Tribune 6/2008 :: Kader Abdolah: De Koran is om van de genieten, niet om mee te regeren

Tribune, juni 2008

Interview

Kader Abdolah

“De Koran is om van te genieten, niet om mee te regeren”

De pers tuimelde de afgelopen tijd over hem heen. Veel Nederlanders hingen aan zijn lippen. Maar de moslimgemeenschap zweeg. Met zijn Koranvertaling wil Kader Abdolah (54) “begrip en samenhang creëren”. “Op den duur zal de moslimgemeenschap het begrijpen.”

Tekst: Marjo van Lijssel Foto: Suzanne van de Kerk

“Wie met de Koran in zijn hand regeert, creëert een achterlijke samenleving. Het zijn de ayatollahs en imams die er angst en haat mee zaaien. Zíj hebben dit prachtige boek beledigd.” Het zijn boude uitspraken van Abdolah tijdens een lezing in een Tilburgse boekhandel voor maar liefst 400 belangstellenden.

Kader Abdolah is het schrijverspseudoniem van de Iranese balling Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani. Hij werd geboren in Iran en groeide op in een streek waar de Koran streng werd nageleefd. Tijdens zijn studie natuurkunde aan de universiteit van Teheran sloot hij zich aan bij een linkse ondergrondse partij die zich hevig verzette tegen het toenmalige schrikbewind van de geestelijk leiders. Hij schreef voor een illegaal blad en publiceerde twee clandestiene verhalenbundels onder de naam Kader Abdolah. Deze naam nam hij aan als eerbetoon aan twee door de overheid geëxecuteerde partijleden: Kader en Abdolah. Zijn politieke activiteiten dwongen hem om in 1986 naar het Westen te vluchten. Via Turkije kwam hij in 1988 in een Nederlands asielzoekerscentrum terecht. Abdolah had één grote droom; een beroemd Nederlands-Perzisch schrijver worden. Met behulp van onder meer de boeken Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt en het Grote Van Dale woordenboek maakte hij zichzelf de Nederlandse taal eigen. In 1993 debuteerde hij met verhalenbundel ‘De adelaars’, die meteen bekroond werd met de belangrijke debutantenprijs ‘Het Gouden Ezelsoor’.

Sinds de publicatie van zijn boeken: De Boodschapper, een vertelling en De Koran, een vertaling in mei van dit jaar, heeft Abdolah nog geen dag rust gehad. “Maar dat geeft niets, ik begrijp de toeloop”, zegt hij even later tegen me terwijl we zijn neergestreken op een terras in de binnenstad van Tilburg. “Het zijn

nu eenmaal twee boeken die vragen om uitleg.”

Wat heeft je ertoe gebracht om ze te schrijven?

“Drie jaar geleden schrok ik ’s nachts wakker. Het was de zorg van de Nederlandse samenleving die me wakker maakte. Ik zag grote onbekendheid over de Koran. Iedereen had het over dat verschrikkelijke boek, terwijl eigenlijk niemand wist waar het werkelijk over ging. Vanaf dat moment besloot ik om op zoek te gaan naar mijn wortels.”

Waarom juist jij? Degene die zich altijd zo verzet heeft tegen de Koran!

“Vroeger had ik helemaal niets met de Koran. Als kind zag ik het als het boek van mijn vader. Tussen mijn achttiende en dertigste vond ik het opium voor het volk. Nu, meer dan twintig jaar later, denk ik er anders over. Wie religie als opium ziet, hanteert een achterlijke benadering. Religie is goed voor wie het nodig heeft. Maar dan wel alleen voor persoonlijk gebruik. Toen ik volop bezig was met de vertaling van de Koran, barstte er een reservoir van energie open in mijn lichaam. Ik kwam erachter dat het een prachtboek is dat vol staat met meesterlijk proza en poëzie.”

Maar er staat ook geweld in…

“Je kunt de Koran op verschillende manieren interpreteren. Het ligt aan jezelf hoe je dat doet. Zoek je naar geweld? Dan zul je het vinden! Zoek je naar liefde? Dan zul je het ook vinden! Ik heb de Koran twintig keer gelezen, maar het geweld dat erin staat heeft me nooit aangesproken. Het zijn de ayatollahs en imams die de Koran 1400 jaar lang in gijzeling hebben gehouden. Door hen heeft iedereen een hekel aan de Koran. Door hen hebben miljarden moslims de schoonheid ervan nooit kunnen ervaren. Mijn arme vader, die de Koran wel 700 keer las, heeft er nooit echt van kunnen genieten. Voordat hij het boek mocht aanraken moest hij zijn handen, voeten en gezicht wassen en schoon ondergoed aantrekken. Hij was godvrezend en bang voor de Koran. Hij durfde zijn fantasie niet te gebruiken. De Koran is om van te genieten, niet om mee te regeren. Het is een heel oud boek en geschreven in een periode waar een andere tijdsgeest, andere wetten en regels golden. Die kun en mag je niet toepassen in het hier en nu. Dat is belachelijk.”

