publicatie

Tribune 10/2000: Globalisering: Scheuren in de macht

Tribune 20 oktober 2000

IMF en Wereldbank bijten steeds vaker in het stof

Scheuren in de macht

Er is iets aan de hand met de grote financiële instellingen IMF (Internationaal Monetair Fonds) en de Wereldbank. Waren zij vroeger slechts bekend bij een handjevol politici, economen en Derdewereld-clubs, nu lijken deze organisaties een magnetische aantrekkingskracht uit te oefenen op de wereldwijde actiebeweging tegen de neoliberale globalisering. Waar zij ooit boven elke wet en kritiek verheven leken, moeten ze de laatste jaren steeds vaker in het stof bijten.

Tekst Johan van den Hout en Ewout Irrgang Foto Blue Brother

Seattle, december 1999: met tienduizenden tegelijk protesteren progressieve partijen, vakbonden, mensenrechtenorganisaties, kerk-genootschappen en milieubewegingen tegen een nieuwe ‘ronde’ van de Wereld-handelsorganisatie (WTO). De bijeenkomst eindigt zonder resultaat en in een sfeer van chaos, onenigheid en traangas.

Washington, april dit jaar: opnieuw verzamelt zich een leger demonstranten en weer volgt een bruut optreden van de politie. Deze keer bij de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank.

Juni 2000: het toch al gedeukte imago van de ‘tweeling’ komt nog verder onder druk te staan als de chef-econoom en getipt Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz gedwongen wordt de Wereldbank te verlaten vanwege zijn kritische houding. In het Amerikaanse tijdschrift New Republic stelde Stiglitz zich symbolisch achter de demonstranten op. Vlak daarna gaf een van de auteurs van het World Development Report, de Indiase econoom Ravi Kanbur, er de brui aan omdat hij niet te spreken was over de invloed van de Verenigde Staten op deze publicatie van de Wereldbank.

Praag, eind september 2000: twaalfduizend demonstranten protesteren tegen het beleid van het IMF en de Wereldbank. De deel-nemers aan de najaarsvergadering liepen urenlange vertragingen op door de opgeworpen blokkades en de wereldtopbijeenkomst moest vroegtijdig beëindigd worden. Ook de SP was bij deze ‘Praagse Herfst’ aanwezig met een 45 man sterke delegatie, onder wie fractievoorzitter Jan Marijnissen.

Kortom, het IMF en de Wereldbank liggen stevig onder vuur. Maar waarop richt de kritiek zich eigenlijk?

Een ‘structureel aanpassingsprogramma’ (SAP) bevat doorgaans een aantal typisch neoliberale eisen

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank werden tezamen na de Tweede Wereldoorlog in het Amerikaanse Bretton Woods opgericht als ‘gespecialiseerde organisaties’ van de Verenigde Naties. Doel van het IMF is het soepel laten verlopen van het internationale betalingsverkeer. Elk land heeft een hoeveelheid goud en deviezen bij het fonds gedeponeerd en krijgt in ruil hiervoor het recht om, in tijden van tekort aan buitenlands geld, te lenen van het IMF tot een bepaald maximum. De Wereldbank verstrekt zogenaamde ‘zachte’ leningen aan voornamelijk Derdewereldlanden, met als doel armoede te bestrijding.

Van deze twee organisaties is het IMF ongetwijfeld de machtigste. Naast de noodhulpfunctie waarvoor het IMF is opgericht, kan zij zelf ook leningen verstrekken aan Derdewereldlanden. Dat geld was en is hard nodig. Sinds begin jaren tachtig zijn veel ontwikkelingslanden in de problemen geraakt, mede door de enorme schulden die ze toen al moesten inlossen aan het Westen. Ze hadden behoefte aan nieuwe leningen om importproducten en de rente op hun schuld te kunnen blijven betalen. Die nieuwe leningen konden ze krijgen van het IMF, maar alleen op voorwaarde dat ze hun financiën saneerden op de manier die Fonds en Bank graag zien. De landen werden gedwongen een zogenaamd ‘structureel aanpassingsprogramma’ (SAP) uit te voeren. Een SAP bevat doorgaans de volgende – typisch neoliberale – eisen. De lokale markt moet geopend worden voor westerse producten (waarmee bescherming van lokale producenten wegvalt), overheidsbedrijven moeten geprivatiseerd worden en de overheidsuitgaven drastisch verlaagd

