publicatie

Spanning, augustus 2007 :: Kiezers willen een helder verhaal en een betrouwbare boodschapper: De opmerkelijke terugkeer van de christelijke partijen

Spanning, augustus 2007

De opmerkelijke terugkeer van de christelijke partijen

Kiezers willen een helder verhaal en een betrouwbare boodschapper

De opleving van de confessionele partijen in Nederland is opmerkelijk. Begin jaren negentig leken ze zich neer te moeten leggen bij een kleiner wordende rol in de Nederlandse politiek. Anno 2007 staan ze echter weer in het centrum van de macht. Over deze opmerkelijke ontwikkeling verschenen de afgelopen maanden twee boeken. Samen geven die een redelijke verklaring. De sleutel voor het succes van CDA en ChristenUnie moet vooral worden gezocht in inhoudelijke helderheid en persoonlijke integriteit

Tekst: Arjan Vliegenthart

Ik weet nog goed in wat voor politiek klimaat ik mijn studie politicologie in 1998 begon. Het tweede Paarse kabinet was net aangetreden en het CDA had na de catastrofale verkiezingsuitslag van 1994 (20 zetels verlies) opnieuw vijf zetels verloren. De kleine christelijke partijen waren vooral klein en werden als coalitiepartner nauwelijks serieus genomen. Het verval van de christendemocratie beperkte zich toen overigens niet alleen tot Nederland. Ook in Duitsland werd de zusterpartij van het CDA, de CDU, na drie kabinetten Kohl verslagen door de sociaaldemocratische SPD van Gerhard Schröder. De ontwikkelingen leidden bij verschillende politicologen tot de voorspelling dat in het seculariseringproces ook de christendemocratie een langzame, maar zekere dood zou sterven.

Maar tijden veranderen. Bijna tien jaar later staat de christendemocratie weer in het midden van de macht. In 2002 en 2003 boekte het CDA tweemaal verkiezingswinst en in 2006 bleef de partij redelijk stabiel, ondanks het impopulaire regeringsbeleid van premier Balkenende. Daarnaast maakte de ChristenUnie de afgelopen jaren een opmerkelijke groei door. In vergelijking tot 2003 verdubbelde de partij bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen haar aanhang. De (hernieuwde) opkomst van de confessionele partijen is lastig te verklaren.

Het CDA als baken in onzekere tijden?

Dat geldt zeker voor het CDA. Want, om het nog complexer te maken, de opleving van het CDA bestaat eigenlijk uit twee delen: de ongekende verkiezingswinst in 2002 en de stabilisatie in 2006. De verkiezingswinst van 2002 is misschien nog wel eenvoudig te begrijpen. De Paarse coalitie was uit de gratie van de kiezers gevallen. Het technocratische neoliberale beleid, de crisis in de wereldeconomie en de aanslagen van 11 september 2001 brachten veel onzekerheid. Pim Fortuyn had het veranderende politieke klimaat goed aangevoeld en maakte een komeetachtige opgang in de peilingen. Na de moord op Fortuyn werd het CDA door veel mensen gezien als een veilige vluchtheuvel in turbulente tijden. Fortuyn en zijn LPF waren voor velen te onvoorspelbaar en te extreem, terwijl Balkenende met zijn wat saaie, maar betrouwbare uitstraling de personificatie was van het gevoel dat je als kiezer met het CDA in ieder geval op ‘zeker’ speelde.

Het minimale verlies van 22 november 2006, dat door het CDA als een grote winst werd gevierd, is lastiger te begrijpen. Zoals voetbaltrainers geneigd zijn te zeggen: ‘aan de top komen is lastig, er blijven nog veel moeilijker.’ Vier jaar lang hadden de kabinetten-Balkenende onder vuur gelegen. Deze kabinetten kenmerkten zich door intern gerommel, eerst met de LPF, later met D66. Uit opiniepeilingen bleek dat het met de populariteit van het kabinet gedurende het overgrote deel van de regeerperiode slecht gesteld was. In het najaar van 2004 gingen mensen massaal de straat op om te protesteren tegen het kabinetsbeleid. Het kabinet sneed in de sociale zekerheid en steunde het buitenlandbeleid van Bush. Toch verloor het CDA slechts twee zetels en bleef ze de grootste partij.

Balkenende als geroepene

Het is deze paradox waarbij Thijs Broer en Max van Weezel in hun boek De Geroepene. Het Wonderlijke Premierschap van Jan Peter Balkenende stilstaan. Volgens hen moet de verklaring voor het succes van het CDA mede worden gezocht in de persoon Balkenende. Zijn provinciale uitstraling verleent Balkenende een authenticiteit, die kiezers aanspreekt, of zoals oud-voorzitter van het CDA Marnix van Rij in het boek zegt: ‘Jan Peter komt écht uit Kapelle in Zeeland, dat is zijn kracht.’ Zijn rechtlijnige optreden, het appèl op normen en waarden en zijn inhoudelijke standvastigheid, die met de nodige klungeligheid tot uiting wordt gebracht, spreekt veel kiezers aan.

De Geroepene is opgebouwd uit artikelen die de afgelopen jaren in het weekblad Vrij Nederland over Balkenende zijn verschenen. Balkenende’s ontwikkeling, van zijn jeugd in het Zeeuwse Kapelle via zijn ervaringen in de Amstelveense politiek en zijn hoogleraarschap aan de Vrije Universiteit, komen ruim aan bod. Voor zover ze over de periode gaan waarin Balkenende premier is, ademen de artikelen vaak de sfeer van een kabinet dat polariserend door het leven ging. Het valt op hoeveel direct betrokkenen van Balkenende hem een gebrek aan leiderschap verwijten. Het verst daarin gaat D66’er Boris Dittrich, die vindt dat in alle commotie rond de gekozen burgemeester Balkenende te weinig regie en leiding toonde.

