nieuws

Verslag Partijraad 25 maart 2017

Besluiten in het kort:

  • Het Verslag van Partijraad 28 januari wordt goedgekeurd.
  • De Partijraad gaat akkoord met het globale ‘1 miljoen mensen’-plan.

Speech Emile Roemer
Goedemorgen kameraden. Jullie hebben de afgelopen maanden een ongelooflijke prestatie geleverd. We hebben een miljoen folders verspreid, honderdduizenden mensen gesproken, tienduizenden mensen gebeld, duizenden posters en vlaggen opgehangen, tientallen huiskamergesprekken georganiseerd; we organiseerden de grootste politieke bijeenkomst in jaren op het Malieveld. Het was ook de campagne waarin we nieuwe dingen geprobeerd hebben. We deden dingen die we niet voor mogelijk hielden. Zo organiseerde Ron een campagnestream zonder Lieke, belde ik tienduizenden sympathisanten terwijl ik bij de NOS in debat was, en stond Ronald ramen te lappen bij het ministerie ‒ terwijl hij thuis zijn vrouw vertelt dat hij niet op een ladder durft… Jullie hebben onverzettelijk gestreden. Een groot compliment en van mij een hele diepe buiging.
    
Ik moet ook bekennen dat het resultaat mij een dubbel gevoel geeft. Ongewild moeten we afscheid nemen van twee kanjers. Van Erik Smaling, die in Groningen streed tegen de gaswinning, in Drenthe tegen windmolens die dorpen zouden ruïneren, in Zeeland voor een mooie kust. Hij schreef een visie op ontwikkelingssamenwerking, hij schreef een boek getiteld ‘De laatste boer’ en was bovenal een fijne collega. Maar ook moeten we afscheid nemen van Henk van Gerven, die samen met patiënten en zorgverleners knokte, die de strijd aanbond tegen de farmaceutische industrie, het opnam voor de Q-koortspatiënten en voor alternatieve landbouw. Erik en Henk, ontzettend bedankt voor de afgelopen jaren!
    
Aan de ene kant is er het besef dat we in december op 10 zetels stonden. Velen hadden ons al afgeschreven. We hebben ons terug in de wedstrijd geknokt. Maar we profiteerden niet van het verlies van het kabinet. In een aantal gebieden lukte het ons de woede om te zetten in steun: onder andere in de Achterhoek, Zeeland, Limburg en natuurlijk Groningen waar we de grootste partij werden. In de grote steden verloren we. We haalden wel stemmen bij de mensen die de klappen van het neoliberalisme telkens moeten opvangen. De harde werkers, de lage inkomens. Tegelijk deden we het niet goed onder jongeren en hogeropgeleiden. Daar moeten we mee aan de slag.
    
Als ‘Ieder voor zich’ de norm is geworden, als geloof in vooruitgang is weggeslagen, dan twijfelen mensen tussen de status quo en de proteststem. We hadden veel sympathie, maar dat werd niet altijd omgezet in stemmen. Zo is onze geschiedenis: altijd tegen de stroom in. We zijn een stabiele partij in instabiele tijden. We oogsten wat we gezaaid hebben; en dat staat dus voor 14 zetels. Laten we de komende jaren meer gaan zaaien. Onze taak is te bouwen aan afdelingen die lokaal het verschil maken, zij aan zij met mensen. En voorop lopen op de onderwerpen die voor mensen belangrijk zijn; zorg, klimaat, onderwijs, veiligheid en zekerheid.
    
Ik wil het verhaal van meneer en mevrouw Rieschke met jullie delen. Haar man werkte 45 jaar als timmerman. Bedrijf failliet; nu kan hij nergens meer vast werk vinden. Hij hopt van de ene tijdelijke baan naar de andere, of zit in de uitkering. Door de verhoging van de AOW-leeftijd zit hij nog langer in onzekerheid. De concurrentie is moordend; veel mensen uit Oost-Europa doen nu zijn werk. Voor een lager loon en langere werkdagen. Voor behoud van zijn uitkering moest hij werken als – jawel – timmerman. Om werkervaring op te doen. Dat is uitbuiting. Maar meneer en mevrouw Rieschke klagen niet. Ze willen alleen meer zekerheid en rechtvaardigheid. Mensen als zij blijven op ons rekenen. En ze kunnen op ons rekenen de komende tijd.
    
