publicatie

Tribune 09/2007 :: Broodje Bieb

Tribune, oktober 2007

Achtergrond

Broodje Bieb

Tekst Jola van Dijk

De ‘Theek Away’, het ‘Kulturhus’ en de ‘Biblioservicebus’: het zijn de nieuwste initiatieven die de oude, vertrouwde bibliotheek onder het motto ‘bibliotheekvernieuwing’ een modern en niet zelden multifunctioneel jasje moeten geven. Vernieuwing of vernieling? Oordeelt u zelf.

Het is een feit: Nederlanders besteden steeds minder tijd aan lezen en veel ­gemeentes willen bezuinigen op de bibliotheken. Doorgaan op de oude, vertrouwde weg is voor veel bibliotheken dan ook allang geen optie meer. In het hele land worden daarom nieuwe initiatieven ontwikkeld om de bibliotheek klaar te maken voor de toekomst. Opvallend is bijvoorbeeld de ‘Theek Away’ in het ­Brabantse ’s Gravenmoer, gemeente ­Dongen. Het gaat om een soort pinautomaat waar je boeken kunt lenen en inleveren en waar je meteen ook kunt betalen. Bibliotheekdirecteur Theo Peeters kreeg het idee toen hij in België machines zag waar je brood uit kunt halen. Inmiddels zijn de boekenmachines werkelijkheid geworden dankzij de regeling Innovatie-Stimulans Bibliotheekvernieuwing. Het gemeentebestuur van Dongen is enthousiast over de Theek Away, aan­gezien het een oplossing lijkt te zijn voor het teruglopende voorzieningenniveau in kleine kernen. In die context heeft de Theek Away een “grote meerwaarde voor dit dorp”, volgens wethouder Piet Panis. “Door te zorgen voor goede faciliteiten blijft ’s Gravenmoer niet alleen een prettige plek om te leven, voor verschillende doelgroepen is het hierdoor mogelijk om hier te kunnen blijven wonen”, aldus Panis bij de opening van de boeken­automaat.

“Bibliotheken moeten juist niét blijven hangen in de aloude rol”

Maar in de ogen van Lianne Busser van de Openbare Bibliotheek Gelderland-Zuid is de Theek Away helemaal niet zo revolutionair. “Wat doet de Theek Away? De automaat leent boeken of andere media uit, maar dan zonder tussenkomst van medewerkers. Niks nieuws aan.” Volgens haar moeten bibliotheken juist niét blijven hangen in de aloude rol als uitleencentrum van media. “In onze bibliotheekvoorziening-op-maat in Nijmegen is de collectie beperkt en specifiek gericht op doelgroepen als gezinnen met kleine kinderen, ouderen en allochtonen.”

In de Waalstad lopen op dit moment twee experimenten met deze nieuwe formule voor wijkbibliotheken, waarbij een ­beperkte collectie gecombineerd wordt met een bredere maatschappelijke functie. “We werken steeds meer samen met scholen om jongeren bij cultuur en lezen te betrekken. Daarnaast ondersteunen we de inburgering, hebben we projecten tegen laaggeletterdheid en regelen we speciale voorstellingen en lezingen voor onze leden bij musea en andere culturele instellingen.”

Deze nieuwe taken kunnen door de bibliotheek betaald worden doordat er een kleinere collectie is en het uitlenen volledig geautomatiseerd is. Bovendien wordt er ‘ingewoond’ bij andere wijkvoorzieningen als scholen, dorpshuizen en wijkcentra. Busser: “Hierdoor kan met één medewerker worden volstaan, die zich dan vooral moet richten op het leggen van contacten in de wijk en het bieden van informatie.”

Hetzelfde idee van samenwerking met andere voorzieningen wordt nog verder doorgevoerd bij het Kulturhus in kleine dorpen. Het is een Scandinavisch concept dat in het jaar 2000 in het Overijsselse Zwartsluis voor het eerst in Nederland toegepast werd. Een verzorgingshuis, de lokale radio, een peuterspeelzaal, bibliotheek, kinderopvang en ouderenhuisvesting kwamen onder één dak en werden aangestuurd door één bestuur. Toenmalig burgemeester Smit merkte bij de opening het volgende op: “Door de gemeentelijke herindeling mag Zwartsluis dan als zelfstandige gemeente wel verdwijnen, de gemeenschap van Zwartsluis blijft. En dankzij het Kulturhus is er een krachtcentrale die de nodige energie levert”.

In Zeeland is weer een andere variant op het thema van samenwerking van voorzieningen in kleine kernen gevonden, in de vorm van de Biblioservicebus. De Bibliobus kenden veel kleine dorpen al langer, dat was in feite een boeken­uitleen op wielen. Maar de Biblioservicebus heeft de inwoners van Zeeuwse dorpen veel meer te bieden, betoogt projectleidster Antoinette van Zanten. “Bewoners kunnen er behalve informatie in allerlei vormen ook strippenkaarten, bioscoopkaartjes, treinkaartjes en geld halen. Dus behalve dat de weggevallen dienstverlening in de kernen teruggebracht wordt, draagt de bus ook bij aan een onmisbare component in elk mensenleven: de ontmoeting. Alleen al met het wekelijks verschijnen draagt de bus bij aan de mate waarin dorpsbewoners elkaar tegen het lijf lopen.”

“De bibliotheek heeft een rol als het gaat om de beoordeling en selectie van de oneindige hoeveelheid informatie

op internet”

Al deze initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze de bibliotheek willen vernieuwen. Vanuit de beste bedoelingen wordt omgegaan met de uitdaging van teruglopende inwoneraantallen in met name de dorpskernen, en dalende subsidies, terwijl tegelijkertijd geprobeerd wordt de bibliotheek een bredere functie te geven. Volgens een aantal is de uitleen van media (boeken, tijdschriften, cd’s, dvd’s et cetera) niet de enige functie van de bibliotheek. Ontmoeting, cultuur en algemene dienstverlening lijken steeds belangrijker te worden. En dat dankzij al deze initiatieven in ieder geval gewaarborgd wordt dat er boeken aanwezig zijn om geleend te worden, staat buiten kijf. Maar is dat genoeg om Nederlanders weer aan het lezen te krijgen? En is het überhaupt haalbaar en wenselijk om de trend van ‘ontlezing’ te willen keren? Dit zijn vragen die vooralsnog binnen de hele ‘bibliotheekvernieuwing’ amper gesteld, laat staan beantwoord lijken te worden. Lianne Busser: “De ontlezing is een trend die doorzet, maar of lezen uiteindelijk zal verdwijnen? Nee, ik denk het niet. Maar als je ziet hoe jongeren met lezen omgaan, zal het nog wel verder zakken.” En waarom zou je nog een boek lezen als tegenwoordig bijna alles te vinden is op het internet? Maar dit soort nieuwe bronnen van informatie levert ook nieuwe problemen op, en het zijn deze nieuwe problemen waar Busser zich vooral zorgen over maakt. “Er is een maatschappelijke tweedeling aan het ontstaan doordat je wel moet weten hoe je al die nieuwe informatie kunt vinden, en hoe je vervolgens een goede selectie en beoordeling kunt maken van die oneindige hoeveelheid informatie. Als bibliotheek moeten we een rol gaan spelen om te voorkomen dat ouderen en sociaal zwakkeren hier een achterstand oplopen. De verantwoordelijkheid van bibliotheken houdt niet meer op bij het uitlenen van boeken.”•

Inhoud