Zorg is geen markt

Gemiddeld leven we langer en gezonder. Maar dat gaat niet vanzelf en dat geldt niet voor iedereen. Als je ziek bent of een handicap hebt, moet je kunnen vertrouwen op goede zorg. Dan moet je niet hoeven vrezen dat ziekenhuizen en zorginstellingen problemen verzwijgen, voor de belangen van commerciële investeerders. Of dat je leed wordt verkocht aan een omroep. Als je hulp nodig hebt moet je jezelf niet druk hoeven maken over je zorgpakket of je zorgverzekeraar. Door de invoering van meer marktwerking zijn ziekenhuizen en zorginstellingen grootschaliger geworden en hebben artsen en verpleegkundigen minder tijd voor hun patiënten. Ook is de zorg veel duurder geworden. Medewerkers worden hoorndol van de overbodige bureaucratie. Mensen die zorg nodig hebben en zij die zorg leveren staan centraal, al het andere is daaraan ondergeschikt.

Wij willen de zorg niet langer organiseren via concurrentie tussen aanbieders en ziekenhuizen, maar door samenwerking en een regionaal zorgbudget, op basis van de zorgbehoefte. We gaan de zorg meer in de buurt en op een menselijke maat organiseren. Verspilling door bureaucratie en weggooien van medicijnen en hulpmiddelen pakken we aan. De financiering van de zorg wordt eerlijker verdeeld, zodat ook mensen met een lager inkomen altijd kunnen rekenen op goede hulp. Bestuurders en zorgverzekeraars krijgen minder te zeggen over de zorg — patiënten, artsen en verpleegkundigen des te meer. We komen met een offensief om te voorkomen dat mensen ziek worden. Daarom investeren we extra in preventie. Want voorkomen is beter dan genezen — en op termijn ook veel goedkoper.

Onze voorstellen

  1. We investeren extra in de zorg. En preventie hoort in het basispakket. Voorkomen is beter dan genezen en op termijn ook kostenbesparend.
  2. We gaan het eigen risico in de zorg niet verhogen, maar juist fors verlagen. Zo snel als het financieel mogelijk is schaffen we het eigen risico af. Niet de dikte van de portemonnee, maar de noodzaak van zorg moet beslissend zijn.
  3. De marktwerking in de zorg werkt contraproductief en wordt daarom gestopt — en op termijn teruggedraaid. Winstuitkeringen aan kapitaalverschaffers leiden tot verkeerde prikkels en die wijzen we daarom af; winstuitkering in de ziekenhuiszorg wordt daarom niet ingevoerd. Het privatiseren van de ambulancezorg wijzen we af.
  4. De zorg wordt via regionale zorgbudgetten gefinancierd. Alles wat in de (goedkopere) eerste lijn gedaan kan worden, wordt daar ook gedaan. De avond-, nacht- en weekendzorg van de huisarts en de spoedeisende hulp van ziekenhuizen worden beter op elkaar afgestemd, zodat iedereen er terecht kan.
  5. We maken de zorgpremies volledig inkomensafhankelijk. Inkomens tot een drempelbedrag (franchise) omstreeks het sociale minimum worden hierbij vrijgesteld. In combinatie daarmee kan de zorgtoeslag worden afgeschaft. Hiermee wordt ook een bureaucratisch circus van onnodig geld rondpompen beeindigd.
  6. We vertrouwen op de professionele autonomie en beroepseer van de medewerkers in de zorg. Prestatiebekostiging en variabele beloning (bonusgeneeskunde) passen daar niet bij. Artsen werken in loondienst. Door betere arbeidsomstandigheden kunnen we meer mensen winnen voor de zorg en bestaande medewerkers langer behouden.
  7. Geweld tegen en intimidatie van zorgpersoneel tolereren we niet. Werkgevers doen altijd aangifte tegen daders. Voor slachtoffers komt nazorg beschikbaar.
  8. De salarissen van bestuurders en managers van ziekenhuizen en zorginstellingen worden onder een cao gebracht en mogen een ministerssalaris zeker niet overstijgen. Om wanpresterende bestuurders beter aan te kunnen pakken worden de juridische mogelijkheden uitgebreid.