Kun je je de angst van het Westen voorstellen of zijn wij gewoon bange mensen?

“De angst is logisch. De afgelopen jaren hebben er miljoenen moslims voet op Europese bodem gezet. Juist omdat er zoveel onbegrip is over de Koran en de islam, voelen veel mensen zich bedreigd. Met mijn vertaling wil ik begrip en samenhang creëren tussen de moslim-immigranten, de Nederlanders en Europeanen. Ik wil de angst bij mensen wegnemen.”

Het integratiedebat en de Wilders-hype hebben daar niet echt veel goeds aan bijgedragen?

“Juist wel! Niemand heeft zoveel goeds gedaan voor de islam in Nederland als Geert Wilders. De immigranten begrijpen dat niet. Daarom klagen ze. Maar confrontatie is juist goed voor ze. Daardoor worden ze mondiger, gezonder, ontwikkelder en steviger. Begrijp me goed: ik heb het niet over de persoon Wilders maar over zijn acties. Hij heeft daarmee de Koran en de islam voor in de eeuwigheid de Nederlandse cultuur binnengehaald. Hij heeft het interessant gemaakt. Dankzij hem wordt er veel over gesproken en gediscussieerd.”

“Ayatollahs en imams zaaiden alleen maar haat en afkeer”

Heb je de Koran letterlijk vertaald?

“Ja, maar ik heb daarbij wel de vrijheid genomen om de vele herhalingen weg te laten. Om het boek toegankelijk te maken moest ik er bovendien een aantal technische dingen aan veranderen. Volgens de islamitische wet is de Koran het woord van Allah. Daar mag je nooit aankomen. Ik heb dat wel gedaan. Allereerst door de volgorde van de soera’s te veranderen. Waarom? Omdat ik de eerste samenstelling van de Koran niet logisch genoeg vond. Mijn lezers zouden er niets van begrijpen. Vervolgens heb ik aan elke soera een inleiding toegevoegd om de tekst toegankelijker te maken en ervoor te zorgen dat je sneller tot de kern van de boodschap komt. Ik heb nog iets heel ergs gedaan. Moge Allah mij vergeven! De Koran heeft 114 soera’s en ik heb er één aan toegevoegd. Om twee redenen. Ten eerste om een beetje mijn arrogantie te laten gelden. Ik ben namelijk verliefd geworden op Mohammed’s proza en ik wilde op deze manier een beetje naast hem gaan staan. Ten tweede omdat ik Mohammed wilde laten sterven in mijn soera. Dat heb ik uit liefde gedaan. Tijdens mijn vertaling kwam ik erachter dat Mohammed een mens is van vlees en bloed. Volgens de islam is het onaanvaardbaar om hem als mens te zien. Maar ik heb het zo gezien en gedaan.”

Hoe kwam je tot die ontdekking?

“Ik heb alle boeken gelezen die er in de afgelopen 1400 jaar over Mohammed zijn geschreven. Ik heb al die losse stukjes bij elkaar gebracht. De Boodschapper is een roman over zijn leven gebaseerd op feitelijke informatie. Het was nodig om dit boek te schrijven, omdat je de Koran niet kunt begrijpen als je het leven van Mohammed niet kent. Ik geef de lezer een beeld van de periode waarin hij opgroeide, hoe hij zijn stad Mekka van de morele ondergang wilde redden en hoe hij zich van profeet ontwikkelde tot machtig leider. Mohammed was een oprechte man. Hij leefde als een echt mens. Hij was een hervormer, een levensgenieter, een rokkenjager, een proever.”

Ik heb De Boodschapper ook gelezen, maar ik was helemaal niet zo gecharmeerd van Mohammed. Hij werd steeds gewelddadiger!