IMF en Wereldbank bereikten wat zij wilden, maar de armoede, werkloosheid en ellende in de Derde Wereld nam enorm toe

Dat laatste leidt er bijvoorbeeld toe dat voedselsubsidies voor de armen worden afgeschaft. In Brazilië werd het budget voor handhaving van milieuwetten in het Amazonegebied vorig jaar gehalveerd. Om de overheidsuitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg te kunnen verlagen werden in 75 procent van de Wereldbank-projecten in de sub-Sahara eigen bijdragen voor scholen en ziekenhuizen geïntroduceerd. De gevolgen: in Ghana kon 65 procent van de gezinnen op het platteland hun kinderen niet meer naar school sturen omdat ze het schoolgeld niet konden opbrengen. In Kenia leidde de introductie van een eigen bijdrage voor de gezondheidszorg tot een halvering van het ziekenhuisbezoek, en in Zimbabwe tot een verdubbeling van het aantal vrouwen dat tijdens een bevalling overlijdt. Velen verliezen hun baan in de publieke sector. Het gevolg is dat de koopkracht daalt. Volgens het IMF is dit goed, want dan daalt ook de import, verbetert de handelsbalans en kunnen de landen hun schulden aflossen. Maar een belangrijker effect is dat de binnenlandse industrie inzakt en ter ziele gaat. Hierdoor nemen de armoede, werkloosheid en ellende in de Derde Wereld enorm toe. Zo daalden in de jaren tachtig de lonen in Argentinië met bijna 40 procent en steeg de armoede met meer dan 30 procent. Er zijn nu op de wereld meer armen dan ooit en de kloof tussen arm en rijk is groter dan ooit. Het Human Development Report van de Verenigde Naties meldt: ‘Het inkomensverschil tussen de 20 procent rijkste en 20 procent armste mensen steeg van een factor 30 in 1960 tot een factor 74 in 1997.’

Ook Nederlands belastinggeld wordt via het IMF gebruikt om speculanten te redden van de ondergang

In de jaren tachtig en begin jaren negentig bleef de afkeuring over dit alles voornamelijk beperkt tot een kleine kring van linkse activisten. In de tweede helft van de jaren negentig, met name na de Azië-crisis, nam de kritiek op het IMF echter sterk toe. Nadat de door het Fonds afgedwongen liberalisering van het kapitaalverkeer grote speculatieve geldstromen naar Thailand, Korea en andere ‘Aziatisch tijgers’ teweeg had gebracht, trokken deze speculanten hun geld bij het ontstaan van overproductie en leegstand even snel en op massale schaal weer terug. Het IMF verstrekte vervolgens voor zo’n 100 miljard dollar aan leningen om de koers van de nationale munten op peil te houden. Niet voor lang, maar lang genoeg voor buitenlandse investeerders en de nationale elite om hun kapitaal voordelig om te zetten in dollars, waarna de koers alsnog onderuit ging. Ook Nederlands belastinggeld wordt zo via het IMF gebruikt om financiers te redden van de ondergang. Ondertussen verloren in Azië zo’n tien miljoen mensen hun baan door de sluiting van talloze bedrijven.

