publicatie

Tribune 04/2000: 'Wild west in kabeltjesland'

De inhaligheid en trucs van UPC c.s. kent geen grenzen

Wild west in kabeltjesland

Tekst Peter Verschuren

Hopeloze service, smerige trucs om de mensen een decoder door de strot te duwen en absurde prijsverhogingen. Kabelbedrijf UPC doet hard zijn best om zich in Amsterdam meer gehaat te maken dan het gemeentelijk parkeerbedrijf. Toch veroveren de ‘cowboys uit Colorado’ stormenderhand ook de rest van Nederland. Profiel van een markt in ontwikkeling.


Met de kabel valt goud te verdienen, is de gedachte achter de onstuimige groei van bedrijven als UPC. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken, zullen mensen graag betalen voor allerlei diensten via hun glasvezelsnoertje. Niet alleen voor het binnenhalen van de publieke omroepen en populaire commerciële zenders, maar bijvoorbeeld ook voor telefoneren, internetten, ontvangen van bijzondere zenders en bestellen van films op verzoek.

Waar het geld met bakken tegelijk kan worden binnengehaald, kijk je niet op een kwartje. En dus zijn gemeentelijke kabelnetten de afgelopen jaren op grote schaal en voor onvoorstelbare sommen in commerciële handen overgegaan. Voor de kabelnetten van Rotterdam en Dordrecht betaalde UPC ruim twee miljard, 3279 gulden per aansluiting. De financiering van die dure overnames is geen probleem, want de financiële vooruitzichten zijn zo gunstig dat beursspeculanten staan te dringen. Geld nodig voor nieuwe aankopen? Dan geven we gewoon nog wat aandelen uit.

Toch is er niet alleen jubel in ‘kabeltjesland’. De vraag naar nieuwe diensten via de kabel is namelijk heel wat minder snel gegroeid dan de kabelboeren enkele jaren geleden verwachtten. De gemiddelde Nederlander is best tevreden met zijn 30 tot 35 tv-zenders en een telefoon via KPN. Bovendien is voor alle nieuwe snufjes een decoder nodig, die ook weer geld kost. Kortom, waarom zouden we veel extra betalen voor weinig extra’s? Voor UPC en Casema is deze nuchtere houding echter levensbedreigend. Om de aandeelhouders de gouden bergen te kunnen geven die ze verwachten, moet er jaarlijks minstens 25 gulden winst per aansluiting gemaakt worden. En daarvoor moet – zoals zelfs staatssecretaris Van der Ploeg het onparlementair uitdrukte – ‘de decorder door de strot geduwd worden.’

De gemeenteraad was bedonderd, toen bij de verkoop van de kabel gesteld werd dat Casema geen misbruik kon maken van zijn monopoliepositie

Wie daarover mee kunnen praten, zijn de Amsterdammers. SP-raadslid Remine Alberts: ‘UPC wilde het contract met de gemeente openbreken en alles buiten het verplichte basispakket van 15 zenders in porties achter de decoder zetten. Daarvoor was in de raad weinig animo. Toen is CNN van de kabel gehaald en nog wat zenders. Die konden terugkeren, maar dan moest er een prijsverhoging komen, plus toestemming voor de decoder. UPC heeft zijn macht laten zien en duidelijk gemaakt aan de gemeenteraad: wat jullie willen, interesseert ons niet. De gemeente is nu gezwicht. De decoders komen in september en CNN is terug, met een tariefsverhoging van drie gulden per maand.’

In Utrecht haalde Casema een vergelijkbare truc uit. Het bedrijf deelde het zenderaanbod op in een basispakket met alleen publieke omroepen en een pluspakket met commerciële zenders. Wie beide wil ontvangen, krijgt te maken met een prijsstijging van ruim 14 procent. Op initiatief van de SP werd een comité Deze keuzevrijheid NEE! opgericht, dat een massaal protest organiseerde. Verzet kwam er ook in Leidschendam, waar Casema hetzelfde deed. Namens vele honderden klagers concludeerde de SP, dat de gemeenteraad bedonderd was toen bij de verkoop van de kabel gesteld werd dat Casema geen misbruik kon maken van zijn monopoliepositie. In Zaanstad was de plaatselijke SP-afdeling er snel bij. Voorzitter Harm Bos: ‘We hebben een contract met UPC tot 2005, maar toch gingen er vorig jaar binnen de gemeente stemmen op om dat open te breken, zodat de commerciële zenders in een pluspakket achter de decoder zouden komen. We zouden dan bijna acht gulden per maand extra moeten betalen om het huidige pakket te houden. Dat pikten we niet en in korte tijd verzamelden we vijfduizend handtekeningen tegen de monopoliepositie van UPC en het misbruik dat het bedrijf ervan maakt.’ De Zaanse wethouder van Mediazaken heeft inmiddels laten weten UPC aan het contract te houden. Bos: ‘Dat is mooi, maar geen reden om gerust te zijn. UPC zal nog wel wat trucs in huis hebben om zijn zin toch door te drijven en anders komt de klap wel in 2005. De enige echte oplossing is, dat de gemeente haar macht over de kabel terugkrijgt. Wat mij betreft is terugkopen van UPC een serieuze optie.’

