publicatie

SP Tribune 08/2005 :: Karel Glastra van Loon: Stel een daad en toon je moed

Tribune, 12 augustus 2005

Tekst: Tiny Kox Foto: Bart Beijer

Karel Glastra van Loon:

‘Stel een daad en toon je moed’

Op 42-jarige leeftijd heeft Karel Glastra van Loon op 1 juli zijn strijd tegen zijn hersentumor moeten opgeven. Portret van een bijzondere man, die het aandurfde steeds de daad bij het woord te voegen.

Samen met zijn vrouw Karin deed Karel er alles aan om de anderhalf jaar geleden ontdekte indringer in zijn hoofd de baas te worden. Hij gaf zijn strijd zelfs een eigen naam. ‘Operatie Brainstorm is begonnen’, knipoogde hij toen hij voor de eerste van vele behandelingen naar het ziekenhuis moest. ‘Kan ik eindelijk ook eens vóór een oorlog zijn!’ Waarna hij een aantal grote veld­slagen leverde, die hij vol goede moed inging en uitkwam. ‘Ik heb het onderhand wel gehad met die ziekte,’ zei hij provocerend op de televisie, toen NOVA een reportage wijdde aan de wijze waarop hij baas over eigen leven wenste te blijven – en al weer bezig was met het schrijven van een nieuwe roman.

De schrijver

Wereldberoemd werd hij met ‘De passievrucht’, dat in 1999 verscheen. Op zijn werkkamer in Hilversum stonden rijen vertalingen naast elkaar, allemaal met andere woorden en andere kaften – maar in alle ­talen van de wereld even mooi en mee­slepend. In september 2004 reisde hij nog naar Reykjavik af voor de presentatie van de IJslandse versie. Na deze absolute bestseller, waarvoor hij de Generale Bank Literatuurprijs kreeg en die ook verfilmd werd, kwam het mysterieuze ‘Lisa’s adem’ (2001) en daarna ‘De onzichtbaren’ (2003). Dat ­beschouwde hij zelf als zijn beste literaire prestatie én een geslaagde koppeling van het literaire aan het informatieve. ‘De onzichtbaren’ schetst de omstandigheden waar­onder in het grensgebied van Birma en Thailand Birmese vluchtelingen leven nadat ze hun land ontvluchtten voor dictatuur, vervolging en burgeroorlog. Voor dat boek leefde hij met zijn gezin een aantal maanden tussen de Birmese vluchtelingen. Die ervaringen maakten diepe indruk op hem, terwijl hij toch al iemand was vol ervaringen in de wijde wereld. In 1997 had hij zijn literaire debuut gemaakt met ‘Vannacht is de wereld gek geworden’ waarin hij zijn eerdere be­vindingen als journalist nu als schrijver ­beschreef. Journalist was hij al veel langer. Hij was op het Plein van de Hemelse Vrede toen dat door het Chinese leger werd bestormd. Hij was in Armenië tijdens de oorlog met Azerbeidzjan, in Koeweit vlak na de bevrijding van Saddams horden, in het Sandinistische Nicaragua – en op nog zoveel meer plaatsen waar het spannend was om ­ervan te berichten.

