publicatie

Spanning juni 2009 :: Lokale democratie of lokale bureaucratie?

Spanning, juni 2009

Lokale democratie of lokale bureaucratie?

De gemeentewet biedt sinds 1992 de mogelijkheid voor het instellen van deelgemeenten. Een deelgemeente is een tussenlaag tussen het gemeentelijk bestuur en de bevolking. In de praktijk bestaan alleen in de twee grootste steden deelgemeenten. Laurens Ivens uit Amsterdam en Kevin Levie uit Rotterdam vertellen over de ervaringen van hun afdeling met het verschijnsel deelgemeente en de problemen waar zij tegen aan lopen. De naam van de bestuurslaag is in beide steden anders, maar er is ook een overeenkomst. De lokale democratie lijkt nauwelijks gediend bij dit bestel.

Laurens Ivens, afdelingsvoorzitter SP-Amsterdam

‘Bestuur dichter bij de burger’, met die slogan wordt altijd duidelijk gemaakt dat Amsterdam stadsdelen nodig heeft. Een stad met ruim 750.000 inwoners is te groot voor slechts één gemeenteraad. De bevolking moet betrokken worden bij belangrijke besluiten over de buurt. Voor die betrokkenheid lijken de stadsdelen een goede uitkomst. Daarom heeft de Amsterdamse SP per stadsdeel een werkgroep. Zo zitten we dicht op de wijken.

Toch gaat het niet goed met de wijkdemocratie. Al jaren geven de Amsterdammers in meerderheid aan af te willen van het stelsel van de 14 stadsdelen met 322 (deel) raadsleden en 49 bestuurders. Niet alleen wegens de hoge kosten, maar ook vanwege het trage stadsbestuur dat inwoners menigmaal van het kastje naar de muur verwijst. Ook ervaart men het als een probleem dat politieke partijen in de stad en in het stadsdeel soms verschillende standpunten hebben. Als SP willen we dat voorkomen. De inwoners moeten niet lastig gevallen worden met bestuurlijke speeltjes. Om te zorgen voor een goede afstemming komen onze 24 deelraadsleden en 6 gemeenteraadsleden elk kwartaal bij elkaar in de SP-fractieraad.

Het stadsbestuur wil nu naar een efficiënter bestuursmodel. Een aantal wethouders heeft onderzocht hoe het huidige stelsel efficiënter kan. Ze concludeerden dat er met minder stadsdelen beter gewerkt kan worden. Een logische uitkomst. Deze uitkomst roept wel de vraag op of het niet beter zou zijn om de stadsdelen op te heffen.De SP pleit daar al lange tijd voor. Zonder stadsdelen kunnen bestuurders zich niet meer achter elkaar verschuilen, worden mensen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd en kan goedkoop en efficiënt beslist worden over de stad. Zo ver durft dit stadsbestuur niet te gaan. Ze veranderen slechts dit slecht-functionerend stadsdeelstelsel met 14 stadsdelen door een nieuw slecht-functionerend stelsel met 7 stadsdelen.

Meedoen op buurtniveau

De toekomstige stadsdelen hebben gemiddeld ruim 100.000 inwoners. Deze schaal is zo groot, dat het in strijd lijkt te zijn met het uitgangspunt van buurtgericht werken. Toch moet ook de SP de stap zetten richting deze grote stadsdelen. Wij zullen onze werkgroepen ook moeten vergroten. Alleen zo kunnen we op een begrijpelijke en overzichtelijke manier onze volksvertegenwoordigers in de stadsdelen aansturen. En op die manier zullen de mensen ons het makkelijkste kunnen vinden. Wel voegt de SP hier een opdracht aan toe. De opdracht om buurtgericht te werken. Elke wijk bestaat namelijk weer uit een aantal buurten waar de mensen zich thuis voelen. De toekomstige grote stadsdelen zullen alle uit 1 tot 4 wijken bestaan met daarbinnen weer vele buurten. Als SP zullen we proberen wijkgericht te gaan werken om daarmee dicht bij de buurten te staan. En vooral in die buurten zullen we aan de slag gaan met alle mensen die daar verbeteringen willen, ongeacht hun politieke kleur.

Juist deze wijkgerichte benadering is ook wat we voor ons zien om het stadsbestuur te verbeteren. Een centraal stadsbestuur dat de grote lijnen uitzet over de ontwikkeling van de stad. Met sterke politieke partijen erin die stevig aan de slag moeten. Maar daarnaast in alle wijken democratisch gekozen en aanspreekbare vertegenwoordigers. Niet langs politieke lijnen gekozen, maar gewoon door de bewoners van de wijk. Geen vertegenwoordigers die een mooi en goedverdienende baantje willen, maar mensen die zich willen inzetten om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren. Op die manier gaan we als SP in Amsterdam nu aan de slag. Laten we hopen dat het stadsbestuur dit voorbeeld snel zal volgen.

