Pleidooi voor zeggenschap en radicale democratisering

In haar boek ‘De winst van eerlijk delen’ geeft Lilian Marijnissen een hoopvol beeld van modern socialisme. Marijnissen vertelt hoe het neoliberalisme heeft gefaald maar ook hoe radicale democratisering een oplossing kan zijn. Aan de hand van persoonlijke verhalen presenteert ze een gewaagde visie voor de toekomst. ‘We keren de waarden van het neoliberalisme om.’

Tekst: Xander Topma

Waarom besloot je dat het tijd was om een boek te schrijven?

‘Ik vond dat het nu een goed moment zou zijn om ons verhaal te vertellen over modern socialisme en hoe dat eruit ziet. Je merkt aan alles in de samenleving dat de tijd rijp is voor dat verhaal. Maar je hoort de laatste tijd ook wel van veel kanten dat het neoliberalisme al voorbij zou zijn. Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat het veel meer gemeengoed is geworden, het bepaalt nog steeds het politieke denken. Die analyse wilde ik opschrijven.

Ook krijg ik vaak vragen over hoe de SP zich tot bepaalde onderwerpen verhoudt. Dat zijn hele terechte vragen, bijvoorbeeld over hoe we kijken naar linkse samenwerking, het klimaat en migratie. Daarnaast ben ik veel het land in geweest en wat ik daar allemaal hoorde maakte dat ik heel erg de behoefte voelde om dat in een samenhangend verhaal op te schrijven.’

Is het boek meer dan een soort uitgebreid verkiezingsprogramma?

‘Een verkiezingsprogramma is vooral een opsomming van standpunten. Ik wilde graag op een ideologische manier duiden waarom wij bepaalde standpunten hebben, op een manier waardoor het voor de buurvrouw ook leuk is om te lezen. Dat heb ik gedaan door ook persoonlijke anekdotes, ervaringen en voorbeelden te gebruiken. Maar het moet ook concreet zijn. Leuk dat je ideologisch uitlegt waarom je de economie wil democratiseren, maar dan wil je ook vertellen hóe je dat dan wil doen.

Daarnaast geeft het schrijven van een boek natuurlijk ook wat meer ruimte voor ideeën. Waarom zou je eigenlijk geld moeten verdienen aan een woning? Dus waarom stoppen we niet helemaal met commerciële huur? En zouden we niet veel beter af zijn zonder aandelenbeurs, wat eigenlijk gewoon gelegaliseerde diefstal is? Toen dit ter sprake kwam in het interview met het Financieele Dagblad moesten ze wel even slikken.’

Foto: Joshua Versijde

Een boek schrijven gaf je de ruimte om je gedachten op een rijtje te zetten?

‘Ja. En in een boek kun je natuurlijk ook gewoon vragen stellen. Ik geef het voorbeeld van de kinderopvang die in private handen is. Dan vraag ik mij oprecht af: waarom vinden we het bij de basisschool volstrekt normaal dat we dat samen organiseren en betalen, ook al heb je geen kinderen, maar bij de kinderopvang niet? Nee, dat moet jij echt zelf regelen en zelf betalen. En dan krijg je dus dat geouwehoer met de toeslagen en alle ellende van dien.

Het neveneffect van het schrijven van een boek is dat het je dwingt om met een coherente analyse te komen en echt een ideologische basis te leggen onder dingen die wij misschien wel vanzelfsprekend vinden. Een goed voorbeeld is het systeem van toeslagen. Ga je naar buiten en je vraagt mensen of toeslagen links of rechts zijn, dan denk ik dat de meeste mensen zullen zeggen dat ze links zijn. Dat is dan vanuit de gedachte dat toeslagen voor mensen met weinig geld zijn en dat het daarom toch heel sociaal is. Maar dat hele toeslagensysteem is natuurlijk kneiter rechts. Werkende mensen in Nederland verdienen zo weinig dat we een belachelijk toeslagenstelsel nodig hebben waarbij de belastingbetaler moet betalen voor het feit dat de grote bedrijven de lonen laag en winsten hoog willen houden.’

Je gebruikt in het boek persoonlijke ervaringen om je analyses en ideeën aan op te hangen. Waarom doe je dat?

‘Alles wat ik in de politiek doe is persoonlijk. Zo voelt het echt. Het is de oprechte verwondering of boosheid die ik voel als ik met mensen spreek. Dan hoor je een onderwijzer die nu kinderen in de reguliere klas heeft die vroeger in het speciaal onderwijs zaten. De stoelen vliegen daar letterlijk door de lucht. Wat moet hij dan? De klas was al vol genoeg en hij wil alle kinderen aandacht geven, maar dat lukt gewoon niet. Dat is dan bedacht door een figuur achter een bureau die niet heeft geluisterd naar de werkvloer. Dat soort gesprekken heb ik veel gehad en die maken dat ik vind wat ik vind en doe wat ik doe. Daarom wilde ik juist dat ook in mijn boek zetten.’

De afbraak die het neoliberalisme heeft veroorzaakt en de voorbeelden die je noemt schetsen wel een heel somber beeld van waar we nu staan. Word je daar niet moedeloos van?

‘Nee, ik ben daar toch vooral verontwaardigd over. Uiteindelijk is het wel de brandstof voor onze sociale strijd om van wat nu is te komen tot wat kan zijn. Dat hoopvolle verhaal probeer ik te vertellen, maar het begint natuurlijk wel bij de analyse van wat er nu fout zit. In het tweede deel van het boek schakel ik over naar hoe het wat mij betreft dan anders zou kunnen. Als we de waarden van het neoliberalisme omdraaien, zodat de economie niet meer werkt voor enkelen maar voor iedereen, de mens boven de markt gaat in plaats van andersom en de overheid dichtbij staat in plaats van ver weg, hoe zou dat er dan uit zien? Ik kan me voorstellen dat je die verontwaardiging voelt bij het lezen van het eerste deel van het boek, maar lees wel verder want daarna komt het perspectief!’