Maar ook oud-minister Gerrit Zalm geeft aan dat hij van Balkenende uitgebreid zijn gang mocht gaan, ook op terreinen die niet direct tot het ministerie van Financiën hoorden. Zalm speelde bijvoorbeeld een grote rol in het verbeteren van de relatie met de vakbeweging, na de massale demonstratie op 2 oktober 2004. Daar waar de relatie tussen minister De Geus en de vakbeweging danig was verstoord, moest Zalm - en dus niet Balkenende zelf - de boel vlottrekken. ‘Ik ben op een bepaald moment gebeld of ik met Lodewijk de Waal wilde lunchen. Ik denk dat ze bij de vakbeweging dachten: als we met Zalm praten, heeft het tenminste effect’, vertelt Zalm. Het beeld dat hij daarmee schetst, bevestigt het idee dat de eerste drie kabinetten Balkenende toch vooral VVD-kabinetten zijn geweest.

Deze vaststelling roept veel vragen op. Hoe verhoudt het beeld van Balkenende als bevlogen leider zich nu precies tot zijn afwezigheid op politiek cruciale momenten? Deze vraag wordt in dit boek niet beantwoordt. Dat is jammer. Zo blijft er iets knagen aan de verklaring voor het succes van het CDA. Het wordt wel heel erg opgehangen aan de partijleider. Wie De Geroepene leest komt al te gemakkelijk tot de conclusie dat het succes van het CDA het succes is van Jan Peter Balkenende. Dat zou ook betekenen dat zonder Balkenende in de kiezersgunst weer snel zou dalen. Partijleiders spelen een belangrijke rol in hun partij en dat is in het geval van Balkenende niet anders. Maar het is de vraag of het succes van de partij daaraan zo kan worden opgehangen.

De opmerkelijke opkomst van de ChristenUnie

Het boek De Wet van de Koestal is in dit licht een interessante aanvulling. Politicoloog Sytze Faber spreekt over de persoonlijke integriteit van leider Rouvoet, maar geeft ook een aanvullende verklaring voor het succes van de ChristenUnie. Faber was tijdens de laatste verkiezingscampagne en coalitieonderhandelingen te gast bij de ChristenUnie-fractie en geeft daarvan een boeiend verslag. Hij ziet in de ChristenUnie sterke overeenkomsten met de ARP, één van de voorgangers van het CDA, waarvoor Faber zélf kamerlid was. Vandaag de dag fungeert de ChristenUnie als een geweten van het CDA en als alternatief voor kiezers die vinden dat het CDA te veel water bij de regeringswijn doet. De duidelijkste voorbeelden zijn volgens Faber de standpunten van de eerste drie kabinetten-Balkenende met betrekking tot het vreemdelingenbeleid, het milieubeleid en het sociale beleid.

Voor de welwillende lezer breekt het boek met een aantal clichés over ChristenUnie. Het beeld dat Faber schetst is namelijk niet die van een fundamentalistische partij, afkomstig van de Bible belt. In het verkiezingsprogramma liet de partij de eis vallen dat de bestaande wetgeving op het gebied van abortus, euthanasie en homohuwelijk moet worden ingetrokken. Tegelijkertijd blijft de ChristenUnie volgens Faber een partij die weet waar zij voor staat en van vanuit beginselen politiek bedrijft, zonder het reëel haalbare uit het oog verliest. Het succes van de ChristenUnie is voor een deel te verklaren zijn vanuit de impopulariteit van het CDA bij sommige groepen van de bevolking. Er is echter meer aan de hand: kiezers voelen zich ook aangesproken door de inhoudelijke consistentie van de partij en de persoonlijke integriteit van haar vertegenwoordigers.

Inhoudelijke duidelijkheid en persoonlijke integriteit

Zowel de ChristenUnie als het CDA zijn partijen voor wie het individu allereerst deel uitmaakt van een grotere gemeenschap. Daarnaast zijn zij niet bang om moraal en politieke opvattingen met elkaar te verbinden. Het normen- en waardenoffensief van Balkenende deed een - weliswaar vrijblijvend - appèl op burgers om niet alleen voor het eigenbelang op te komen en ook in de visie van de ChristenUnie zien we dit gemeenschapsdenken terug. Hoewel er wel degelijk verschillen zijn tussen de beide partijen, hebben zij in dit opzicht wel degelijk een gemeenschappelijke achtergrond, die met trots wordt uitgedragen.

Als het gaat om kiezen voor beginselen lijkt vooral de ChristenUnie, ondanks alle inhoudelijke verschillen, enigszins op de SP. De combinatie van inhoudelijke helderheid en persoonlijke integriteit speelde ook een belangrijke rol in de verkiezingswinst van de SP. Samen met André Rouvoet scoorde Jan Marijnissen het beste als het ging om betrouwbaarheid. Balkenende volgde op enige afstand, maar wel ruim voor politici zoals Wouter Bos en Mark Rutte. Het lijkt erop dat burgers zich aangesproken voelen door een helder inhoudelijk verhaal, gecombineerd met een betrouwbare boodschapper. In tijden waarin de globalisering allerlei economische en culturele onzekerheden met zich meebrengt, is dat misschien niet zo verwonderlijk. Wél verwonderlijk is dat zoveel mensen juist in Balkenende, de vormgever van zoveel neoliberaal beleid, een baken zien van zekerheid.

Thijs Broer en Max van Weezel (red.), De Geroepene. Het Wonderlijke Premierschap van Jan Peter Balkenende, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2007

Sytze Faber, De Wet van de Koestal. Gereformeerden in Den Haag, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2007

Inhoud