Voormalig Wereldbank-topman Stiglitz hekelde vorig jaar het ‘excessieve vertrouwen in handboek modellen’ van het IMF, met name ‘het neoliberale model’. Volgens Stiglitz krijgen arme landen van het IMF te horen dat er maar één beleid is dat werkt. ‘Maar dat is geen economie, dat is ideologie.’ En Henry Kissinger – toch niet bepaald een linkse rakker – sneerde twee jaar geleden al: ‘Het IMF werkt net als een dokter die maar één pilletje heeft voor iedere ziekte.’ Volgens hem leidt de politiek van het Fonds altijd tot ‘explosieve werkloosheid en groeiende malaise onder de bevolking’. Toch heeft het IMF nog niet veel geleerd. De mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties stelde in juli in een rapport dat het IMF ‘doorgaat met de achterkamertjespolitiek, de centralisering van de macht, en het ontkennen van verantwoordelijkheid. Zelfs als een crisis kan worden getraceerd tot beleid dat een land gedwongen werd te accepteren door de voorwaarden van het Fonds’.

De ‘Washington-consensus’, het idee dat alleen vrijhandel ontwikkeling kan brengen, begint forse scheuren te vertonen.

Dankzij de megaprojecten van de Wereldbank worden vaak duizenden arme mensen gedwongen te verhuizen

De Wereldbank heeft als slogan ‘Onze droom is een wereld zonder armoede’. Toch wordt de Bank zwaar bekritiseerd vanwege de gevolgen van haar ‘armoedebestrijdingsprojecten’ voor mens en milieu. De Bank heeft dezelfde neoliberale ideeën over ontwikkeling als het IMF. De projecten die de Wereldbank financiert, leiden erg onder wat ontwikkelingseconomen ‘kapitaalfundamentalisme’ noemen: het achterhaalde jaren-vijftigidee dat grote infrastructurele projecten het beste zijn voor de ontwikkeling van een land. De Bank heeft dan ook een grote voorkeur voor het aanleggen van stuwdammen, kolencentrales, of het financieren van de winning van grondstoffen zoals olie. Bij deze megaprojecten worden vaak duizenden arme mensen gedwongen te verhuizen. De Wereldbank geeft ook leningen om herhuisvestingprojecten te financieren, maar dat geld komt vaak niet bij de mensen terecht of is volstrekt onvoldoende. Tussen 1986 en 1993 werden door Wereldbank-projecten 2 miljoen mensen (!) gedwongen te verhuizen, werden meer dan 22 huisvestingsprojecten afgelast en 632.000 mensen aan hun lot overgelaten. In 1994 keurde de Bank 25 projecten goed waardoor uiteindelijk bijna 460.000 mensen huis en haard moesten verlaten. De ‘50 jaar is genoeg’-campagne die wereldwijd werd gevoerd ten tijde van het jubileum van de Wereldbank en het IMF, leidde er uiteindelijk toe dat de Wereldbank haar beleid iets ging bijstellen en zich vooral meer druk ging maken om haar imago. Desondanks ging in 1998 toch nog maar 11 procent van de leningen naar onderwijs (terwijl dit door de Bank zo wordt bejubeld als het beste middel tegen armoede) en werd tegelijkertijd het dubbele uitgetrokken voor de financiële en de energiesector.

In de zomer van dit jaar maakte de Wereldbank bekend dat het, ondanks een vernietigend rapport van haar eigen inspectiepanel, doorgaat met het financieren van de gedwongen verhuizing van 60 duizend Chinezen naar het door China bezette Tibet. De verontwaardiging die dit in vele landen teweegbracht, dwong een groot aantal regeringen ertoe hun steun voor het project in het bestuur van de Wereldbank in te trekken. De Bank mag ondertussen wel verdergaan met het financieren van een aantal stuwdammen, waardoor de straatarme Chinezen tóch moeten verhuizen en uiteindelijk nog slechter af zijn.

De voortrekkers van de neoliberale globalisering voeren een ware hetze tegen alle alternatieve ontwikkelingsmodellen

Ook in het kwijtschelden van schulden speelt de Wereldbank een rol. Het zogenaamde HIPC-project voorziet hierin, maar een land dat in aanmerking wil komen voor kwijtschelding, moet wel eerst drie jaar lang een SAP uitvoeren waarbij het gedwongen wordt de bestedingen aan gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid te verminderen. Zo was Tanzania, een van de HIPC-landen, vorig jaar negen keer zoveel geld kwijt aan rente en aflossing in verband met schulden dan zij aan onderwijs kon uitgeven. En dat terwijl de Wereldbank claimt dat het een voorstander is van schuldreductie, juist om de armste landen meer ruimte te geven voor sociale uitgaven. Overigens leidt het HIPC zelf nog steeds onder een groot gebrek aan geld, ondanks de mooie beloftes van westerse leiders dat het programma zal worden uitgebreid.