Mensen komen tegenover elkaar te staan; collega's worden concurrenten, buren worden vreemden. Dat is niet ons land. Wij geloven in een land waarin we naar elkaar omkijken. Dat je als je ziek bent, niet aan je lot wordt overgelaten. Dat je altijd je kinderen eten en een dak boven het hoofd kunt geven. Dat je de taal leert, en dat je niet beoordeeld wordt op wie je bent, maar op wat je doet. Wij gaan met één miljoen mensen spreken en we gaan ze laten zien dat als je je organiseert, er verandering kan komen. Dat er een alternatief is. Ik wil dat studenten ons gaan helpen met die alternatieven, en dat mensen die het goed hebben ons steunen in die solidariteit. Zodat menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit weer de norm worden in Nederland.
    
Wat voor kabinet er gaat komen is nog onduidelijk, maar ik houd mijn hart vast. Drie rechtse partijen praten nu met GroenLinks. Maar ik zeg u, de nieuwe fractie zal niet afwachten. Huurdersproblemen, kinderarmoede, hongersnood in Afrika: dat schreeuwt om actie. Het werk is alweer begonnen. Vandaag gaan we evalueren; we moeten openstaan om te luisteren naar elkaar, om te zeggen wat er goed ging en niet, en van elkaar te leren. Dat gaan we vandaag doen. Maar eerst wil ik jullie de nieuwe fractie voorstellen.
    
Renske Leijten zet zich in voor een einde aan de belastingcadeautjes voor multinationals en voor een sociaal en democratisch Europa. Lilian Marijnissen en Nine Kooiman gaan voor goede en betaalbare zorg zonder marktwerking. Ronald van Raak knokt voor een veilig land waarin we investeren in de politie en de corruptie aanpakken. Sadet Karabulut knokt voor een rechtvaardiger wereld waarin we stoppen met zinloze oorlogen, omdat bommen nooit democratie brengen, een wereld waarin we met eerlijke handel de armoede in de wereld eindelijk eens aanpakken. Sandra Beckerman gaat zich inzetten voor een duurzame samenleving, waar de echte vervuilers worden aangepakt, en voor verlaging van de gaswinning in Groningen en voor leefbare buurten. Michiel van Nispen voor bescherming van de rechtsstaat en de strijd tegen klassenjustitie. Peter Kwint en Frank Futselaar zetten in op betaalbaar en goed onderwijs waar elk kind dezelfde kansen krijgt. Maarten Hijink gaat voorop in de strijd voor het midden- en kleinbedrijf, slimme industriepolitiek en eerlijke handel – en dus tegen foute handelsverdragen. Cem Lacin gaat voor een bereikbaar en schoon land waarin we investeren in goed openbaar vervoer. Jasper van Dijk en Bart van Kent gaan vechten voor loonsverhogingen, voor de strijd tegen armoede en ongelijkheid, voor emancipatie en voor een fatsoenlijke oude dag, tegen discriminatie en voor integratie.
    
Al deze toppers staan te trappelen. Om samen met jullie deur voor deur, straat voor straat, buurt voor buurt de samenleving in beweging te krijgen. Ik haal ze allemaal nog even naar voren, en daarna verheug ik mij op een goede inhoudelijke discussie over hoe we beter kunnen en moeten worden.

Discussie over campagne en uitslag Tweede Kamerverkiezingen
Algemeen secretaris Hans van Heijningen: Bij deze open ik het debat over de SP-campagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 en over de uitslag. Ik verzoek de afdelingsvoorzitters om de komende weken samen met het afdelingsbestuur een evaluatie van de campagne en de verkiezingsuitslag te maken en die zo spoedig mogelijk op te sturen naar het partijbestuur, zodat de evaluaties daar besproken kunnen worden. Op de Partijraad van juni zal daar dan op teruggekomen worden.
    