  9. We werken naar systematische schaalverkleining in de zorg, dichter in de buurt. We kiezen voor zoveel mogelijk zorg in de buurt, met wijkgezondheidscentra, poliklinieken en consultatiebureaus. Ook thuiszorg bieden we zoveel mogelijk aan op buurtniveau, net als verpleging, verzorging en dagbesteding. Mensen met dementie krijgen een vast aanspreekpunt, één persoon die voor hen zaken regelt (‘casemanager’).
  10. In de zorg wordt een fusiestop ingevoerd. Fusies worden in de toekomst getoetst waarbij enkel kwaliteitsredenen doorslaggevend mogen zijn om de fusie toe te staan. We behouden volwaardige regionale ziekenhuiszorg, waaronder verloskunde.
  11. Mensen die dat nodig hebben kunnen blijven rekenen op een persoonsgebonden budget (PGB). Bij aanvragen voor zorg wordt eerst gekeken of het reguliere zorgaanbod mensen goed kan helpen. Om de kwaliteit te garanderen en fraude te voorkomen moeten alle aanbieders die PGB-zorg bieden ook zorg in natura leveren.
  12. De vrije tarieven voor tandheelkundige zorg worden teruggedraaid, om onnodige kostenstijgingen en zelfverrijking bij tandartsen en leveranciers te voorkomen.
  13. Voorkruipzorg gaan we tegen. Voorrang krijgen in de zorg op andere dan medische gronden is niet toegestaan.
  14. In plaats van de AWBZ uit te kleden, gaan we de zorgzwaartepakketten omvormen tot betere betaalvormen, op basis van zorgvraag, personeelsbezetting en omgevingseisen. Gemeenten krijgen meer invloed op de organisatie van de zorg, zonder dat we zorgtaken overhevelen.
  15. We bouwen alleen nog kleinschalige verpleeg- en verzorgingshuislocaties. In de verpleegzorg krijgen ouderen recht op zelfstandige woonruimte en privacy, met op hen afgestemde zorg en voorzieningen. Palliatieve zorg in verpleeghuizen, van hospices en in de thuiszorg, wordt uitgebreid.
  16. We pakken de bureaucratie in de zorg aan. Indicaties worden niet meer gedaan door logge bureaucratische organen (zoals het Centrum Indicatiestelling Zorg, CIZ) maar door huisartsen en verpleegkundigen in de wijk. Er komen minder managers in de zorg en meer handen aan het bed. Verspilling van medicijnen en hulpmiddelen gaan we tegen. Het bureaucratische systeem van diagnosebehandelingscombinaties (DBC’s) verdwijnt.
  17. De eigen bijdrage voor de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg draaien we terug.
  18. De geestelijke gezondheidszorg richt zich, behalve op genezing, vooral op preventie en sociaal herstel van mensen met psychische aandoeningen. Om te voorkomen dat mensen zonder zorg op straat verkommeren of een gevaar zijn voor zichzelf of voor anderen, moet een tijdelijke gedwongen opname en behandeling mogelijk zijn.
  19. De zorgverzekeraars worden publiekrechtelijk en gaan regionaal werken. Eén zorgverzekeraar wordt regionaal hoofdverantwoordelijk voor voldoende zorg.
  20. De bevoegdheden en slagkracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden uitgebreid.
  21. Er komt een vergunningstelsel voor privéklinieken, ter voorkoming van misstanden en risicovolle behandelingen.
  22. De sluiting van afdelingen verloskunde in ziekenhuizen kan leiden tot gevaarlijke situaties voor moeder en kind. Goede verloskundige zorg behoort dicht bij moeder en kind te worden aangeboden. Om babysterfte te voorkomen bieden we meer begeleiding voor, tijdens en na de zwangerschap.
  23. We bestrijden de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De publieke gezondheidszorg is een overheidstaak: gezond gedrag moet bevorderd worden, omgevingsfactoren kunnen veranderd worden en huisartsen en wijkverpleegkundigen doen meer aan preventie in achterstandswijken. Verkleining van de gezondheidsverschillen leggen we wettelijk vast als doel van beleid. Hierin past ook het nemen van maatregelen om het alcoholgebruik te matigen en tabaksgebruik terug te dringen.
  24. Er komt een medisch letselschadefonds voor patiënten waaruit snel een vergoeding voor de geleden schade kan worden betaald. Op deze manier worden ingewikkelde procedures voorkomen, evenals het traineren door verzekeraars.