‘Normaal bestaat onze programmaraad uit 41 leden, maar tegen de tijd dat we moesten stemmen was bijna de helft daarvan al boos vertrokken’

‘Een gemeente die haar kabelbedrijf verkoopt, heeft vrijwel niets meer in te brengen,’ concludeert medewerker Paulus Jansen van de SP-Kamerfractie. ‘In het verkoopcontract kun je onmogelijk alle eindjes dichttimmeren. Wat je ziet, is dat de voorwaarden die de gemeenten bij de verkoop stelt, binnen een jaar of drie, vier onderuit geschoffeld zijn. Het kabelbedrijf maakt gebruik van de ruimte die het contract biedt en creëert een situatie die veel verzet oproept. Onder druk van de mensen gaat de gemeente vervolgens akkoord met de oplossing die de kabelboer biedt. Het voorbeeld van Amsterdam geeft dat perfect weer.’

Waar de gemeente haar invloed verloren heeft, is echter altijd nog de programmaraad. Die bestaat uit vertegenwoordigers van de kijkers en heeft – althans op papier – heel wat te zeggen over wat er op de kabel komt. Roelien Knottnerus zit in de programmaraad in Haarlem. ‘We zijn net geïnstalleerd, dus veel ervaringen heb ik nog niet. Maar duidelijk is wel dat onze macht niet veel voorstelt. Wij mogen ons alleen met het basispakket bemoeien. Dat omvat 15 zenders waarvan pakweg de helft al wettelijk voorgeschreven is. Wij gaan dus eigenlijk maar over een paar zenders. UPC beslist zelf over de rest.’ Zuidoost Gelderland heeft al langer evaring met een programmaraad. Bijvoorbeeld bij de beslissing om de Duitse zender RTL – die populair is in de grensstreek – van de kabel te halen. Toen hierop kritiek kwam, schoof Telekabel (onderdeel van UPC) de verantwoordelijkheid af op de programmaraad die tot de wijziging had besloten. In dagblad De Gelderlander legden enkele leden van de raad vervolgens uit hoe de beslissing tot stand was gekomen. Wil Derksen, programmaraadslid voor de gemeente Beuningen: ‘Normaal zijn we met 41 leden, maar tegen de tijd dat we moesten stemmen was bijna de helft van de raad al boos vertrokken. Toch moest er per se gestemd worden. Een representatieve afspiegeling van de raad was het al lang niet meer.’ Een anoniem ander lid: ‘We kregen absoluut geen inzicht in de overwegingen. Bij mij ontstond de stellige indruk dat er bepaalde, zeg maar financiële belangen meespeelden. Maar dat alles kwam niet ter tafel. Het besluit stond vast. Ik voelde me zwaar gemanipuleerd, ja zelfs overdonderd.’ Gemeenteraadslid Remine Alberts uit Amsterdam: ‘De programmaraad is geen partij voor UPC. De raad spreekt af dat er een sportzender doorgegeven moet worden. En wat doet UPC? Die haalt het veelbekeken Eurosport eraf, en zet er zijn eigen zender Extreme Sports voor in de plaats.’