Bas Vermaat (Haarlem): Wat mijn afdeling jammer vond met betrekking tot het XXII congres is de manier waarop er omgegaan is met de kandidaatstelling van Leo de Kleijn; dat verdiende niet de schoonheidsprijs. Ik wil voorstellen dat we dit op komende congressen voortaan anders gaan doen. De verkiezingsuitslag is enigszins tegengevallen en dat komt volgens mij doordat we ons niet hebben kunnen profileren als een echt linkse partij.
    
Joost van der Sluis (Delft): Tijdens de scholingen hebben we het veel gehad over hoe we deze campagne moesten voeren. Daarbij werd voorgesteld om elke afdeling op te delen in teams: een team om op straat mensen aan te spreken, een team om langs de huizen te gaan en een team om te folderen. Dit heeft goed gewerkt. Meer mensen van de afdeling zijn actief geworden. De mensen die langs de deuren gingen, vonden dat ontzettend leuk en stelden in de laatste week zelfs voor om dat iedere dag te gaan doen. In de verkiezingsuitslag zijn wij helaas flink gedaald en dat komt – denk ik – doordat Delft vooral een studentenstad is. Daar gaan we de komende jaren aan werken. Maar je ziet wel dat we, in de wijken waar we veel zijn geweest, qua aantal stemmen gelijk zijn gebleven en soms zelfs licht zijn gestegen. Een bijkomend voordeel van het langs de deuren gaan is dat we nu de adressen hebben van 10 procent van de SP-stemmers in Delft. Daar kan ik wat mee volgend jaar. Als we daar mee doorgaan, dan wordt dat bestand met adressen steeds groter. Bij komende verkiezingen kunnen we deze mensen dus rechtstreeks gaan benaderen met de vraag of zij weer SP gaan stemmen. Deze nieuwe methode van actievoeren heeft dus veel opgeleverd. Mijn indruk is dat andere afdelingen minder enthousiast met deze methode aan de slag zijn gegaan. Ik wil graag weten waarom. Graag reactie daarop van de andere afdelingsvoorzitters.   
    
Sadet Karabulut (Kamerlid): Ik denk dat we terug kunnen kijken op een heel goede en strakke campagne en dat we het heel erg goed hebben gedaan op sociaal-economische thema’s. Mijn ervaring met onze acties in de wijken is dat er heel veel teleurstelling is bij de mensen over de gevestigde partijen. Helaas rekenen veel mensen ons daar ook toe. Ondanks onze sociale uitgangspunten vinden veel mensen toch dat wij er te weinig zijn geweest voor hen de afgelopen jaren. Tegelijkertijd echter hebben al die gesprekken met mensen mij enorm veel hoop gegeven, omdat duidelijk naar voren kwam dat mensen ontzettend zijn gepolitiseerd. Mensen verlangen duidelijk naar een andere politiek en daar moeten wij op inspelen. Dat is nu extra belangrijk, omdat – hoewel wij qua aantal stemmen gelijk zijn gebleven en GroenLinks fors heeft gewonnen – links in het algemeen bij deze verkiezingen heeft verloren en rechts heeft gewonnen. Dat tij moeten wij keren. Maar daarvoor moeten wij, denk ik, op een aantal onderwerpen verbreden. Daarom zou ik het partijbestuur willen adviseren om meer mensen die direct aan de campagne hebben bijgedragen te betrekken bij de analyse van de campagne en de verkiezingsuitslag. Daar wordt die analyse alleen maar beter van.
    
Elton Wollenberg (Wijk bij Duurstede): Tijdens de laatste dagen van de campagne stuitte ik op het tv-programma ‘What the Hague?’ en daardoor werd mij duidelijk dat wij iets hebben laten liggen tijdens deze campagne, namelijk de jongeren. Er is te veel aandacht uitgegaan naar het Nationaal ZorgFonds en te weinig naar onderwerpen die voor jongeren belangrijk zijn, zoals de toenemende flexibilisering op de arbeidsmarkt en het groeiende tekort aan betaalbare huurwoningen. Als we daar meer op zouden inzetten, zouden meer jongeren aan ons kunnen binden.
    
