Lieke van Rossum: 'Onze partij is niet opgericht om de wereld te laten zoals die is'

Lieke van Rossum is de nieuwe partijvoorzitter van de SP. Ze gooit luiken open, wil afdelingen meer laten meebeslissen en roept op tot optimisme. Hoe wordt iemand die in het Gooi is opgegroeid de voorvrouw van de Socialistische Partij?

Van Rossum groeide op in Bussum, gelegen in de buurt van kleinere omringende plaatsen als Blaricum, Laren en Naarden. In tegenstelling tot haar omgeving, was het gezin waarin ze werd geboren niet superrijk. Ook niet arm, overigens. Gewoon een gezin uit de middenklasse waarin het goed opgroeien was. Net zoals dat bij iedereen gaat, is ook Van Rossum gevormd door de omgeving waarin zij haar jeugd heeft doorgebracht. Achter-af bezien was het een wereld die compleet verschilde van andere plekken in Nederland.

Daar kwam Van Rossum zelf ook achter toen ze ging studeren in Delft: ‘Ik woonde met mijn familie in een dorp en verhuisde naar de stad toe. Daar was het meteen heel duidelijk wat er mis is in de maatschappij. Ik kwam terecht in een studentenflat en die stond naast één van de armste wijken van Delft, de ongelijkheid lag er zo dik bovenop. In die tijd kwam ik er ook achter dat er zoiets als een Voedselbank bestond. Ik was 17 en kende alleen maar de wereld van het Gooi. Dit was dus helemaal nieuw voor mij en ik vond het meteen super oneerlijk.’

Lieke van Rossum. Foto: Maurits Gemmink

Bekakte stem

In die studentenomgeving waarin ze terechtkwam, verbaasde ze zich over nog wel meer dingen: ‘In Delft zitten veel technische studenten. Waaronder veel corpsballen die dan met bekakte stem zeggen dat ze investeren in hun toekomst en dat het niet meer dan terecht is dat ze later heel veel geld gaan verdienen. Ik vond dat zo krom! Je woont in een stad en profiteert daarvan en kijkt dan alleen maar naar je eigen hachje. Ik voelde dat heel anders. Ik kwam gebruikmaken van wat de stad te bieden had en wilde daar onderdeel van uitmaken. Ik zag de grote verschillen in de samenleving en wilde me ook inzetten om die op te lossen.’

Maar hoe doe je dat dan? ‘In die tijd heb ik verschillende organisaties overwogen om me bij aan te sluiten, zoals bijvoorbeeld de Voedselbank. Maar toen kwam ik de SP tegen. Het was een tijd waarin je Jan Marijnissen veel op televisie zag en hij was de enige politicus waarbij ik goed kon volgen wat hij zei. Als enige sprak hij over de ongelijkheid die ik ook in mijn eigen omgeving zag. En tegelijkertijd was er ook een club lokale SP’ers bezig om daar echt wat aan te doen. Toen ben ik lid geworden om daaraan te kunnen bijdragen.’

Van Rossum werd lid van een politieke partij, terwijl haar beeld van de politiek niet bepaald positief was: ‘Politiek? Daar had ik echt een hekel aan. Dat was iets voor mannen met stropdassen die ouwehoeren over dingen die niet interessant zijn. Maar bij de SP was en is dat anders. Die partij probeert dingen echt op te lossen en tegelijkertijd achter de oorzaken van problemen te komen. Dus niet alleen iemand te eten willen geven omdat diegene honger heeft maar de vraag stellen waarom die persoon eigenlijk honger heeft en hoe dat kan in zo’n welvarend land als het onze. Dat sprak me heel erg aan.’