‘Het lijkt wel of de meerderheid van de raad geen enkele belangstelling heeft om iets verder te kijken dan de miljoenen van Casema’

De groeidrang van UPC, Casema en Essent stelt gemeenten voor de keuze tussen een flinke zak met geld of zeggenschap over de kabel. Haarlem koos vorig jaar voor de poen, ondanks een SP-actie die enorm veel bijval kreeg vanuit de bevolking. Raadslid Hilde van der Molen: ‘We willen er niet aan meewerken dat een bedrijf op dit gebied een monopolie krijgt. En wij voelen niets voor de prijsverhoging waarmee we te maken krijgen. We hebben nu 36 zenders voor ƒ 14,60. Zodra de decoders geleverd zijn, worden dat er 15 voor ƒ 12,95. Wil je meer ontvangen, dan moet je het pluspakket nemen. En dan is de boel tot 2005 nog aardig vastgelegd. Daarná krijgt UPC nog veel grotere mogelijkheden om pakketten samen te stellen en er prijskaartjes aan te hangen. Door onze actie hebben zo’n 2700 mensen een protestkaart naar de gemeente gestuurd. Dat heeft de verkoop niet tegengehouden, maar wel hebben we eruit gesleept dat de mensen de decoders niet zelf hoeven te betalen. De ene helft betaalt de gemeente uit opbrengst van de verkoop en de andere helft betaalt UPC.’

Grote vraagtekens zet Van der Molen bij de adviseur die voor de gemeente moest bekijken wat beter was: verkopen van de kabel of in gemeentelijk beheer houden. ‘Die adviseur was de heer Eenhoorn, consultant bij Ernst & Young en voorzitter van de VVD. Als je die gaat vragen of je moet privatiseren, dan weet je het natuurlijk wel.’ Eenhoorn duikt vaker op met het advies de kabel te verkopen. Bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn, waar de gemeenteraad op 30 maart ook besloot tot verkoop. SP-raadslid Jan Gronert had er enkele dagen vóór het debat al weinig hoop op dat de raad anders zou besluiten. ‘Meer 1200 mensen hebben een bezwaarschrift ingediend tegen de voorgenomen verkoop, in een uitgewerkt voorstel hebben wij alternatieven aangereikt, we hebben voorgesteld er een referendum over te houden. Maar niets helpt. Het lijkt wel of de meerderheid van de raad geen enkele belangstelling heeft om iets verder te kijken dan de miljoenen van Casema.’

De rol van Eenhoorn riep vraagtekens op bij de Alphense SP-fractie. ‘Acht u een objectief advies mogelijk door iemand die zo nadrukkelijk de wens tot privatiseren als partij-ideaal heeft?’ wilde de fractie weten. Burgemeester en wethouders antwoordden dat ze geen enkel probleem hebben met een prominent VVD’er als adviseur over privatiseringsvraagstukken en ook de andere raadsleden vonden het wel best.

 

 

 

De top drie: UPC, Essent en Casema

In 1992 telde de Vecai, de vereniging van kabelexploitanten, 181 leden. In 1999 waren dat er nog maar 47. De vijftien grootste kabelbedrijven hadden op 1 januari 1992 iets meer dan de helft van alle aansluitingen in handen: 52,3 procent. Momenteel bezit de top drie; UPC, Essent en Casema, niet minder dan 78,6 procent van de aansluitingen. Met een marktaandeel van 37,4 procent is UPC veruit de grootste.

‘Ik ken heel wat gemeenten die inmiddels spijt hebben dat ze hun kabel van de hand gedaan hebben’

In Oss kwam Eenhoorn ook langs om tot verkoop van de kabel te adviseren. Maar hier had hij minder succes. Wethouder Mari-Anne Marijnissen (SP): ‘In de raad is tot nu toe een meerderheid om de kabel in eigen handen te houden. Dat is ook wat ik wil. Omdat je dan zeggenschap hebt over de tarieven en over het pakket en omdat niemand anders het zo goedkoop kan. Voor 14 gulden leveren wij 33 zenders, er zijn weinig klachten en weinig storingen. Waarom zou je dan verkopen? Ik ken heel wat gemeenten die inmiddels spijt hebben dat ze hun kabel van de hand gedaan hebben.’ Marijnissen ziet de doorgifte van een compleet pakket tegen lage kosten als een nutsvoorziening die de gemeente moet garanderen. Voor aanvullende diensten als Internet en ‘pay per view’ (films bestellen via de kabel) kunnen commerciële bedrijven zorgen die daarvoor ruimte op de kabel huren. ‘Doordat de kabel, de infrastructuur, van ons is, kunnen wij hierbij de voorwaarden stellen en in zee gaan met de beste en de goedkoopste.’