Dennis de Jong (Europarlementariër): De afgelopen dagen zijn er aantal jongeren op bezoek geweest bij ons in de Europese SP-fractie. Zij wezen ons op een aantal belangrijke punten. Bijvoorbeeld dat veel jongeren de SP een te negatieve partij vinden die vooral tégen dingen is en te weinig vóór dingen is. Juist voor jongeren is hoop op een betere toekomst van groot belang. Die negatieve houding speelde ons vooral parten bij ons standpunt over Europa. We zijn tegen de Europese superstaat en tegen de bemoeizucht van Brussel. Dat is natuurlijk op zich een goed standpunt waar ik nog steeds achtersta. Maar om meer jongeren aan ons te kunnen binden, moeten we in onze Europa-standpunten ook positieve aspecten verwerken. We moeten bijvoorbeeld van Europa gaan eisen dat ze meer doen aan het aanpakken van belastingontduiking door multinationals, aan het tegengaan van kinderarbeid in ontwikkelingslanden, het aanpakken van woekerprijzen bij concertkaartjes die in andere lidstaten verkocht worden, enzovoort.
    
Dick Jager (Stichtse Vecht): Wat mij opviel is dat andere partijen die het goed hebben gedaan, vaak sterk op het klimaat hebben ingezet. Bij ons is het klimaat natuurlijk ook een belangrijk onderwerp, maar toch heb ik dat in onze campagne minder gehoord dan bijvoorbeeld het verhogen van de lonen, betere pensioenen, de studiebeurs terug, enzovoort. Het klimaat zou ook bij ons meer aan bod moeten komen, mede omdat we zo ook meer jongeren aan ons kunnen binden. Verder is mij tijdens de zendtijd rond de grote tv-debatten steeds opgevallen dat andere partijen met tv-spotjes hun standpunten toelichtten, terwijl wij dat minder hebben gedaan. Ik vroeg mij af waarom dat zo was.  
    
Sunita Biharie (Apeldoorn): Wat ik vooral belangrijk vind is dat er meer gebruik wordt gemaakt van het talent binnen onze partij. Er zijn nog te veel mensen binnen onze partij die heel veel kunnen maar toch langs de zijlijn staan. Wat ik ook wil zeggen is we ten opzichte van elkaar veel minder kritisch moeten zijn op sociale media zoals Facebook. Natuurlijk moeten we kritisch zijn, ook op elkaar, maar elkaar ondermijnen op bijvoorbeeld Facebook is totaal niet productief. Stop daarmee!
    
Sander Sauvé (Leiden): In Leiden zijn we teleurgesteld door de uitslag. Lokaal hebben wij zelfs een percentage van de stemmen verloren. Wij denken dat dat met name komt doordat wij de stem van de jongeren en de studenten hebben verloren. Die zijn in onze stad massaal overgestapt naar D66 en GroenLinks. Dat is pijnlijk, want eigenlijk zijn wij dé partij voor studenten en jongeren. Wij denken dat de grote focus op het Nationaal ZorgFonds – hoe belangrijk ook – daar mede debet aan is. Er hadden meer speerpunten in de campagne moeten zitten, meer aandacht voor andere onderwerpen. Op onderwerpen als duurzaamheid en wonen, die juist voor jongeren heel belangrijk zijn, hebben we toch kansen laten liggen. Ook wil ik graag nog iets opmerken over de website ‘Wat stemt Geert Wilders?’ die door onze partij in de laatste week voor de verkiezingen is gelanceerd. Dat vond ik niet zo’n goede site, het was half werk, too little too late. Daar hadden we al veel eerder mee moeten beginnen. Maar ik wil graag positief eindigen. Drie dingen die echt heel goed zijn gegaan in onze ogen zijn de campagnestream van Ron Meyer, het telefoonteam dat ontzettend veel werk heeft verricht, en de scherpe optredens van Emile tijdens de debatten. Mijn afsluitende vraag is: wat gaan we nu, na de verkiezingen, doen met het Nationaal ZorgFonds?
    
