Tribune 5/99 Interview: Yvonne Kroonenberg

Interview

Yvonne Kroonenberg

Een recensent verweet haar eens de diepgang van een badeend te hebben. Yvonne Kroonenberg zit daar niet zo mee. Haar columns – waarin ze de hilariteiten tussen twee gelieven beschrijft – hoeven niet zo diep. Zolang de visie maar twee of drie keer lezen stand houdt. Een monoloog over vrouwen die denken het huishouden eerlijk te kunnen verdelen, over behaagzieke "hondenmannen" en over "kattenmannen" die op schoot springen bij een ieder die daar niet van gediend is.

Tekst Christine de Vos Foto Akke van Eck

"Vrouwen zijn tamelijk humorloos, ze neigen zelden tot zelfspot"

Playboy zocht een vrouw die over seks kon schrijven zonder vulgair te zijn. In tegenstelling tot veel andere vrouwen, vind ik het blad helemaal niet vrouwonvriendelijk. De Playboyman is juist erg op vrouwen gesteld. Hij droomt van mooie meisjes, net zoals hij van mooie auto's droomt. Natuurlijk weet hij best dat hij die vrouwen nooit zal kunnen krijgen, maar dromen mag. Een man fantaseert niet over een huisvrouw, daarvan heeft hij er thuis én. Ik heb in Playboy nooit één onvertogen woord over vrouwen gelezen. Bij de Playmate van de Maand staan altijd haar hobby's vermeld en wat ze belangrijk vindt in het leven. Nóóit wordt ze afgeschilderd als een doos op pootjes.

Ik denk niet dat een man stukjes zoals die van mij zou kunnen schrijven over vrouwen. Als vrouw zit ik in een minderheidspositie. De knecht maakt grappen over de baas. Andersom is niet kies. Een machthebber die sneert over een ondergeschikte is niet leuk. Rob Kamphues, de cabaretier uit Spijkers met Koppen zou het kunnen. Ik hoorde pas een radiocolumn van hem, waarin hij zei dat mannen veel erger zijn dan ik denk. Als het aan hen lag, zouden ze de biologie zó bewerken dat kinderen pas leren praten als ze het huis uitgaan, zei hij. En ook, dat vrouwen sterven tegen de tijd dat ze lelijk worden. Heel geestig!

Ik schrijf niet alleen over hoe knullig en dom mannen soms kunnen doen. Vrouwen neem ik net zo goed op de hak. Hoe kunnen ze nou denken dat het huishouden eerlijk te verdelen valt en dat de man daar uit zichzelf aan meewerkt? Dat doet hij niet en hij heeft gelijk ook. Er zijn veel leukere dingen dan stofzuigen. En hoe halen ze het in hun hoofd, dat ze het beter doen dan de vrouw van hun minnaar? Zijn vrouw begrijpt hem best, alleen de seks is saai geworden. Dáár neemt hij een vriendin voor en niet om eens diepzinnig met een ander over het leven te filosoferen.

De hysterie rond vreemdgaan snap ik niet goed. Zo theatraal als vrouwen roepen hij heeft me bedrogen! Mens, hij is er niet met de kas vandoor. Hij heeft alleen met een ander gevrijd! Die dingen komen voor, je kan het vaak niet helpen. Soms vind je jezelf in bed met een ander en heb je geen idee hoe het zo is gekomen en al helemáál niet waarom ook alweer. Het getuigt van een enorme hoogmoed te beloven altijd trouw te zijn. Je kan net zo goed beloven nooit over te geven. Dat heb je ook niet in de hand. Na tien jaar huwelijk is ontrouw geen reden meer om uit elkaar te gaan. Uitpraten dus. Dáár zijn vrouwen goed in. Altijd moet alles uitentreuren worden uitgepraat. Stel je dan de mogelijkheden in een lesbische relatie eens voor. Daar geldt alles dubbel. Ik heb zelden zo'n vreugdeloze wereld meegemaakt als de pottenscene. Vrouwen zijn tamelijk humorloos, neigen zelden tot zelfspot. Dat is raar. Minderheden en onderdrukten hebben vaak veel humor. Jodenhumor – gemaakt door joden, bedoel ik – is fantastisch! Maar vrouwen voelen zich meteen aangevallen door de seksistische mannenwereld.