Ook Schiedam houdt vast aan de ‘eigen’ kabel. Wethouder Wiegman (PvdA): ‘Van links tot rechts vindt de gemeenteraad dat we een zo breed mogelijk pakket moeten bieden voor zo laag mogelijke tarieven, en dat we dat het beste kunnen doen als de gemeente er zeggenschap over heeft.’

Zowel Schiedam als Oss geven aan geen financiële problemen te kennen of te voorzien. Wiegman: ‘We bieden 36 zenders en de mogelijkheid van Internet. Met de verglazing van de kabel schieten we hard op en ik zie geen probleem om de investeringen te doen die nodig zijn om bij te blijven.’ Henk van Gerven, wethouder Financiën in Oss: ‘Bij een omzet van 3,3 miljoen verwachten we over dit jaar een winst van 270.000 gulden. We hebben de reserves om alle investeringen te doen die nodig zijn en we romen een deel van de winst af naar de algemene middelen.’

Dit optimisme is in opvallende tegenspraak met de uitkomsten van een onderzoek dat onlangs gehouden is in opdracht van drie ministeries. De onderzoekers concludeerden dat het gemiddeld rendement van kabelbedrijven op 0,3 procent ligt en dat de tarieven met een tientje per maand omhoog moeten om een redelijk rendement te kunnen draaien. ‘Onzin,’ luidt de kernachtige reactie hierop van SP-Kamerlid Harry van Bommel. ‘Een tientje erbij betekent een verhoging met 50 procent. Dat heeft niets te maken met een redelijk rendement, maar met het bevredigen van de torenhoge winstverwachtingen van de beleggers, die de koersen van UPC en haar concurrentie opgestuwd hebben tot de hoogte van luchtkastelen.’

Toen SP-Kamerlid Van Bommel de staatssecretaris uitdaagde wat aan de uitholling te doen, gaf Van der Ploeg niet thuis

Wie van juist dit soort opmerkingen baalt, is woordvoerder Frans Nijhof van de Vecai, de vereniging van kabelexploitanten. ‘Onder de kleine kabelbedrijven zijn er heel wat met grote financiële problemen. Bovendien leveren wij van Europa de meeste zenders en hanteren we de laagste tarieven. De gemiddelde prijsstijging ligt de afgelopen jaren op één procent: dat is minder dan de inflatie. Als je vanuit redelijkheid en billijkheid naar de kabelbranche kijkt, dan zou een stapsgewijze verhoging met uiteindelijk een tientje per maand echt reëel zijn. Maar dat verlangen we niet als Vecai. We beseffen dat zo’n voorstel geen kans van slagen zou hebben. Maar wat we wel vragen, is dat er eens door een andere bril naar kabelbedrijven wordt gekeken. Dat we niet langer als kop van jut gebruikt worden.’

Dan de landelijke politiek. Hoe denkt de regering over de kabel? De nota Visie op Versnellen uit 1995 van het ministerie van Economische zaken is er duidelijk over: privatiseren. De meest gewenste positie van een kabelbedrijf wordt omschreven als: ‘Een op rendement gerichte onderneming, die op commerciële basis een elektronisch marktkanaal aanbiedt’. Beperkende regels zijn taboe. ‘Aanbevolen wordt geen andere regels ter zake te stellen dan die betrekking hebben op het doorgeven van het verplicht pakket.’ Dat sommige gemeenten langdurige prijsafspraken hebben gemaakt bij de verkoop van hun kabelnet, is Den Haag dan ook een doorn in het oog. ‘Prijsbeperkingen door (voormalige) machtiginghouders die in het verleden zijn ontstaan en/of thans nog worden gehandhaafd, dienen op termijn buiten werking te worden gesteld.’

Vijf jaar later lijkt de wind toch wat uit een andere hoek te komen. Vooruitlopend op de visie wat het kabinet nu eigenlijk wil met de kabel (die steeds wordt uitgesteld en nu voor april beloofd is) kwam staatssecretaris Van der Ploeg vorig jaar met een beschrijving van de situatie. In plaats van lofzangen op privatisering staat daarin: ‘De scenario’s die kabelexploitanten nu voorstellen, lijken in vrijwel alle gevallen nadelig voor de consumenten uit te vallen. Er is sprake van een uitholling van de huidige basis-, c.q. standaardpakketten waarbij gepoogd wordt om populaire commerciële zenders achter een filter of decoder te plaatsen.’ Toen Kamerlid Van Bommel de staatssecretaris echter uitdaagde om hier wat aan te doen, in afwachting van een wettelijke regeling, gaf Van der Ploeg niet thuis.