Caro Goudriaan (Eindhoven): Eindhoven is ook een studentenstad. Wij hebben dus ook veel verloren aan D66 en GroenLinks. In onze stad hebben vier partijen klappen gehad: VVD en PVV hebben 5 procent verloren, PvdA 77 procent en SP 8 procent. Ik wil nog graag een opmerking maken over het campagnemateriaal: onze rode jassen werden goed herkend, maar dat gold niet voor de andere kleuren die tijdens deze campagne werden gebruikt, die vonden mensen vaak verwarrend en daarover moesten we dan ook veel uitleggen. En we hebben heel veel moeten uitleggen over de leus ‘Pak de macht!’. ‘Jullie hebben toch al de macht? Jullie zijn toch een gevestigde partij?’, zeiden mensen dan. We hebben dus zeker nog een slag te winnen bij hoe mensen naar onze partij kijken.
    
Chris Hesse (Heerlen): Wij vinden het hoopvol dat de SP in Heerlen geen stemmen heeft verloren en zelfs licht heeft gewonnen. We hebben dus een goede basis voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Er is in Heerlen een grote groep kiezers die voor de eerste keer op de SP heeft gestemd. Wij maken ons wel een beetje zorgen over hoe we hen vast kunnen houden. Hoe zorgen we ervoor dat zij volgend jaar weer op ons stemmen? Veel kiezers zijn tegenwoordig immers ‘partijhoppers’ die snel van de ene partij naar de andere kunnen switchen. Dus hoe zorgen we ervoor dat onze stemmers geen partijhoppers worden? Verder vinden wij in Heerlen dat we geen aparte commissie nodig hebben voor de analyse en evaluatie van de campagne en de verkiezingsuitslag; dat kunnen wij heel goed zelf. Daar hebben we de Partijraad en de afdelingsbesturen voor.
    
Gabriella Molica (Zaanstad): Ik wil graag een vraag stellen over het Nationaal ZorgFonds. Wat is de langetermijnvisie voor die campagne? Zo’n visie mis ik nog steeds. Wat wil de SP in de toekomst bereiken met het Nationaal ZorgFonds? En hoe? Ik zou graag zien dat het partijbestuur met een langetermijnvisie komt die we dan in de afdelingen kunnen bespreken.
    
Bert Peterse (Weert): Wij hebben als afdeling goed gekeken naar hoe wij het gedaan hebben op wijkniveau en stembusniveau. Daarbij zien wij een paar opvallende dingen. Ten eerste dat wij het vooral goed op die plekken in onze gemeente waar de opkomst al jaren structureel lager is dan op andere plekken. Maar juist omdat de opkomst daar structureel lager, draagt onze winst op die plekken weinig bij aan ons totaal verkiezingsresultaat. Het tweede punt is dat wij in Weert de vierde partij zijn geworden, achter de VVD, het CDA en de PVV. Maar we zijn groter geworden dan D66 en GroenLinks. De PvdA is weggevaagd. Weert ligt 20 kilometer van Eindhoven vandaan, maar de situatie is bij ons compleet anders. Met zulke verschillen moeten we ook goed rekening houden in onze analyse van de uitslag. Een andere opmerking die ik wil maken is dat opleidingsniveau steeds bepalender gaat worden voor stemgedrag. Dat is een landelijke trend waarmee wij ook meer rekening moeten gaan houden. Ook moeten we iets doen met het feit dat jongeren massaal op GroenLinks hebben gestemd. Daar moeten we ook van leren. Mijn oproep aan andere afdelingen is dat zij ook zelf dergelijke analyses maken van de stemuitslagen in hun gemeentes en die communiceren naar het partijbestuur.  
    
