publicatie

Tribune 10/2000: Stakingen in Nederland

Tribune 20 oktober 2000

Staakt!

Staakt!

Staakt!

Staken haalt toch niets uit, en: vroeger werd er veel meer gestaakt dan nu zijn fabels die doeltreffend doorgeprikt worden in het boek Stakingen in Nederland, waarop Sjaak van der Velden onlangs promoveerde.

Een opmerkelijk proefschrift van een opmerkelijke wetenschapper.

Tekst Peter Verschuren Foto Archief SP

Een student geschiedenis die timmerman wordt, vervolgens in de avonduren de draad van zijn studie weer oppakt en uiteindelijk promoveert op een proefschrift over ‘alle’ stakingen in Nederland tussen 1810 en 1999. Daar moet wel een verhaal achter zitten.

Van der Velden: ‘Ik kom uit een Rotterdams arbeidersgezin en heb als linkse scholier meegedaan aan de solidariteitsacties voor de havenarbeiders in de geruchtmakende wilde staking van 1970. Dat heeft natuurlijk een rol gespeeld. En verder kwaadheid over een aantal zaken. Neem de bouwvakstaking van 1995. De Volkskrant brengt een grote foto van joelende jongens die naar de meiden op een podium kijken. Maar geen woord over de achtergrond van het conflict. Of de wrange toon waarmee veel veertigers de samenleving beschrijven. Vroeger, toen ze zelf nog idealen hadden en daarvoor knokten gebeurde er van alles. Nu gebeurt er niets meer. Dat is onzin. Er gebeurt heel veel, ook onder jongeren. Het hele boek is een pleidooi voor optimisme.’

Ergernis is er ook bij Van der Velden over de statistieken van het aantal stakingen in Nederland. ‘Daarin is veel niet terug te vinden. De officiële cijfers komen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Maar dat kijkt alleen naar de stakingen die gemeld worden in berichten van het ANP. Ik kijk ook naar de meldingen in vakbondsbladen en bedrijfsbladen. Dat levert vaak een heel verschil op.’ Sinds de metaalstaking van 1972 verzamelt Van der Velden alles over stakingen in Nederland. ‘Dat was de tijd van ’s ochtends bij de fabriekspoort staan met revolutionaire pamfletten en dan door naar school.’

Stakingen in Nederland analyseert twee eeuwen arbeidersstrijd-zonder-poldermodel. Een CD-rom die bij het boek geleverd wordt, geeft daarnaast een korte beschrijving van alle 15.000 stakingen en bedrijfsbezettingen die Van der Velden opgespoord heeft. Van de veenderijstaking van 1810 in het Friese Schoterland, tot de staking bij Nutricia in Zoetermeer, november ’98. Wat concludeer je uit al die strijd? Loont staken?

‘Jazeker, het merendeel van de stakingen levert resultaat op. Niet altijd dat alle eisen binnengehaald worden, maar er wordt vaak wel degelijk wat bereikt. En in de laatste 25 jaar meer dan in de periode daarvoor.’

Waarom wordt er dan niet vaker gestaakt? Ligt dat aan de bonden die niet willen, of aan de arbeiders die niet in beweging te krijgen zijn?

‘Daar kan ik geen algemeen antwoord op geven. Wat ik wel merk, is dat de vakbeweging het heel moeilijk accepteert dat mensen zélf wat willen doen. Neem de bouwstaking van 1995. Van a tot z door de bondsleiding geregisseerd. Met terugkomdagen, een cadeautje voor thuis, een dag waarop ook de partners welkom waren – en trouwens ook een akkoord dat de stakers via de televisie moesten vernemen. Maar als groepen actieve leden zélf initiatieven ontplooien, gaat het heel anders. Dan wordt er al snel met royement gedreigd. En het lijkt er soms ook op dat de bonden mensen in beweging willen brengen, die echt niet willen. Om dan te kunnen zeggen zie je wel, ze willen niet. Of er meer gestaakt moet worden, dat is niet aan mij om te beoordelen. Ik concludeer wel dat er geen reden is voor de bond om bang te zijn voor een staking. Verder vind ik dat de bonden meer naar hun leden moeten luisteren: en eigenlijk is dat al een vreemde conclusie, want de leden horen natuurlijk de bond te zíjn. Maar wat je nu ziet, is dat de bond zich sterk verbonden heeft aan het algemeen belang.’

Werd er vroeger meer gestaakt dan nu?