Is er in de Tweede Kamer wel ruimte om het over dat perspectief te hebben?

‘Ik hoop dat het boek bijdraagt aan meer ideeënstrijd in de politiek. Veel mensen ervaren het nu zo dat in Den Haag iedereen ongeveer hetzelfde vindt. Er is geen alternatief. En dan is er natuurlijk ook geen hoop op verandering. Neem als voorbeeld de discussie over het prijsplafond voor de energierekening. Bijna iedereen in de Kamer gaat daarin mee. Het alternatieve geluid komt van ons. Natuurlijk: de energierekening van mensen moet omlaag, maar hoe doe je dat? Het is toch te gek voor woorden om belastinggeld te geven aan commerciële bedrijven. Zij hebben de garantie dat ze winsten blijven maken, zonder dat wij er zeggenschap voor terugkrijgen. Het zou geen ‘energiemarkt’ moeten zijn maar een publieke voorziening. Maar dat alternatief moeten mensen wel zien, want anders snap ik ook wel dat ze cynisch worden.

En Rutte doet dat natuurlijk ontzettend slim voor zijn achterban. Die presenteert heel graag dingen alsof ze pragmatisch zijn en vooral niet ideologisch. Hij zegt dan tegen me dat lantaarnpalen niet links of rechts zijn als ik met hem wil discussiëren over het nationaliseren van de energie. Hij presenteert het alsof hij ook maar gewoon doet wat in het algemeen belang is. Maar dat is natuurlijk niet zo. Hij gaat óns belastinggeld weggeven aan commerciële bedrijven. Hartstikke ideologisch.’

In je boek schrijf je ook veel over de positie van de SP ten opzichte van andere linkse partijen. Waarom is dat?

‘Omdat ik in gesprekken vaak merk dat het niet altijd even duidelijk is. Dat mensen links zien als een soort eenheidsworst en dat de partijen dus hetzelfde denken. Ook over een thema als bijvoorbeeld klimaat. Terwijl ik denk dat een socialistisch klimaatverhaal echt een ander verhaal is dan een bijvoorbeeld links-liberaal klimaatverhaal. Als het om klimaat gaat, dan zijn het vaak de mensen die al de klappen krijgen die nu ook weer aan het kortste eind trekken. Milieudefensie heeft met onderzoek laten zien dat de mensen met de laagste inkomens al het meeste hebben gedaan aan verduurzaming maar het minst hebben geprofiteerd van subsidies.

Dat is natuurlijk hartstikke fout. Het is ook een aanpak die super-individualistisch is: jij moet maar elektrisch gaan rijden, dan doe ik een warmtepomp en zij gaat haar huis isoleren. Terwijl dit probleem iets is dat door generaties heen gaat. Dit is een gigantische opgave voor de toekomst. Dat moeten we collectief organiseren. Kijk naar het voorbeeld van de riolering. Daarbij zijn we toch ook niet huis aan huis gaan vragen of mensen aangesloten wilden worden? Dat hebben we gewoon samen gedaan en betaald omdat het goed is voor de volksgezondheid. En we hebben daarbij ook niet gevraagd of mensen riolering wilden hebben van bedrijf A, B of C. Dat doen we met het klimaat en het verduurzamen van woningen dus wel. Dat is hartstikke liberaal. De commerciële bedrijven staan gewoon weer klaar om te cashen met al die miljarden in het klimaatfonds. En dan zijn er linkse partijen die daarbij staan te juichen. Dat snap ik niet en daarom heb ik dat zo benoemd in het boek.’

Hoe gaan we er nu voor zorgen dat het tij gaat keren?

‘Onze campagne voor het nationaliseren van de energie is daar een goed voorbeeld van. De meest gehoorde reactie daarop is: nou, mooi, maar dan ook de privatiseringen in de zorg en het openbaar vervoer terugdraaien! Dat is de manier om uiteindelijk tot verandering te komen. Door het organiseren van de sociale strijd, vooral ook buiten het parlement. Mijn boek is een pleidooi voor zeggenschap en voor radicale democratisering. De verandering zal uiteindelijk niet van de politici komen, maar van mensen in de samenleving. Daar geloof ik heel erg in. En dat wij het instrument in de handen van mensen kunnen zijn om die verandering te realiseren. Ik denk dat dat uiteindelijk de weg is.

En dat zal niet van vandaag op morgen zijn. Maar toch moet je samen met mensen die strijd aangaan. Dat zal inderdaad niet gebeuren met goede moties die wij indienen in de Kamer of met mooie stukjes die wij op de sociale media plaatsen. Dat zal zijn doordat we samen met mensen hún strijd voeren. Of dat nou richting een woningcorporatie is die mensen met een kluitje het riet in stuurt of samen met de mensen in Groningen of de getroffen ouders in het toeslagenschandaal. Het gaat om iedereen die dagelijks ervaart dat de overheid er niet voor hen is.

Die sociale strijd moeten we samen met mensen voeren en daarbij moeten we ons niet laten verdelen. We moeten ons gezamenlijk belang voorop zetten, dat wat ons bindt en verenigt. Samen kunnen we het neoliberalisme het laatste zetje geven.’