Kevin Levie, organisatiesecretaris SP-Rotterdam

Rotterdam zal na de verkiezingen van 2010 veertien deelgemeenten tellen, met in totaal 300 deelraadsleden en dagelijks bestuurders. De Rotterdamse deelgemeenten hebben slechts weinig formele bevoegdheden; deze liggen vooral op het gebied van welzijn en buitenruimte. Over veel andere onderwerpen, van veiligheid tot economie, praten ze wél. Jaarlijks geven de deelgemeenten ongeveer 300 miljoen euro uit. Daarvan liggen de meeste uitgaven al vast. Slechts over enkele miljoenen beslissen de deelraden. De salarissen van deelraadsleden en -bestuurders kosten ongeveer tien miljoen. De overhead van het deelgemeentebestel, inclusief ambtenaren, kost ongeveer veertig miljoen per jaar. Bijna zeventig euro per inwoner voor een systeem waar niemand om heeft gevraagd en waar mensen die actief willen zijn in hun buurt vaak mee botsen. Van de Rotterdammers is 74 procent ontevreden over de mate waarin burgers worden betrokken bij beslissingen, rapporteerde het gemeentelijk onderzoeksbureau in maart 2006. In het Oude Westen protesteerden onlangs honderden bewoners tegen plannen van de Centrumraad om het opbouwwerk uit de wijk te halen. In Crooswijk boycotten bewoners de deelgemeente omdat deze probeert om bewonersorganisaties het werk onmogelijk te maken. De deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek is de voornaamste aanjager van plannen om ruim drieduizend woningen in de wijk te slopen zonder oog te hebben voor de bewoners. Overal in de stad klagen bewoners dat de deelgemeente ze juist tegenwerkt. De schaalgrootte van de deelgemeenten – de meeste hebben tussen de 40.000 en 90.000 inwoners – is kunstmatig en vaak een willekeurige samenvoeging van de 91 Rotterdamse buurten, die onderling grote verschillen kennen.

Een kleine stap op de goede weg

Het Rotterdamse college presenteerde onlangs voorstellen om 'het bestuursmodel te verbeteren'. Het constateert net als de SP dat 'het huidige bestuursmodel relatief traag en omvangrijk' is. De deelgemeenten moeten werken binnen strikte stedelijke kaders. De ‘Coolsingel’ neemt meer regie over wat er in de wijken gebeurt en hoe bewoners daarbij worden betrokken. Voortaan kunnen deelgemeenten verschillend georganiseerd zijn, bijvoorbeeld monistisch in plaats van dualistisch. Het aantal deelraadsleden wordt met dertig procent teruggebracht, en ook het aantal bestuurders vermindert. Tegelijkertijd wordt de deelraadsvergoeding verhoogd met vijfentwintig procent. Een deelraadslid in Prins-Alexander krijgt straks net zoveel als een gemeenteraadslid in Delft of Leeuwarden – met slechts twintig procent van de taken.

Een aantal voorstellen zal de SP steunen, maar de aanpassingen zijn een druppel op een gloeiende plaat. Willen we de Rotterdammers meer te zeggen geven over hun stad, dan moeten de deelgemeenten worden afgeschaft. Niemand is tegen stadswinkels op verschillende plekken in de stad, maar democratie is meer dan 'gebiedsgericht werken' of 'goede service en dienstverlening'. De SP wil dat bewoners zelf kunnen beslissen over hoe hun buurt en stad zich ontwikkelen. Dat kan bijvoorbeeld in niet-partijpolitieke wijkraden, die daadwerkelijk een afspiegeling vormen van de bewoners van de wijk en die regelmatig kunnen worden vervangen als de wijkbewoners dat nodig vinden. Voor belangrijke kwesties die de hele wijk aangaan, zou het bovendien mogelijk moeten zijn referenda te organiseren. En het belangrijkste: actieve bewoners moeten door de gemeente worden gestimuleerd in plaats van gefrustreerd, en bewoners moeten op álle terreinen worden betrokken bij plannen – ook bijvoorbeeld als het gaat om de sloop van woningen of om de veiligheid in de wijk.

Verkiezingen 2010

Deelname aan de deelraadsverkiezingen in 2010 heeft geen prioriteit voor de Rotterdamse SP: het politieke werk onder bewoners vinden we belangrijker. In veel deelgemeenten hebben we voldoende actieve leden, maar die voeren liever actie dan in een deelraad zitting te nemen. Daarom doet de SP waarschijnlijk in de meeste deelgemeenten niet mee aan de verkiezingen. We maken ons overal in de stad samen met buurtbewoners sterk tegen zaken als de sloop van woningen en de plaatsing van een zendmast of voor de terugkeer van een bus, het openhouden van een sporthal, en voor een veilige oversteekplaats. Soms met tegenwerking van de deelraad, soms met steun van de deelraad. Dat werk is meestal veel zinvoller dan koste wat het kost willen plaatsnemen in parlementen die het negeren van bewoners vaak legitimeren.