opinie
Geert Reuten:

Afzet kun je stimuleren

In een ‘normale’ recessie is een “trendmatige begrotingspolitiek” voldoende: je houdt zo de overheidsuitgaven op peil. Maar we dreigen nu in een depressie (langdurige recessie) te belanden. Dan zijn extra maatregelen nodig om de afzet te stimuleren.

Er waart een brede roep om anti-recessieve actie. Voor conjuncturele sturing is een trendmatige begrotingspolitiek voldoende. Je legt dan de overheidsuitgaven voor meerdere jaren vast en laat de belastinginkomsten meegolven met de conjunctuurbeweging. Extra maatregelen in een recessie zijn overbodig. Dat lijkt mij juist. Op hoofdlijn wordt deze politiek ook toegepast door de regering. Stom is wel de regel uit het regeerakkoord om bij een begrotingstekort van 2% BBP te gaan bezuinigen: zo vererger je een recessie. Hoe dan ook, op instigatie van “Brussel” conformeert de regering zich nu aan stimulerende maatregelen – naar verluidt met tegenzin.

De Franse hand – die speelt een rol – doet Brussel goed. Immers, het ziet ernaar uit dat we niet belanden in een ‘gewone’ recessie met een neergang van 1-2 jaar. Wereldwijd stremt de kredietverlening van banken aan bedrijven. Investeringen stagneren. Ontslaggolven zwellen aan. Consumenten trappen op de rem. Alles in ongekend tempo. Tachtig procent van de wereldeconomie tuimelt tegelijkertijd het dal in. Dat is anders dan in de afgelopen 60 jaar toen conjunctuurbewegingen internationaal ongelijk liepen: via exporten en importen dempten de economische regio’s elkaars dal. Alle tekenen wijzen erop dat we geen recessie maar een langdurige neergang – een depressie – tegemoet gaan. Maar overheidsingrijpen kan de diepte ervan ophogen.

Hoe? Pak je het aan bij de financiering van bedrijfsinvesteringen (kredietgaranties van de staat om de banken over de brug te helpen), bij de investeringen zélf (belastingfaciliteiten), bij de werkloosheid (uit het WW-fonds-betaalde arbeidstijdverkorting), of moet je de afzet en productie stimuleren (via overheidsinvesteringen en de consumptie)? Dat is afhankelijk van het stadium van de malaise.

Het is niet zo dat de bankencrisis zich verplaatst naar de “reële” economie. De bankencrisis houdt aan en loopt over in bancaire passiviteit, maar we belanden tegelijkertijd in een crisis van de “reële” economie met depressiedreigingen. Kredietgaranties helpen als het probleem uitsluitend bij de bankkredieten ligt en bedrijven overigens wel investeringsgeneigd zouden zijn. Belastingfaciliteiten helpen als bedrijfsinvesteringen slechts een klein zetje vergen. Maar bedrijven investeren niet als de afzet terugvalt (consumptie, exporten). De afzet stimuleren is niet eenvoudig en bovendien moet je dat internationaal doen. Maar het kán. Naarmate de werkloosheid oploopt vergt dit onmiddellijk een aantal van het volgende type tijdelijke maatregelen: 1. De werkloosheidsuitkeringen getrapt verhogen (stel 80% voor modaal tot 90% voor de minimumlonen). 2. Extra kwartaaluitkeringen voor bijstandsinkomens. 3. AOW-verhoging tot aan modaal. De modaalgrens is consumptie-effectief omdat daaronder het consumptieaandeel in het inkomen het hoogst is. 4. Banken verplichten om naarmate de rente daalt (zij kunnen dan zelf goedkoper lenen) op bestaande hypotheekleningen tot een bepaald niveau tijdelijk rentekorting te geven. Alternatief: tijdelijk rentekorting voor werklozen. 5. Huurverhoging bevriezen. 6. Via een convenant met o.a. de grootwinkelbedrijven een deel van de kosten (1-3) terughalen door een tijdelijke extra inkomstenbelasting (zij zijn direct gebaat bij de maatregelen). Voorts, ter stimulering van de cruciale bouwsector, de woningbouwcorporaties vennootschapsbelastingkorting geven voor vervroegde en extra investeringen.

Via een dergelijk pakket bereiken we enige stabilisering van de investeringen. Maar dan moeten we de nu passieve banken activeren, en kredietgaranties helpen daartoe. Net als belastingfaciliteiten (zoals voor vervroegde afschrijving) of versnelde betaling, moeten we die niet ongeconditioneerd geven. Met kredietgaranties neemt de staat – wij – grote risico’s. Kredietgaranties moeten vooral wél selectief zijn. Het moet om nieuwe investeringen gaan. Ze moeten een uitstraling naar de Nederlandse economie hebben (dat geldt bijvoorbeeld niet voor verhuur van geïmporteerde auto’s). Bovendien moeten we overeenkomstige voorwaarden stellen als nu voor de kapitaaldeelname bij banken: langdurige voorwaarden over de beloningsstructuur binnen de onderneming. Mij dunkt dat we ook voorwaarden kunnen stellen over de democratisering van het ondernemingsbestuur. Eén tegenprestatie van kredietgarantie (en ook belastingfaciliteiten) zouden bedrijfsaandelen moeten zijn met preferenties aangaande het ondernemingsbestuur. Antidepressiva met het oog op de blije toekomst.

Betrokken SP'ers