“Hij deed wat God verboden had, maar ik ben de persoon niet om Mohammed te verdedigen. Ik geef alleen maar door aan de lezer wat ik weet. Als een boodschapper. Mohammed gebruikt in de Koran inderdaad twee soorten proza. Toen hij nog in Mekka leefde was zijn proza zacht, lief, hoopvol, poëtisch en geweldloos. Hij probeerde als een dichter zijn volk te redden, maar dat lukte hem niet. Iedereen wilde hem vermoorden, kapot maken. Hij kwam erachter dat je zonder geweld, goud en leugens de macht niet kunt krijgen. Hij vluchtte naar Medina en pakte een zwaard om zijn droom te realiseren. Het is iets menselijks. Dat spreekt me aan.”

Hoe is er tot nu toe gereageerd vanuit de moslimgemeenschap in Nederland?

“Ik heb stapels mails binnengekregen, waarvan 97 procent van Nederlanders. Drie procent was afkomstig van moslims van de tweede en derde generatie in dit land. Over de reacties van één procent daarvan wil ik het niet hebben. Maar die andere twee procent is fantastisch! Zo ontving ik een mail van een jonge moslimvrouw. Ze schreef: ‘Kader, ik zit hier nu naast het raam, de zon schijnt in de kamer. Ik heb twee kinderen. Ze zitten naast mij en ik heb jouw twee boeken in mijn hand. Ik lees ze en ik huil van geluk. Ik was verdwaald. Ik durfde mijn Mohammed en mijn Koran niet aan de buitenwereld te tonen. Maar nu praat ik erover met mijn buurvrouw en vriendinnen’. Ik vind dit zó´n mooie reactie. Die ene procent mag van mij nu alles zeggen. Ze kunnen me geen pijn meer doen.”

En reacties vanuit officiële moslimkringen?

“Een aantal weken geleden was ik in Brussel voor een radio-interview. Op de gang zei de presentatrice, dat de woordvoerder van de Moslim Liga van Brussel ook aanwezig was. Ik dacht: ‘O jee, wat krijgen we nou? Waarom hebben ze dat niet eerder tegen me gezegd?’ Opeens kwam hij eraan. Het was een man van een jaar of veertig. Hij omhelsde mij en zei: ‘Kader Abdolah, je hebt gezondigd. Maar niemand heeft me ooit zo dicht bij mijn eigen boek gebracht.’”

Wat vinden ze in Iran van je vertaling?

“Gelukkig lezen ze daar geen woord Nederlands! Nee hoor, dat bedoel ik een beetje ironisch. Want ik besef wel degelijk dat ze het kunnen begrijpen. Er lopen hier genoeg spionnen rond. Die wisten het waarschijnlijk zelfs eerder dan de Nederlanders.”

Ben je bang voor represailles?

“Ik heb dingen gedaan die niet mogen volgens de islamitische traditie. Maar de Arabische gemeenschap moet ook begrijpen dat de tijden veranderd zijn en dat wij in Europa leven, in een totaal andere cultuur. Deze vertaling is bedoeld voor iedereen in Europa die het kan lezen. De ayatollahs en imams zijn nooit in staat geweest om de Koran over te brengen aan christenen in Europa. Het enige wat ze gedaan hebben is haat en afkeer wekken. Dus waarom zou ik bang zijn voor represailles? De Arabische gemeenschap moet me juist dankbaar zijn! Het doel van deze boeken is het kweken van meer begrip en samenhang in de landen waar de immigranten binnen zijn gekomen. Ik kon op geen enkele andere manier de Koran voor mijn Europese lezers toegankelijk maken. De Arabische gemeenschap mag niet boos op me zijn, kán niet boos op me zijn! Ik heb overal, tijdens lezingen en interviews gezegd: ‘Vriend, het is goed voor jou, voor je kinderen, voor je broer, voor je zus, voor de Koran, voor Nederland en voor Europa.’ Ik heb herhaaldelijk de Koran gepakt en gezegd: ‘Dit is het mooiste boek wat ik ooit in mijn leven gelezen heb’. En ik gaf het een kus. Wat wil je nog meer? Tot een paar weken geleden durfden jonge moslims in dit land niet met hun eigen Koran naar buiten te komen. Maar nu heeft iedereen het erover. Ik denk wel dat het tijd nodig heeft om door te dringen tot de moslimgemeenschap. Maar op den duur zullen ze begrijpen dat het goed is.

Ik doe het uiteindelijk allemaal voor de jongeren. Zowel voor de Europese jongeren als voor de moslimjongeren. Zij moeten in de komende 50 tot 100 jaar vredig samen met elkaar kunnen werken en leven.”

Inhoud