Gedeelde toekomst

Mensen in ons land hebben verschillende afkomsten, maar een gedeelde toekomst. Het regeringsbeleid heeft de onderlinge tegenstellingen eerder aangedikt dan kleiner gemaakt. Met nutteloze symboolpolitiek en het toelaten van grove en discriminerende taal tegen migranten. Er is onnodig tijd verloren en er zijn kansen gemist. Grote woorden hebben de aandacht afgeleid van de echte problemen. Jonge migranten halen minder vaak een diploma, komen moeilijker aan het werk en zijn vaker betrokken bij criminaliteit. Als mensen niet bij elkaar wonen, niet samen werken en naar school gaan ontstaat vervreemding en groeit de verongelijktheid.

Nederland moet een land blijven waar mensen welkom zijn: als toerist, om er zaken te doen, maar ook om een veilige plek te vinden. Tegelijkertijd moeten we eerlijk zijn over de gevolgen van migratie. Veel migranten hebben hier hun plek onder de zon gevonden en dragen bij aan de ontwikkeling van onze samenleving. Maar dat geldt niet voor iedereen. Wie hier leeft, heeft gelijke rechten en plichten. We staan niet toe dat iemand wordt achtergesteld en treden altijd op tegen discriminatie. We zorgen voor goede voorwaarden voor scholing, wonen en werk.

Onze voorstellen

Integratie

  1. Bestrijding van discriminatie op de arbeidsmarkt — op leeftijd, religie, sekse, afkomst of seksuele geaardheid — krijgt alle prioriteit. De arbeidsinspectie krijgt de mogelijkheid om meldingen van discriminatie te onderzoeken en overtreders te beboeten.
  2. Bedrijven en organisaties die aantoonbaar hebben gediscrimineerd worden door de arbeidsinspectie hard aangepakt. ‘Naming, blaming and shaming’ vinden we ook in orde om bedrijven tot beter gedrag te brengen.
  3. Het is beter om werk naar mensen te brengen dan mensen om economische redenen te laten verhuizen naar andere landen. We pleiten in Europees verband voor tijdelijke herinvoering van werkvergunningen voor Oost-Europese werknemers, om mensenhandel in arbeidskrachten en ontwrichting van de arbeidsmarkt tegen te gaan. We stellen bedrijven financieel verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting, taallessen en opleiding van arbeidsmigranten. Wie de Nederlandse cao en arbeidswetten ontduikt wordt hard aangepakt. De arbeidsinspecties in Europa gaan beter samenwerken om koppelbazen, die werknemers als koopwaar verhandelen, aan te pakken. Door een vergunningplicht voor uitzendbureaus bevorderen we het toezicht — en bestrijden we wantoestanden.
  4. We pakken segregatie aan, door veel meer in te zetten op gemengde buurten en gemengde scholen. Wij willen dat kinderen samen naar school gaan en niet apart. We helpen scholen en gemeenten om zo veel en zo snel mogelijk gemengde scholen te krijgen. Ze maken daartoe een plan, met betere voorlichting aan ouders over de schoolkeuze, een vast aanmeldmoment voor kinderen en maximering van de onderwijsbijdragen. Waar dat kan werken we met dubbele inschrijflijsten, voor leerlingen met en zonder achterstand.
  5. De marktwerking in de inburgering stoppen we en aan de voorgenomen commercialisering van de volwasseneneducatie beginnen we niet eens. Inburgering wordt maatwerk, dicht bij huis, in de buurt. De onderwijsinspectie ziet toe op de kwaliteit. Oudkomers boven de 55 jaar mogen wel maar hoeven niet mee te doen aan de inburgering. Inburgering is kosteloos voor wie zich aan de gemaakte scholingsafspraken houdt. We schrappen het inburgeringsexamen in het buitenland voor huwelijks- en gezinsmigranten.
  6. Kinderen van migranten zijn meer dan gemiddeld werkloos. Dat gaan we beter aanpakken, in samenwerking met sociale partners en scholen. Uitval in het onderwijs wordt bestreden door intensievere begeleiding. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen praktijkgerichte lessen. Alle leerlingen mogen stage lopen en hun opleiding afronden.

