'Bureaucratie bederft werkplezier jeugdhulpverleners'

Is de decentralisatie de oorzaak van de problemen in de jeugdzorg? Peter Kwint, woordvoerder Jeugdzorg voor de SP in de Tweede Kamer, bevestigt dat maar wijst op meer oorzaken, zoals georganiseerd wantrouwen en winstuitkeringen.

 

Hoe stond de SP destijds tegenover de decentralisatie van de jeugdzorg?

‘We hebben tegengestemd. Dat was niet zozeer omdat we er tegen zijn dat dingen dichtbij huis worden georganiseerd, maar omdat het decentraliseren van bevoegdheden gepaard ging met een forse bezuiniging. Gemeenten kregen 15 procent minder budget in drie jaar, omdat zij het goedkoper zouden kunnen organiseren.’

‘Inmiddels kunnen we concluderen dat het helemaal niet goedkoper is geworden. Er wordt ruim 50 procent meer aan jeugdzorg uitgegeven dan vóór de transitie en de meeste gemeenten hebben grote tekorten. Ook kunnen gemeenten de verantwoordelijkheid voor vooral de specialistische jeugdzorg niet aan. Zij missen de deskundigheid om deze zorg op een goede manier te organiseren.’

Wat is er sinds 2015 nog meer in de jeugdzorg veranderd?

‘Er is een enorme toename geweest van het aantal kleine jeugdzorgbedrijfjes, omdat de regels daarvoor versoepeld zijn en ze ook nog eens winst mogen maken. Deze bedrijfjes richten zich vooral op de lichtere jeugdzorg. Van ADHD-testen tot leesbegeleiding voor kinderen met dyslexie. En juist daar gaat steeds meer geld heen. Terwijl de grotere, specialistische jeugdzorginstellingen een steeds kleiner deel van het budget krijgen. Wat ten koste gaat van jongeren met zwaardere problematiek.’

Peter Kwint. Foto: Maurits Gemmink.

Wat zie jij als de grootste problemen van het huidige stelsel?

‘Geld is niet geoormerkt, dus het is niet gezegd dat geld dat bedoeld is voor jeugdzorg ook echt naar jeugdzorg gaat. Er mag zonder noemenswaardige beperkingen winst uitgekeerd worden. En de administratielast is enorm toegenomen. Vooral door toedoen van gemeenten die vanwege gebrek aan kennis elk gewerkt uur verantwoord willen zien.’

De SP heeft onlangs een enquête gehouden onder medewerkers uit de jeugdzorg. Wat zijn de belangrijkste resultaten?

‘Dat mensen die in de jeugdzorg werkzaam zijn, minder plezier hebben in hun werk en dat dat vooral te maken heeft met werkdruk en administratie. 60 procent geeft aan minder plezier in het werk te hebben dan voorheen. Ze vinden dat de kwaliteit van hun werk achteruit gaat, dat ze te weinig tijd voor hun cliënten hebben en dat te veel tijd opgaat aan administratie. Dit verhaal is niet uniek voor de jeugdzorg, maar hoor je op heel veel plekken in de publieke sector terug. Ook in de zorg, het onderwijs en bij de politie. Dat georganiseerd wantrouwen is echt de betonrot voor de sector. Daardoor haken mensen uiteindelijk af en worden de problemen alleen maar groter.’

Viel je verder nog iets op aan de enquête?

‘Je merkt dat jeugdhulpverleners heel bewust zijn van het belangrijke werk dat ze doen. Dat hun werk soms het verschil maakt tussen leven en dood. Dat maakt hun reacties ook zo pijnlijk om te lezen. Zij willen jongeren graag de juiste hulp bieden, maar kunnen dat niet vanwege wachtlijsten, bureaucratie, personeelstekort of geldtekort. En ze weten wat dan de gevolgen kunnen zijn.’

Wat zou er volgens de SP moeten gebeuren om de jeugdzorg te verbeteren?

‘Als je in ieder geval de specialistische jeugdzorg weer landelijk organiseert, maak je het makkelijker om overal een basisniveau te garanderen. Nu zie je dat vooral duurdere voorzieningen enorme wachtlijsten hebben of er zelfs helemaal niet meer zijn in gemeenten. Haal ook de verplichte aanbesteding eruit en verbied het maken van winst. Marktwerking heeft haar belofte van efficiency niet ingelost. Integendeel: de wachtlijsten zijn gestegen, de personeelstekorten lopen op en de jeugdzorg is alleen maar duurder geworden.’

‘Als je minder kinderen in de jeugdzorg wil, zul je ook eerder problemen moeten signaleren. Als je er eerder bovenop zit, is de behandeling vaak lichter en gaat het sneller weer beter met het kind. Dat vraagt wel om een goede samenwerking met bijvoorbeeld jongerenwerk en scholen. Als je het hebt over werkplezier, zul je iets moeten doen aan de doorgeslagen bureaucratie. Heb vertrouwen in de jeugdhulpverlener en stop met elk uurtje te laten verantwoorden. Als je al deze stappen zet, kun je het voor jongeren en medewerkers een stuk prettiger maken.’

Wat is daarvoor nodig?

‘Als je van tevoren goed regelt waar een organisatie zich mee bezig moet houden, kun je de uitvoering aan de jeugdhulpverlener laten, want die weet het beste wat er moet gebeuren. Dat betekent wel dat je de jeugdhulpverlener vertrouwen en verantwoordelijkheid moet geven. Dus dat je ze niet constant verantwoording laat afleggen. Ik denk dat als je de bureaucratie en het weglekken van winsten aanpakt, je echt al een heel eind bent.’

Hoe gaan we dat voor elkaar krijgen?

‘Ik hoop met een groot deel van de mensen die de enquête heeft ingevuld binnenkort in ons partijkantoor in Amersfoort bij elkaar te komen. Om ervoor te zorgen dat deze enquête niet het eindpunt is, maar het beginpunt van langdurigere contacten met mensen die in de sector werken. We zullen moeten beginnen met het verder problematiseren van de huidige situatie in de jeugdzorg. Dus naar voren blijven brengen wat er misgaat, samen met de mensen die in de jeugdzorg werken of die de dupe zijn geworden van tekortschietende jeugdzorg. En laten zien dat dat komt door het systeem van decentralisatie gekoppeld aan marktwerking.’

Maar hoe politiseer je die problemen dan?

‘Vanuit onder andere de FNV wordt wel geprobeerd om mensen uit de sector te mobiliseren, maar je merkt dat er pas aandacht voor de problemen komt als het echt misgaat. Wanneer bijvoorbeeld blijkt dat er zeker 1.100 kinderen uit huis geplaatst zijn als gevolg van het toeslagenschandaal. De uitdaging is dan om zowel de mensen te helpen die getroffen zijn door het schandaal, als het schandaal te gebruiken als breekijzer richting de politiek om het systeem te veranderen. Dat kan alleen als jeugdhulpverleners, ouders en kinderen samen optrekken.’