Chris Schaeffer (Amsterdam): Wij zijn heel tevreden over de campagne is verlopen. Er is door de afdeling zo hard gewerkt dat op een gegeven moment al het campagnemateriaal op was – niet omdat er te weinig was besteld, maar gewoon omdat er zo enthousiast campagne werd gevoerd. Niet tevreden echter ben ik met de uitslag in Amsterdam, want daar hebben we flink verloren. Je ziet dat er vooral langs sociale en etnische lijnen is gestemd. In wijken waar veel Turken en Marokkanen wonen is vooral veel op Denk gestemd. In Amsterdam Zuidoost, waar heel veel verschillende etniciteiten wonen, is vooral op Artikel 1 gestemd. In Noord, waar veel witte arbeiders wonen, is vooral op de PVV gestemd. Binnen de ring, waar de welgestelden wonen, is vooral op GroenLinks gestemd. Dit roept verschillende vragen op. Waren wij als SP wel herkenbaar genoeg? Op de posters waren de letters ‘SP’ te klein. Van veel mensen hebben ik gehoord dat waar zij vroeger bij stemwijzers bij de SP uitkwamen, zij nu bij GroenLinks en de Partij voor de Dieren uitkwamen. Dat zijn dingen waar goed over moeten nadenken.
    
Diederik van der Loo (Wageningen): Ik heb drie kritische opmerkingen. Ten eerste, wij hebben tijdens het buurten van veel mensen gehoord dat zij wel sympathie voor de SP hebben maar toch op de Partij voor de Dieren hebben gestemd, vooral vanwege de thema’s duurzaamheid en economie. Het tweede punt is dat we volgens mij meer gebruik hadden moeten maken van de vele corruptieschandalen die bij de VVD spelen. Mijn derde opmerking heeft te maken met het voorstel om de AOW-leeftijd op 65 te houden. Tijdens het laatste congres heeft Wageningen samen met andere afdelingen dat voorstel gedaan, maar dat is toen niet overgenomen. Een paar weken later echter, toen 50PLUS met hetzelfde idee veel succes begon te oogsten, is alsnog door de partij besloten om voor een AOW op 65 te gaan. Maar misschien was het toen al te laat en werd de keuze van de SP voor AOW op 65 als opportunistisch gezien.  
    
Bas Smouter (Nuenen): De SP is de enige partij in Nederland die onvoorwaardelijke staat voor menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Daarom is de SP ook míjn partij. Helaas zijn wij er bij deze verkiezingen onvoldoende in geslaagd om dat naar de mensen toe te communiceren. We hebben niet geprofiteerd van het gigantische verlies bij de PvdA. In Nuenen vinden we dat we grondig moeten uitzoeken hoe dat heeft kunnen gebeuren. Misschien moeten we dat door een onafhankelijk bureau laten doen. Wat volgens ons misschien meespeelt is dat veel kiezers denken dat de SP in het verleden is blijven hangen, bijvoorbeeld doordat we nog termen gebruiken als ‘klassenstrijd’. Wat misschien ook niet goed is geweest is dat we ons vooral hebben geprofileerd door af te geven op Rutte en zijn VVD. Je moet uitgaan van je eigen kracht, niet blijven hameren op de zwakke punten van je tegenstander. We hebben heel goede ideeën en daar moeten we veel meer voor uitkomen. Daar moeten we ook de jeugd meer bij betrekken.   
    
Theo Coşkun (Rotterdam): Harry van Bommel heeft na de voor ons teleurstellende verkiezingsuitslag opgeroepen tot een herbronning van de SP. In dat kader wil ik even teruggaan naar de oprichting van de SP in 1972. Een van onze uitgangspunten was toen: ‘Dien het volk en vertrouw op de massa.’ We zien nu echter dat een groot deel van de massa, waarvan wij vinden dat zij van nature bij ons horen, toch niet op ons stemt. Hoe komt dat? En hoe brengen wij deze mensen weer naar onze kant? Daar moeten we echt onderzoek naar doen, misschien door een onafhankelijke commissie – al heb ik in mijn leven nog nooit een echt onafhankelijke commissie gezien… Hoe gaan we ervoor zorgen dat er over vier jaar wél massaal op ons gestemd worden, zodat we Nederland echt kunnen veranderen? Want daar is de SP voor opgericht. Laten we ervoor zorgen dat we in 2018 na de gemeenteraadsverkiezingen die balans kunnen opmaken, zodat we met een gedegen plan de toekomst in kunnen gaan.
    