De activist

Karel was ook een aansprekende activist, nooit te beroerd om de handen uit de mouwen te steken en indien nodig het voortouw te nemen. Hij werkte als vrijwilliger in het Sandinistische Nicaragua, verzette zich ­tegen de opmars van genetisch geklooi (waarover hij samen met zijn vrouw Karin het boek ‘Stier Herman’ schreef) en liep mee voorop in de nieuwe vredesbeweging. Ook tijdens zijn ziekte konden verschillende maatschappelijke acties op zijn steun en ­inzet blijven rekenen, zoals de campagne voor een ‘royaal gebaar’ naar uitgeprocedeerde asielzoekers. Hun behandeling door de Nederlandse regering vond hij een schande en er iets tegen doen een voor de hand liggende verplichting. Collega-journalisten en –schrijvers die vonden dat hij in zijn ­engagement te ver ging, lachte hij uit. Karel vond aan de kant staan terwijl de wereld voortdurend aan het bewijzen was gek ­geworden te zijn, helemaal niks. Hij sprak demonstraties toe, leidde manifestaties, trad op als spreekbuis van ‘leuk links’ en schreef tal van opiniërende artikelen over de noodzaak pal te staan voor een betere en meer ­beschaafde maatschappij. Erg tegen zijn zin in moest hij wegens zijn gezondheid op het laatste moment deelname afzeggen aan het 1 mei-debat dit jaar over ‘een ander Nederland’, een initiatief tot betere samenwerking tussen PvdA, SP en GroenLinks. Karel ­geloofde in de toekomst van links: ‘Verstandige mensen zijn links’, schreef hij in 2002 in De Volkskrant. Maar linkse mensen moeten dan wél wat meer gaan durven: ‘Zeg ook eens iets waarvan u nog niet zeker weet of het wel zo is. En zorg vooral dat er zo nu en dan ook wat te lachen valt.’

De helpende hand

In 1993 schreef hij het eerste boek over het activisme van de SP (‘De Poppe-methode’), in 1996 hielp hij Jan Marijnissen met diens eerste boek, ‘Tegenstemmen’. In 2000 schreef Karel samen met Jan ‘De laatste oorlog’. De vraag: hoe voorkom je oorlog en hoe bescherm je de vrede, was voor Karel Glastra van Loon een van de politieke ­wezensvragen. Begin dit jaar verscheen wat zijn laatste boek zou blijken te zijn: ‘Hoe dan, Jan?’, een verslag van een reeks ­gesprekken die hij samen met Kees Slager voerde met de voorman van de SP. Marij­nissen kreeg in die gesprekken over de ­ samenleving en de toekomst het vuur aan de schenen gelegd – zonder aandrang overigens tot afbranden. Het cynisme dat nogal wat hedendaagse journalisten blijkbaar als noodzakelijke eigenschap beschouwen voor het maken van een goed interview, was hem volstrekt vreemd. Vanaf begin jaren ’90 hoorde Karel tot het kleine groepje vaste adviseurs voor het SP-partijbestuur en Kamerfracties. Eindeloos was zijn creativiteit, haarscherp zijn analyserend vermogen, uiterst betrouwbaar zijn kritische oordeel over wat wel en niet kan. Bij discutabele plannen en acties werd altijd in zijn richting gekeken: kan het, of kan het niet?

Het zondagskind

Karel Glastra van Loon was altijd betrokken bij waarmee hij bezig was. Hij hield er niet van om als betweter langs de kant te staan. Meedoen zonder meeloper te zijn, dat kenmerkte deze bijzondere, lieve, enthousiaste, dappere en altijd inspirerende jonge man, van wie we veel te vroeg afscheid hebben moeten nemen. Toen in de loop van de maand mei duidelijk werd dat hij, door ­zovelen als zondagskind ­beschouwd, de ongelijke strijd tegen zijn hersentumor niet kon winnen, besteedde hij alles wat hem nog overbleef, aan zijn vrouw en kinderen. Ze hadden goede laatste dagen, hoe gek het ook klinkt, zei Karin over haar held: ‘Hij is tot het allerlaatst zichzelf gebleven.’

Een mens is meer

Een dier is meer dan een lap vlees

Een mens is meer dan consument

Een land is meer dan een BV

Wat je doet is wat je bent

De school is toch geen markt

En de zorg is geen product

En wie rijkdom niet kan delen

Is als mens totaal mislukt

Het rijke Westen is geen eiland

En Europa is geen fort

En wie bang is voor wat vreemd is

Doet vooral zichzelf tekort

Blijf niet mokkend aan de kant staan

Stel een daad en toon je moed

Laat je woede hand in hand gaan

Met het goede dat je doet

Tekst: Karel Glastra van Loon, muziek: Bob Fosko, 2002

Inhoud