publicatie

Spanning november 2010 :: Eenzijdig eigenbelang te vuur en te zwaard verdedigd

Spanning, november 2010

Eenzijdig eigenbelang te vuur en te zwaard verdedigd

Het buitenlandbeleid van de nieuwe regering belooft weinig goeds. In de buitenlandparagraaf van het regeerakkoord ‘Vrijheid en Verantwoordelijkheid’ worden de veiligheid, het welzijn en de economische belangen van Nederland en de Nederlanders gepresenteerd als uitgangspunt van het buitenlands beleid. De internationale solidariteit, die vooral wordt opgehangen aan ontwikkelingssamenwerking en Europese integratie, wordt als een traditioneel en daarmee achterhaald kenmerk weggezet. De vrijwillige bijdragen die Nederland naast contributie aan internationale organisaties geeft, worden wegbezuinigd en over de rol van de Verenigde Naties wordt met geen woord gerept. Dit laatste verbaast, gezien het recente pleidooi van premier Balkenende dat de VN haar rol terug zou moeten veroveren in het aanpakken van de verschillende internationale crises.

Tekst: Jan Schaake, algemeen secretaris Kerk en Vrede Foto: Cynthia Boll / Hollandse Hoogte

De keuze voor het eigenbelang wordt al meteen vertaald in de nadruk op energie- en grondstoffenzekerheid en de bevordering van de handels- en economische belangen van Nederland en Nederlandse bedrijven. Deze vertalingen worden later in de buitenlandparagraaf ingevuld met het voornemen actief deel te nemen aan militaire missies die de koopvaardij beschermen tegen piraterij. Ook komt het eigenbelang duidelijk tot uiting in de grotere rol die het bedrijfsleven krijgt in de ontwikkelingssamenwerking. Er zal vooral gekozen worden voor programma’s op thema’s waar het Nederlands bedrijfsleven sterk in is. Het perspectief van de allerarmsten en hun behoeften, en de sociaal-economische achtergrond van piraterij, worden in deze op eigenbelang gerichte benadering volstrekt buiten beschouwing gelaten.

Militarisering van het buitenlandbeleid

De eenzijdige nadruk op de militaire verdediging van energie- en grondstoffenvoorziening vormt een heilloze weg, die in de nabije toekomst tot steeds omvangrijkere gewelddadige conflicten zal leiden; met als gevolg dat ook steeds meer mensen op drift raken. In het regeerakkoord staat dat het kabinet kennelijk de krijgsmacht wil inzetten om ‘de illegale immigratie’ aan banden te leggen. Er wordt dus niet gekeken naar de oorzaken van migratiestromen.

De keuze om in het buitenlands beleid vooral voor de nationale economische belangen op te komen, vertaalt zich ook in het voornemen om in NAVO-verband de internationale strijd tegen terrorisme actief te ondersteunen. Tijdens de gevoerde oorlogen in Irak en Afghanistan is de doelstelling om het terrorisme te bevechten niet behaald, maar is eerder een grotere voedingsbodem voor ressentiment en terrorisme gecreëerd. In plaats van deze conclusie te trekken, wordt het Nederlands beleid op dit punt aangescherpt. Dat in het regeerakkoord al concreet wordt meegedeeld dat de regering binnenkort een artikel 100-brief aan de Kamer zal sturen over een nieuwe missie naar Afghanistan is uniek, maar bepaald niet lovenswaardig. Het is uitzonderlijk om in een regeerakkoord een concreet voornemen voor een nieuw militair avontuur

te presenteren.

Maar de militarisering van het Nederlands buitenlandbeleid blijft niet beperkt tot het budget van Defensie. Het nieuwe kabinet is van plan om (delen van) militaire missies te financieren uit het budget van ontwikkelingssamenwerking – dat al van 0,8 naar 0,7 procent van het BNP is teruggebracht – en de integratie van ontwikkelingssamenwerking bij militaire missies, onderdeel van de zogenaamde 3D-benadering, verder uit te bouwen. De 3D-benadering staat voor het integreren van defensie, diplomatie en ontwikkeling (Defence, Diplomacy, Development); in de praktijk leidt dit ertoe dat ontwikkelingswerkers met een geweer komen.

Gemiste kansen

Het nieuwe beleid van de regering is vooral een beleid van gemiste kansen. We vinden geen woord terug van de plannen om te investeren in burgervredeswerk, om de investeringen in de wapenproductie aan banden te leggen, om de nog steeds gigantische kernwapen-arsenalen terug te dringen en om veel meer werk te maken van diplomatieke middelen om conflicten elders te helpen oplossen. In het conflict tussen Israël en Palestina wordt onomwonden de Israëlische zijde gekozen.