Asiel 

  1. Als we misstanden elders verminderen, hoeven ook minder mensen noodgedwongen hun land te ontvluchten. Internationale solidariteit en samenwerking ter voorkoming of beëindiging van conflicten is dan ook van het grootste belang. Hierbij hoort ook het stoppen van het voor arme landen schadelijke beleid van onze regering en onze bedrijven.
  2. Nederland intensiveert de hulp aan de Europese landen aan de buitengrens van de Europese Unie om te zorgen voor beheersbare migratie, met respect voor de rechten van vluchtelingen. Daar staat tegenover dat we in Europa ook meer zullen vragen van de landen die onze steun krijgen. Met landen buiten de EU maken we afspraken om te stoppen met het doorlaten van duizenden migranten op weg naar Europa.
  3. Waar mogelijk worden asielzoekers opgevangen in de eigen regio. Nederland biedt daarbij ruimhartig hulp, ook in de vorm van capaciteitsopbouw. In Nederland binnengekomen asielzoekers hebben altijd recht op een humane opvang. Asielzoekers krijgen snel duidelijkheid over hun toekomst. Bij een beslissing over hun verblijfsvergunning wordt rekening gehouden met de (politieke) situatie in het land van herkomst en de individuele omstandigheden van de asielzoeker. Zij zijn vluchtelingen en geen criminelen — en mogen dus ook niet als zodanig worden behandeld. Asielzoekers mogen werken om zichzelf nuttig te maken voor de samenleving en in hun onderhoud te voorzien.
  4. In geen geval mogen asielzoekers worden opgesloten in detentiecentra als daar geen gegronde reden voor is. Alleen als een concrete datum van vertrek vaststaat, kan een zo kort mogelijke periode in detentie gerechtvaardigd zijn. Daarnaast wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van alternatieven, zoals een beperkt beveiligde opvang — dan kan ook effectiever worden gewerkt aan terugkeer.
  5. Asielzoekers die niet als vluchteling worden erkend en van wie is vastgesteld dat zij geen bescherming nodig hebben, behoren terug te keren. Uitgeprocedeerde asielzoekers houden recht op opvang zolang zij actief bezig zijn met de voorbereiding van hun terugkeer. Wie buiten zijn schuld ons land niet kan verlaten wordt niet op straat gezet en krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning. Als terugkeer langdurig onmogelijk is, kan deze worden omgezet in een permanente verblijfsstatus. Ook wordt de buitenschuldverklaring ruimhartiger toegepast. Gemeenten hebben het recht om noodopvang te bieden, het Rijk zorgt daarbij voor financiële middelen. De strafbaarheid van illegaal verblijf schaffen we weer af.
  6. De gezinsherenigingsprocedure voor vluchtelingen wordt versoepeld, door het wettelijk criterium ‘feitelijk behorend tot een gezin’ te schrappen en voor vluchtelingen geen drie maanden nareis-termijn meer te hanteren.
  7. Slachtoffers van mensenhandel krijgen het recht op een permanente verblijfsvergunning en maximale bescherming als zij bereid zijn te getuigen tegen degenen die hen hebben verhandeld. Slachtoffers die op een andere manier meewerken bij opsporing en vervolging van mensenhandelaren, komen in ieder geval in aanmerking voor een tijdelijke vergunning. Mensenhandel wordt harder bestreden, met oog voor de achterliggende oorzaken en mogelijke oplossingen.
  8. Iedereen heeft recht op noodzakelijke medische zorg. Uitgeprocedeerde asielzoekers en onverzekerde daklozen mogen daarom niet worden uitgesloten van medische hulp.
  9. De psychische zorg aan asielzoekers wordt verbeterd, zowel bij binnenkomst als bij mogelijke terugkeer. Er wordt rekening gehouden met stoornissen op psychisch vlak wanneer een asielzoeker niet in staat is een samenhangend verhaal te vertellen. Psychische problemen mogen niet worden afgedaan als louter drukmiddel om een verblijfsvergunning te bemachtigen. Er komt ook meer oog voor de psychisch-medische gevolgen van asielprocedures bij kinderen.
  10. Nederland gaat zich stipt houden aan het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind. Vreemdelingenbewaring mag nooit bij kinderen. Kinderen bouwen zélf verblijfsrechten op. Kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland zijn kunnen niet meer worden teruggestuurd. We steunen het Kinderpardon. De kinderrechter kijkt voortaan mee of een minderjarige in het land van herkomst kan worden opgevangen