Voedingsbodem

En nu, zo’n 20 jaar later, is Van Rossum voorzitter van diezelfde SP. De eerste weken in haar nieuwe functie is ze al flink aan de slag gegaan en loopt de agenda snel vol. Desalniettemin straalt ze energie en optimisme uit. Van Rossum: ‘Dat is denk ik ook wel de aard van het beestje. Maar er is ook zeker wel reden om positief te zijn want de voedingsbodem voor een grote SP is er. Ik zou pessimistisch zijn als ik zou denken dat de aanknopingspunten in Nederland zouden afnemen of als links dood zou zijn. Maar dat is het niet. Het is rechts gelukt om thema’s als migratie cultureel heel groot te maken en mensen daarop hun stem te laten baseren. Terwijl als je op straat met de gemiddelde mens praat over ons verhaal over ongelijkheid en de werkende klasse die het al jaren slechter krijgt in Nederland, iedereen het direct met je eens is. Ook mensen die PVV, CDA of zelfs VVD stemmen.’

Maar helemaal automatisch zullen zij niet terugkomen bij de SP, zegt Van Rossum. Met het nieuwe bestuur heeft ze aantal prioriteiten opgesteld waarmee ze aan de slag is gegaan: ‘Jongeren staan bovenaan mijn lijstje. Ik denk dat we heel bewust moeten gaan kijken naar wat er bij hen speelt en daar dingen van oppakken. Niet omdat jonge mensen beter of leuker zijn dan oude leden, ieder lid is mij even lief, maar we hebben opvolging en toekomst nodig. Dan is het gewoon verstandig om je bezig te houden met thema’s die ook jongeren aanspreken. Gelukkig zit er al groei in onze jongeren-beweging maar daar kunnen we echt als hele partij nog wel een tandje bijzetten.’

Durven verbinden

‘We moeten als partij ook niet naar binnen gekeerd zijn. Heel vaak hebben we ons niet durven verbinden aan groepen uit angst om de ene of de andere richting opgeduwd te worden. Maar al die clubs, van Extinction Rebellion tot aan de boeren, daar moeten wij tussen staan. Bij Extinction Rebellion zitten bijna alleen maar anti-kapitalisten, die horen allemaal bij ons thuis. Dat wordt dan afgedaan met een discussie of je wel of niet op een snelweg moet gaan zitten. Maar als wij weten waarvoor we staan dan kunnen en moeten we binnen dergelijke clubs actief zijn. Dan kunnen we prima uitleggen dat we het misschien nog maar eens moeten hebben over snelwegblokkades maar dat subsidies aan fossiele industrie die onze aarde kapotmaakt natuurlijk waanzin zijn.’

Datzelfde principe gaat volgens Van Rossum ook op voor de boerenprotesten: ‘Het is mij enorm opgevallen dat de boerenprotesten in België en Frankrijk meteen werden gerelateerd aan de winsten van de grote supermarktketens, terwijl het hier in Nederland is gericht tegen de overheid en het klimaatbeleid. Die boeren worden gewoon genaaid door het systeem. Dus de protesten zijn terecht maar het is aan ons om het verhaal de juiste kant op te duwen. We moeten contact hebben en er zijn op de goede momenten. Dat geldt voor deze protesten maar ook bij andere maatschappelijke bewegingen en natuurlijk de vakbonden. Speelt er wat? Hop erop af. We moeten niet bang zijn. Als je je laat leiden door angst dat iemand iets vindt van wat je doet dan wordt het niks.’

Foto: Joshua Versijde

Werkende alternatieven

Als derde punt noemt Van Rossum het bedenken en realiseren van alternatieven die werken voor mensen: ‘We staan nog te vaak ergens te demonstreren en dan doen we dat omdat we willen laten zien dat we het ergens niet mee eens zijn. Dat is voor ons als partij natuurlijk volstrekt onvoldoende. We moeten niet alleen laten zien dat we het er niet mee eens zijn maar we moeten ervoor zorgen dat dingen ten goede veranderen. Alternatieven bedenken en die in de praktijk brengen. Daarvoor is ook die verbinding zo belangrijk met maatschappelijke bondgenoten, met schrijvers, met mensen in de culturele sector. De luiken moeten open zodat we als partij nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen. Onze partij is niet opgericht om de wereld te laten zoals die is.’

