wel van andere plaatselijke partijen: die zijn er in allerlei smaken en het is zaak van onze lokale afdelingen om daar lokaal mee om te gaan. Nog even de Leef-baren: wat hen kenmerkte, is dat op een niet-gecompliceerde manier gecompliceerde problemen te lijf gingen, en dat ze non-conformistisch waren. Daar kunnen sommige SP-afdelingen heel wat van leren.’

Wij zijn toch niet de partij die zegt dat gecompliceerde problemen simpel opgelost kunnen worden?

‘De kunst van de SP-politiek is dat we zonder demagogisch te worden, en zonder de ingewikkeldheid van problemen te ontkennen, toch met heldere antwoorden en oplossingen komen. Mensen willen oprechtheid zien, betrokkenheid, empathie en moed. En ze hebben een hekel aan arrogantie. Als je je aan die vijf kenmerken houdt, kom je een heel eind. Dan accepteren mensen dat je niet alle problemen kunt oplossen.

En verder: praat gewoon! Als je met beleidstaal komt en met beleidstermen, dan maak je aan de mensen duidelijk dat je tot het establishment behoort. Maar waak er ook voor, dat je niet in opportunisme vervalt. Ik zeg niet dat het allemaal gemakkelijk is, maar dit is wel waar het om draait.’

Lokaal voeren veel SP-afdelingen oppositie tegen colleges waarin de PvdA een prominente plaats heeft. Maar landelijk zijn PvdA, GroenLinks en SP bondgenoten in de strijd tegen kabinet Balkenende. Wat gaat dat betekenen bij de raadsverkiezingen en de collegevorming?

In zijn algemeenheid is daar moeilijk iets over te zeggen. Er is veel aarzeling bij de PvdA-top om al te zeer met de SP op te trekken. Wouter Bos zegt dat hij tegen verwatering is. Wel, ik noem het gewoon samenwerking. Wat je wel ziet, is dat de kiezer veel belangstelling heeft voor een links politiek programma, voor sociale politiek. De peilingen laten een meerderheid zien voor links, en geven ook aan dat een PvdA-GroenLinks-SP- coalitie duidelijk de meest gewenste coalitie is. Draagvlak is er dus wel, en denk dat het nog zal groeien als de drie partijen strategische besprekingen zouden starten.

Lokaal zal de samenwerking zich in al zijn varianten ontrollen: ommezwaaien waarbij de PvdA van rechts naar links gaat, maar ook linkse colleges die door de PvdA opgeblazen worden, zoals in Heerlen gebeurd is. Het zal afhangen van de programmatische verschillen en vooral van de durf van PvdA en SP om van de vaste patronen af te wijken en iets nieuws te proberen. Waarbij voor de SP in ieder geval de volgende criteria spelen: hebben we goede kandidaten, zijn de af-deling en de fractie sterk genoeg, en hebben we partners die we kunnen vertrouwen? Dat zal niet in elke afdeling een eenvoudige afweging zijn. Maar het is er wel een die zeer vroegtijdig gemaakt moet worden, omdat daarop de hele campagne afgestemd moet worden.’

Wat verwacht je op 7 maart?

We gaan zeker winnen. Alleen al omdat we nu in aanzienlijk meer plaatsen meedoen en meer mensen dus op de SP kunnen stemmen. Maar we gaan ook winnen omdat we fors gegroeid zijn in de sympathie van de kiezers. Hoe je het ook wendt of keert: raadsverkiezingen zijn ook een peiling van de landelijke verhoudingen, en daarin is onze positie in vier jaar tijd fors verbeterd.’

En gaan we vervolgens ook een grote opmars in de colleges maken?

Voor de deelname in de colleges zal het afwachten zijn. Het ligt voor de hand dat we meer grote fracties krijgen en dat we – in lijn daarmee – ook in meer colleges komen. Daarom ook voeren we gesprekken met afdelingen die er mogelijk mee te maken krijgen en organiseren we scholingen voor hen, zodat zij kunnen leren van de ervaringen die we al opgedaan hebben. Maar hoe het uitpakt, is toch zeer afhankelijk van de omstandigheden.’

Inhoud