Wat echter wel gewoon doorgaat, ondanks alle bezuinigingen, is het – zeker op termijn – miljoenen verslindende Joint Strike Fighter-traject. Waar in de buitenlandparagraaf wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking, Europese integratie en internationale organisaties, blijft het defensiebudget volstrekt buiten schot. Weliswaar wordt in de meegeleverde cijfers van het Centraal Planbureau (maar niet in het regeerakkoord zelf) een structurele bezuiniging ingeboekt van 635 miljoen op Defensie, maar als de kosten van daadwerkelijke militaire missies ten laste komen van ontwikkelingssamenwerking, dan wordt dat ruimschoots gecompenseerd. De operaties in Uruzgan kostten naar verluidt ongeveer 2 miljoen per dag, dus al snel zo’n 750 miljoen op jaarbasis. Bovendien wordt in het regeerakkoord nadrukkelijk gekozen voor de optie van een ‘veelzijdig inzetbare krijgsmacht’: een term die is ontleend aan de afgelopen voorjaar gepubliceerde ‘Brede Heroverwegingen’ die in kaart moest brengen hoe ook op Defensie bezuinigd zou kunnen worden. Van de zeven daarin genoemde opties brengt die van de ‘veelzijdig inzetbare krijgsmacht’ op afstand het minste op: slechts 400 miljoen (waar andere realistische opties tussen de 899 en de 2.096 miljoen opleveren).

Kil, eenzijdig en egoïstisch

Maar meer nog dan al deze concrete maatregelen, valt de toon van het regeerakkoord op. Het kil, eenzijdig en egoïstisch eigenbelang waarmee het concept-regeerakkoord is doordrenkt. Het ademt uit dat we als Nederland vooral naar de rest van de wereld kijken met de vraag wat daar economisch nog voor ons te verdienen valt; en niet hoe we ons als economisch sterk land juist voor die wereld verdienstelijk kunnen maken. Het gemis aan compassie met anderen, en dan vooral met de mensen elders in de wereld, baart grote zorgen. Internationale solidariteit is een thema dat voor de nieuwe regering klaarblijkelijk niet telt. Een vreemde en beangstigende gewaarwording voor een land dat het promoten van de internationale rechtsorde in de grondwet heeft staan.

Ontwikkelingswerkers met een geweer

De discussie over of en wanneer ontwikkelingsgelden gebruikt mogen worden voor militaire operaties is niet nieuw. De vermenging van ontwikkelingssamenwerking en militaire operaties kwam namelijk ook voor in een ander voornemen, van de regering-Balkenende II. In het toenmalige regeerakkoord was namelijk afgesproken dat bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bepleit zou worden de criteria voor de internationaal afgesproken norm van 0,7 procent BNP voor ontwikkelingssamenwerking zodanig op te rekken dat daar ook flinke delen van militaire operaties in ontwikkelingslanden (zoals Afghanistan) onder zouden kunnen vallen. Het ging dan niet alleen om het zogenaamde opbouwwerk door militairen, maar bijvoorbeeld ook om de bewapening van lokale militairen en politiemensen.

Die voorstellen gingen de OESO destijds veel te ver en de Nederlandse regering moest bakzeil halen. Dankzij de opstelling van de PvdA en de ChristenUnie (die hun weerstand tegen dit voornemen bij de verkiezingen van 2006 zelfs in hun verkiezingsprogramma hadden staan) zag het kabinet-Balkenende IV van verdere pogingen in deze richting af.

De nieuwe regering-Rutte-Verhagen doet echter alsof er niets is gebeurd en gaat het volgens het regeerakkoord nog een keer proberen bij de OESO. Ook dit keer gaat het niet alleen om de afspraken met de OESO, maar wordt dus ook een politietrainingsmissie voorgesteld die grotendeels aan de nieuwe criteria zou kunnen voldoen. Die missie zal dan dus voor een belangrijk deel uit het al flink verkleinde budget voor ontwikkelingssamenwerking

betaald worden. Verschillende ontwikkelingsorganisaties, zoals Oxfam Novib, protesteren tegen deze militarisering van de hulp.

Kerk en vrede

Kerk en Vrede is de oudste nog bestaande Nederlandse vredesorganisatie. Zij werd in 1924 opgericht en profileert zich als een organisatie die zich binnen en buiten de kerken inzet voor ontwapening en geweldloosheid. Kerk en Vrede analyseert conflicten en benoemt de oorzaken daarvan, zoals onderdrukking en uitbuiting van religieuze groepen en volken, vreemdelingenhaat, armoede en de machtsongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarnaast voert zij op dit moment actie tegen de vermenging van de budgetten voor Ontwikkelingssamenwerking en Defensie. Voor meer informatie: www.kerkenvrede.nl