Hoewel Van Rossum direct hard aan de slag gaat met deze missie, ziet ze ook een opdracht voor de langere termijn: ‘We zullen een antwoord moeten vinden op de vraag wat onze rol is in Nederland. En of we onszelf die vraag serieus hebben gesteld de afgelopen jaren, dat vraag ik me wel een beetje af. Daardoor wordt je verhaal dun en verlies je je oorspronkelijke inhoud. Dit is een vraag voor de hele partij en we willen daar ook echt samen met afdelingen het antwoord op vinden. We zeggen wel eens dat je verkiezingen samen wint en samen verliest en dat is ook zo, maar dat gaat alleen op als de hele partij ook kan meebeslissen.’

Belofte

Naast Van Rossum zijn er ook nog 11 andere SP’ers verkozen in het nieuwe bestuur. Samen zijn zij er de komende jaren verantwoordelijk voor dat er verder wordt gebouwd aan een toekomstbestendige partij. In de selectie van het nieuwe bestuur is daar ook rekening mee gehouden: ‘Toen de kandidatencommissie op zoek ging naar een nieuw bestuur, waren er twee dingen heel belangrijk: het moest allereerst een team zijn, mensen die elkaar versterken. Daarnaast is aan alle kandidaten gevraagd of ze ook echt de handen uit de mouwen willen steken in de partij. Het partijbestuur moet geen discussie-clubje zijn dat eens per maand bij elkaar komt. Het moet de voorhoede van onze club zijn die ervoor gaat zorgen dat alles wat we bedenken ook gebeurt. Dat is bij uitstek iets dat bij een Socialistische Partij hoort. We gaan niet alleen maar zitten kletsen maar gaan ook echt aan de slag. Dat maakt mij heel hoopvol dat we de organisatie strak krijgen en we nieuwe afdelingen kunnen oprichten. Onze belofte aan alle afdelingen is dat ze het partijbestuur veel vaker gaan zien.’

Er is de komende tijd dus veel werk te verzetten binnen en buiten de partij. Is er daarnaast dan eigenlijk nog wel tijd om te ontspannen? ‘Ik sport heel graag maar ook een avondje naar de kroeg gaan vind ik erg gezellig. Sterker nog: als ik een wedstrijd hardloop dan drink ik daarna altijd eerst een biertje. Binnenkort ren ik voor het eerst een marathon en dat vind ik echt heel spannend. Daar ben ik nu dus hard voor aan het trainen maar het is met de drukte van de afgelopen weken nog wel moeilijk om daar genoeg tijd voor te vinden…’

Lieke van Rossum

Geboren op 11 oktober 1982 in Den Haag

1994-2000 Goois Lyceum in Bussum

2000-2007 Industrieel Ontwerpen TU Delft

2007-2014 Milieu-adviseur bij adviesbureau

2006-2023 SP-gemeenteraadslid in Delft

2014-2024 Opleidingen en partijopbouw bij de SP

Het nieuwe partijbestuur

Tijdens het congres van 2 maart is er een nieuw partijbestuur gekozen.

Dit bestuur bestaat sindsdien uit:

• Lieke van Rossum (voorzitter)

• Nils Müller (algemeen secretaris)

• Gerrie Elfrink (penningmeester)

• Renske Leijten

• Bastiaan Meijer

• Mathijs ten Broeke

• Bram Roovers

• Hans Boerwinkel

• Heidi Bouhlel-Lascaris

• Aldo Schelvis

• Lian Veenstra

• Jeremie van Zeist

Daarnaast bestaat het grootste deel van het partijbestuur, namelijk 19 leden, uit vertegenwoordigers uit de regio’s in Nederland.

Zonder onderzoek geen recht van spreken

Na de laatste verkiezingen heeft het Wetenschappelijk Bureau van de SP onderzoek gedaan naar welke lessen er te trekken zijn uit het heden en verleden. Er is kiezersonderzoek gedaan, maatschappelijke bondgenoten zijn gevraagd naar hoe zij nu over de SP denken, vergelijkbare buitenlandse partijen zijn onderzocht, en natuurlijk is er veel gesproken met mensen aan de deuren. Al dit onderzoek heeft geleid tot een aantal aanbevelingen waarmee het nieuwe bestuur en de hele partij aan de slag kunnen gaan. Afdelingen kunnen hier ook hun voordeel mee doen, dus lees het rapport op spnet.nl.