Naast de Wereldhandelsorganisatie WTO zijn het IMF en de Wereldbank de grote voortrekkers van de neoliberale globalisering. Met name in de Derdewereldlanden zorgen zij voor de afbraak van economische, sociale en ecologische grenzen en voor het uitverkopen van de publieke zaak aan de markt. Zij zijn de belangrijkste internationale woordvoerders van de neoliberale ideologie en met hun gevraagde en ongevraagde adviezen over het economische beleid van alle landen op de wereld legitimeren zij de verregaande privatiseringen en voeren een ware hetze tegen alle alternatieve ontwikkelingsmodellen. In de campagne tegen deze vorm van globalisering zal de SP grote nadruk blijven leggen op het reilen en zeilen van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.

Globalisering

In een serie van vier artikelen besteedt de Tribune aandacht aan neoliberale globalisering. Het eerste verhaal behandelde de financiële markten en het verzet daartegen. Dit deel bespreekt de macht van het IMF en de Wereldbank. De derde aflevering is gewijd aan de Franse boerenbond Confédération Paysanne en haar verzet tegen ‘la mal boeuf’. En deel 4 neemt de wereldhandelsorganisatie WTO onder de loep. De schrijvers, Ewout Irrgang en Johan van den Hout – medewerkers van de SP-Kamerfractie – spraken met vele deskundigen, schuimden het Internet af en reisden naar Parijs en Praag op zoek naar materiaal. In Nederland bereidt de SP acties voor om het onderwerp op een zeer concrete manier onder de aandacht te brengen. Mocht u interesse hebben in het onderwerp neoliberale globalisering, meldt u aan bij Ewout Irrgang, telefoon 070-3183812 of per e-mail: eirrgang@sp.nl

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board

  • De maat is vol! Met de afbraak van sociale voorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs, met de privatisering van gemeenschapsvoorzieningen en de uitverkoop van nutstaken, verdwijnt ook de solidariteit en de gelijkwaardigheid van mensen. Wat resteert is een jungle. De SP pikt die ontwikkeling niet – en lanceert een grote campagne.
  • Sjaak van der Velden studeerde geschiedenis, werd timmerman, pakte de studiedraad weer op en promoveerde onlangs op een proefschrift over alle stakingen in Nederland sinds 1810. Hij komt tot verrassende conclusies.
  • Ongewild werd acteur Gijs Scholten van Aschat actieleider van de boze theatergezelschappen. In de Tribune veegt hij de vloer aan met de cultuurpolitiek van Paars. ‘Staatssecretaris Van der Ploeg maakt zich niet sterk voor de kunst. Zijn portefeuille is niet meer dan een speeltje.’
  • De Turkse moeders uit Deventer hebben gewonnen. Na een jaar van actievoeren kregen ze voor elkaar, dat hun kinderen voortaan met Nederlandse leeftijdsgenootjes naar een gemengde school kunnen. ‘We hebben moeten vechten voor iets waar onze kinderen volgens de wet gewoon recht op hebben.’
  • Eind september was Praag het toneel van heftige protesten tegen het IMF en de Wereldbank. Onder de demonstranten bevonden zich tientallen SP’ers. Waarop richt zich hun de kritiek? De tweede aflevering uit de Tribune-serie over globalisering.
  • Tien jaar Duitse eenwording is uitgedraaid op een bittere desillusie. Helmut Kohl beloofde vrijheid en welstand aan de Oostduitsers, maar inmiddels voelen velen van hen zich tweederangs burgers.