  25. Agressieve marketing en beïnvloeding van onderzoek door de farmaceutische industrie pakken we aan, door een versterking van de inspectie en een onafhankelijk onderzoeksfonds. Dat geldt ook voor hulpmiddelen en ook voor mondzorg. Voor agressieve lobbypraktijken stellen we een boete in.
  26. De inkoop van receptgeneesmiddelen regelen we via landelijke centrale inkoop door alle zorgverzekeraars. Zo kunnen we scherpe prijsafspraken maken en flinke bezuinigingen doorvoeren. En zijn voor iedereen receptgeneesmiddelen beschikbaar. Apothekersbonussen en -kortingen verdwijnen. We streven naar invoering van een abonnementsstelsel voor de apotheker met inschrijving, op naam van patiënten, vergelijkbaar met de huisarts. Een jaarlijkse check van medicijnsamenstelling voor oudere mensen en mensen die meer dan vijf soorten medicijnen gebruiken wordt ingevoerd.
  27. We voeren het actieve donorregistratiesysteem in om het aantal potentiële orgaandonoren te verhogen en daarmee mensenlevens te redden.
  28. De patiëntenbeweging geeft een stem aan mensen met een (chronische) ziekte of beperking. Er komt een duurzame financiering die recht doet aan de verscheidenheid van de patiëntenverenigingen.
  29. Zolang het openbaar vervoer niet toegankelijk is voor mensen met een beperking blijft het bovenregionale vervoer ‘Valys’ bestaan.
  30. Het landelijke elektronisch patiëntendossier (EPD) gaat niet door. We stimuleren wel goede en veilige ICT-oplossingen om regionaal gegevens uit te kunnen wisselen tussen huisarts, apotheker en de eerstelijnszorg, waarbij de privacy en de veiligheid worden gegarandeerd.
  31. De Nederlandse Zorgautoriteit dient zich te bewijzen door meer voor de patiënt op te komen en minder de belangen van de (grote) organisaties te dienen. Voor de Nederlandse Mededingingsautoriteit is geen plaats in de zorg. De mogelijke boete op samenwerking werkt verlammend voor de zorg.
  32. Vastbinden, isoleren of drogeren van mensen in een zorgsituatie is niet toegestaan. Slechts onder strikte voorwaarden kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Wanneer sprake is van gedwongen zorg, dient dit gemeld te worden, getoetst door een onafhankelijke commissie en enkel van korte duur te zijn. Hier ziet de Inspectie voor de Gezondheidszorg scherp op toe.
  33. Leefstijlinterventie is geen betutteling, maar kan chronische ziekten voor de toekomst voorkomen. We zetten in op fors minder jongeren die beginnen met roken en drinken, ook stimuleren we stoppen met roken om longziekten te voorkomen. Tegengaan van overgewicht in het algemeen en bij jongeren in het bijzonder, krijgt extra aandacht. Samen met de voedingssector komen we met initiatieven voor het verlagen van suiker, zout en vet in ons voedsel.
  34. Mensen die werken in de zorg moeten niet ten prooi vallen aan verplichte flexibilisering. Voor personeel dat met klachten zit over de kwaliteit van de zorg of de werkomstandigheden komt er een onafhankelijke klokkenluidersregeling. Intimidatie van werknemers in de zorg pakken we hard aan.
  35. Gemeentelijke zorg wordt versterkt, mensen die werken in de huishoudelijke verzorging verdienen een beter salaris. Om dat te garanderen maken we gebruik van de mogelijkheden van de wet Leijten/ Kant over reële basistarieven in de WMO en gaan we een minimale zorgwaardering van FWG15 voor huishoudelijk verzorgenden wettelijk vastleggen. Geld dat gemeenten krijgen voor zorgtaken geven zij niet uit aan andere zaken.
  36. Mantelzorgers en vrijwilligers krijgen meer ondersteuning. Thuiszorg wordt ruimhartiger toegewezen en de respijtzorg wordt verruimd. We maken de bouw van mantelzorgwoningen op eigen erf mogelijk en laten mantelzorg zwaar meetellen bij de toewijzing van een woning. Ook wordt het voor mantelzorgers mogelijk zorgverlof op te nemen.