‘Voor UPC is het heel vervelend dat er gemeenten als Oss bestaan die de kabel in eigen beheer houden en aantonen dat je voor weinig geld ook alles kunt leveren’

Zijn er tussen de afwachtende regering, de kortzichtige gemeentebesturen en de inhalige kabelbedrijven ook lichtpuntjes aan de horizon van de consument? ‘Misschien wel,’ antwoordt Paulus Jansen. ‘Als de kabeljongens het te gek maken, krijgen ze concurrentie van andere technieken. KPN is ADSL aan het ontwikkelen, een techniek waarmee tv-programma’s doorgegeven kunnen worden via de gewone telefoonkabel. Een eerste proef daarmee in Amsterdam was succesvol. Andere concurrenten zijn digitale tv-uitzendingen via de ether, die met een antenne te ontvangen zijn en het toenemend gebruik van satellietverbindingen, niet alleen voor tv, maar ook voor Internet.’ Volgens Jansen kan vooral ADSL een echte bedreiging worden voor de kabel. Wat zal de strijd tussen KPN en de kabelbedrijven opleveren voor de mensen? Jansen: ‘Je hebt dan nog steeds te maken met slechts enkele bedrijven, die heel eenvoudig afspraken kunnen maken om het elkaar niet te moeilijk te maken. Het is dus maar de vraag of er echte concurrentie komt waarvan de consument kan profiteren.’

Tot slot wethouder Marijnissen met een extra argument om kabelnetten in gemeenschapshanden te houden: ‘Voor UPC is het heel vervelend dat er gemeenten als Oss bestaan die de kabel in eigen beheer houden en aantonen dat je voor weinig geld ook alles kunt leveren. Zolang wij dat bewijzen, zullen er steeds meer mensen protesteren tegen de tariefsverhogingen van de grote commerciële bedrijven.’

 

 

 

 

Megaverliezen en toch lieveling van de beleggers

UPC, dat is vader Gene en zoon Mark Schneider. Pa werd miljardair met het bouwen van kabelnetten in de VS. Zoon Mark ziet halverwege de jaren negentig de enorme mogelijkheden van de kabelmarkt in Europa, waar de netten dan veelal nog in handen zijn van overheden, maar de roep om privatisering luid begint te klinken. UPC start in juli ’95 als United Philips Corporation, voor de helft eigendom van Philips en voor de andere helft van United Global Com, het bedrijf van Schneider sr. In 1997 houdt de nieuwe Philips-directeur Boonstra grote schoonmaak. Alle onderdelen die niet snel winst opleveren, worden verkocht. Het gevolg is dat de familie Schneider de alleenheerschappij krijgt over UPC en de naam verandert in United Pan-Europe Communications. De ene overname na de andere volgt, vooral nadat de beursgang in februari 1999 miljarden oplevert. Inmiddels bezit UPC ruim 37 procent van de Nederlandse kabelmarkt en is het bedrijf ook actief in Frankrijk, Polen, Spanje, Duitsland, Zweden, Tsjechië, Slowakije en Hongarije. Begin maart baarde UPC opzien door SBS te kopen, het bedrijf achter SBS 6, Net 5, Radio Noordzee en nog 24 andere tv- en radiostations in Europa.

De beleggers lopen weg met UPC. Het bedrijf heeft nog nooit winst gemaakt en leed over 1999 zelfs bijna twee keer zoveel verlies (1,73 miljard) dan het aan omzet realiseerde (986 miljoen). Desondanks is de beurskoers geëxplodeerd. Bij de beursintroductie in februari ’99 kostte een aandeel UPC 64 gulden. Op 24 maart 2000 moest er 135 gulden voor neergeteld worden. Grootaandeelhouders van UPC zijn vooral pa Schneider en in mindere mate Bill Gates (Microsoft).

 

 

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Streekvervoer De privatisering levert niets dan ellende op.
  • Column Jan Marijnissen: Goed is goed
  • Om kabelbedrijven als UPC de verwachte gouden bergen te geven moet er jaarlijks minstens 25 gulden winst per aansluiting worden gemaakt – en daarvoor moet ‘de decoder door de strot geduwd worden’
  • Armand interview. ‘Ik schop nog steeds graag tegen dingen.’
  • Eind maart stapte – als een donderslag bij heldere hemel – de PvdA uit de ‘rode coalitie’ met de SP in Oss. Waarom?