‘Als je kijkt naar het aantal stakingen, dan wel. Maar als je ook rekening houdt met het aantal deelnemers en de werkdagen die ermee gemoeid zijn, – en je zet dat af tegen het totaal aantal werknemers – dan krijg je een ander beeld. Tot de jaren ’20 van de vorige eeuw blijkt dan heel weinig gestaakt te zijn, en sindsdien is de stakingsbereidheid vrij constant. Er is een beeld dat er vroeger veel meer gebeurde. Maar dat betrof vaak kleine groepen die nogal luidruchtig waren, terwijl de meerderheid erg gezagstrouw was. Tegenwoordig laten de mensen zich veel minder aanleunen.’

De feiten die Van der Velden presenteert, rekenen ook af met andere onjuiste beelden.

Bijvoorbeeld dat van de naoorlogse rust op het arbeidsfront, en van de gezapige jaren negentig. Met ruim 800.000 gestaakte dagen staat 1995 op de tweede plaats van de naoorlogse staakjaren-toptien. Eerste staat 1946 met ruim 1,1 miljoen gestaakte dagen. Wat ook al niet blijkt te kloppen, is dat de vakbonden veel staken op momenten dat ze sterk staan. In de jaren zestig hebben de bonden een recordaantal leden. Toch blijkt dat ze juist dan weinig gebruik maken van het stakingswapen.

Gevraagd naar belangrijke stakingen noemt Van der Velden de stakingsgolf in het begin van de jaren ’60 (‘die was heel belangrijk omdat hij afgerekend heeft met de strak geleide loonpolitiek van de regering) en de haven- en metaalstakingen van 1970, die resulteerden in de 400 gulden-loongolf. ‘En wat ik ook een opvallende vind, is de staking om de WAO van 1991. Die was niet op het directe eigen belang gericht, en toch kwam men heel massaal in beweging.’

Het proefschrift van Sjaak van der Velden is in een handelseditie verschenen onder de titel ‘Stakingen in Nederland – arbeidersstrijd 1830-1995’. Het is uitgegeven door Stichting beheer IISG en kost – inclusief CD-rom met een beschrijving van bijna 15.000 stakingen – fl. 79,90.

Havens en bouw koplopers in stakingen

Ruim 30 miljoen werkdagen zijn in Nederland sinds 1810 stakend doorgebracht. Omgerekend naar de omvang van de beroepsbevolking, hebben de arbeiders in Noord-Holland het vaakst het werk neergelegd. In het Noorden van het land werd in het verleden duidelijk meer gestaakt dan nu. Voor het Zuiden ligt dat precies andersom. De eeuwige strijd tussen Amsterdam en Rotterdam eindigt op dit punt onbeslist: in beide steden is door de tijd heen ongeveer evenveel gestaakt. Beroepssectoren waarin het werk vaak is neergelegd, zijn de bouw en de havens. Ook de werkverschaffing vóór en kort na de oorlog was een belangrijke bron van arbeidsonrust.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board

  • De maat is vol! Met de afbraak van sociale voorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs, met de privatisering van gemeenschapsvoorzieningen en de uitverkoop van nutstaken, verdwijnt ook de solidariteit en de gelijkwaardigheid van mensen. Wat resteert is een jungle. De SP pikt die ontwikkeling niet – en lanceert een grote campagne.
  • Sjaak van der Velden studeerde geschiedenis, werd timmerman, pakte de studiedraad weer op en promoveerde onlangs op een proefschrift over alle stakingen in Nederland sinds 1810. Hij komt tot verrassende conclusies.
  • Ongewild werd acteur Gijs Scholten van Aschat actieleider van de boze theatergezelschappen. In de Tribune veegt hij de vloer aan met de cultuurpolitiek van Paars. ‘Staatssecretaris Van der Ploeg maakt zich niet sterk voor de kunst. Zijn portefeuille is niet meer dan een speeltje.’
  • De Turkse moeders uit Deventer hebben gewonnen. Na een jaar van actievoeren kregen ze voor elkaar, dat hun kinderen voortaan met Nederlandse leeftijdsgenootjes naar een gemengde school kunnen. ‘We hebben moeten vechten voor iets waar onze kinderen volgens de wet gewoon recht op hebben.’
  • Eind september was Praag het toneel van heftige protesten tegen het IMF en de Wereldbank. Onder de demonstranten bevonden zich tientallen SP’ers. Waarop richt zich hun de kritiek? De tweede aflevering uit de Tribune-serie over globalisering.
  • Tien jaar Duitse eenwording is uitgedraaid op een bittere desillusie. Helmut Kohl beloofde vrijheid en welstand aan de Oostduitsers, maar inmiddels voelen velen van hen zich tweederangs burgers.