Ik ga door voor feministische schrijfster. Maar als je goed leest, merk je dat ik met alle vormen van genoegen een overhemd strijk voor mijn verloofde. Zeker, er valt nog best wel wat te verwerven aan vrouwenrechten, maar niet door mij. Ik ben niet zo'n barricadenbeklimster. We hebben hier toch geen sociale misstanden? Komt het in Nederland soms voor dat vrouwen geknield en met afgewend gelaat het eten moeten serveren? Op het platteland van Nepal mogen ze de naam van hun man niet eens uitspreken. Die hebben ze op de arm getatoeëerd. Het is waar dat vrouwen hier minder verdienen dan mannen en dat ze, bij bedrijven waar ze de baas zijn, door bezoekers wel eens voor secretaresse worden aangezien. Maar zijn dat sociale misstanden? Het gaat heel goed met de vrouwenemancipatie. Er wordt aandacht aan besteed. Niet altijd op de juiste manier. Maar toch. Positieve discriminatie vind ik volstrekt onsympathiek en nutteloos. Als je vrouwen of allochtonen voortrekt keldert hun aanzien als groep. Van een vrouwelijke politieagent weet je: die is niet op haar kwaliteit uitgezocht, maar om het vrouwenquotum te halen. Het stigmatiseert. Bovendien krijg je, dat – na jarenlang knokken – verworven rechten ineens plichten zijn geworden. Eerst bevochten onze moeders en grootmoeders de mannen om te mogen studeren en carrière te maken, nu bevechten wij elkaar voor het recht om thuis te blijven. Een vrouw die full-time voor het huishouden en de kinderen zorgt, teert in de ogen van de carrièrejaagsters op de portemonnee van haar man. Wat een onzin!

Een recensent verweet mij eens de diepgang te hebben van een badeend. Dat is een erg geestige beeldspraak, maar niet waar. Als je humor schrijft, zal het wel nergens over gaan, denkt men. Ik heb ook nooit beweerd een tweede Nietzsche te zijn. Mijn verhalen moeten een kleine visie hebben die stand houdt na twee of drie keer lezen. Meer is niet nodig voor alledaagse dingen. Neem mijn typering van de "hondenman". Hij wil alleen maar behagen en je doet hem geen groter plezier dan een opdracht te geven. Dit in tegenstelling tot de "kattenman". Hij springt, net als een kat, níet op schoot bij visite die hem leuk vindt, maar heeft zijn zinnen gezet op het ene meisje dat niets van hem wil weten. Best mogelijk dat een psychoanalyticus de theorie meteen aan flarden scheurt, maar daar gaat het ook niet om. Het is humor met een beetje visie.

Mijn persoonlijke belevingswereld gaat natuurlijk wel verder. Ik hou nauwgezet het wereldnieuws bij. Ik vind het mijn burgerplicht om me op de hoogte te stellen van wat er om me heen gebeurt. Maar mijn opinies ontleen ik aan andere, meer geleerde mensen. J.A.A van Doorn bijvoorbeeld, die schrijft in HP/De Tijd, vind ik een ontzettend erudiete man. En ik vraag sommige van mijn vrienden: wat vinden wij van die of die ontwikkeling? Stemmen is voor mij ook een plicht. Maar of het wéttelijk voorgeschreven moet zijn weet ik niet. Het is goed dat je mensen dwingt na te denken over wat zij vinden, maar daar staat tegenover dat je een groot aantal onzinstemmen krijgt die uiteindelijk ook niet vertegenwoordigen wat het volk wil.

Ik stem tegen mijn eigen belangen in. Met mij gaat het goed en met mensen die net zoveel verdienen als ik ook. Ik vind dat de overheid moet zorgen voor degenen die minder geluk hebben. Heel rijk zijn is niet erg, heel arm zijn wel. Onderwijs is belangrijk. Nóg belangrijker dan gezondheidszorg. Iedereen moet zo lang mogelijk naar school kunnen. Ik kan toevallig een kunstje waar mensen geld voor over hebben, maar als je niks kunt, dom of onhandig bent, heb je óók recht op een goed leven. Daar moet de overheid voor zorgen.

"De beste manier om journalist te worden is er naast te gaan liggen," dacht Yvonne Kroonenberg (48) toen ze de psychologie vaarwel wilde zeggen. Via een "verloofde" kwam ze bij NRC Handelsblad terecht. Haar columns voor Playboy werden gebundeld onder de intrigerende titel Alles went behalve een vent. Later verschenen onder meer Het zit op de bank en het zapt en Kan ik hem nog ruilen? Nu schrijft ze jeugdboeken over paarden en maakt ze reisreportages.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board

  • Column Jan Marijnissen: Afzwaaiers van de eeuw

  • Met de oorlog in Joegoslavië is precies bereikt wat de NAVO zei te willen voorkomen. Een gesprek met SP-defensiewoordvoerder Harry van Bommel over zijn taaie verzet tegen de bombardementen.

  • "Ik ga door voor een feministisch schrijfster, maar ik ben niet zo'n barricadenbeklimster,' zegt Yvonne Kroonenberg.

  • Donderdag 10 juni: Europese verkiezingen. Wat heeft een partij als de SP te zoeken bij die verzameling van zakkenvullers? Lijsttrekker Erik Meijer geeft antwoord: "We willen juist tegengas geven. Want wie zwijgt, stemt toe!"

  • De schuldenlast hangt als een molensteen om de nek van de Derde Wereld. Jubilee 2000 heet de wereldwijde campagne om de armste landen schuldenvrij het nieuwe millennium in te laten gaan.

  • Theo de Buurtconciërge; strip van Wim Stevenhagen