Robin van Kouteren (Velsen): We zijn er in Velsen een half procentje op achteruit gegaan. De partijen waar wij vooral stemmers aan hebben verloren zijn Artikel 1 en Denk. Volgens mij toont dat dat we ons veel harder moeten uitspreken tegen racisme. Dat heb ik echt gemist in het verleden.
    
Daan Brandenbarg (Groningen): Wij socialisten weten dat het werk in het parlement een verlengstuk moet zijn van ons werk in de buurten en op straat. Daarom moeten we ons niet te veel richten op een procentje meer of minder tijdens verkiezingen, maar vooral op het organisatorische aspect van de campagne. Ik denk dat wij wat dat betreft enorm veel winst hebben geboekt. We hebben nog nooit zoveel mensen actief gekregen. We hebben allerlei nieuwe dingen uitgeprobeerd, zoals de klop-app en de campagnestream van Ron. Met name dat laatste was ontzettend handig. En wie dan nog zegt dat de SP geen open, transparante partij is, die weet niet waar hij het over heeft. Ik wil ook graag ROOD complimenteren met het feit dat ze ervoor gekozen hebben om geen eigen campagne te voeren maar vooral de afdelingen wilden ondersteunen. Verder wil ik graag opmerken dat ik tegen een onafhankelijke commissie ben die onze verkiezingscampagne en -uitslag moet gaan analyseren. Daar hebben wij namelijk al een commissie voor en die heet ‘de Partijraad’. Onze afdelingsvoorzitters moeten gewoon hun analyse maken van de campagne en de uitslag en hun bevindingen communiceren naar het partijbestuur, die daarmee dan verder aan de slag kan. Tot slot nog een opmerking over het Nationaal ZorgFonds als speerpunt. Ik wil jullie er graag aan herinneren dat we dat nou eenmaal hebben afgesproken op het congres, dat we ons zouden gaan focussen op één campagne, zodat we mensen buiten het parlement actief krijgen en kunnen gaan organiseren. En dat is gelukt! Vergeet niet dat heel veel partijen nu onze standpunten over het eigen risico en de marktwerking in de zorg hebben overgenomen. Dat komt door onze inzet op het Nationaal ZorgFonds.
    
Dovan Koning (Waterland): Als student weet ik dat er ook veel linkse studenten zijn die een sociaal alternatief willen. Maar als ik dan met die studenten praat, dan krijg ik vaak te horen dat wij niet groen genoeg zijn. Mensen weten wel dat wij tegen de gasboringen in Groningen zijn, maar onze andere milieustandpunten zijn vaak onbekend. Als het gaat om de EU, dan denken veel mensen dat wij alleen maar ‘tegen’ zijn. Natuurlijk hebben wij kritiek op de EU, maar we hebben ook alternatieven. Veel mensen weten dat niet. Daarom hebben veel jongeren op GroenLinks en de Partij voor de Dieren gestemd, omdat ze denken dat die partijen – in tegenstelling tot de SP – wél positieve voorstellen hebben. Dat beeld klopt natuurlijk niet en dus moeten we er alles aan doen om het recht te zetten. De exclusieve focus op het Nationaal ZorgFonds heeft ons wat dat betreft geen goed gedaan. Het is ten koste gegaan van onze andere standpunten, over wonen, over duurzaamheid, over Europa. In de toekomst moeten we dus veel beter al onze standpunten onder het voetlicht brengen, zeker als we meer jongeren aan ons willen binden.       
    
Koos Slagter (Zuidhorn): Onze afdeling deelt het enthousiasme over de organisatie van de campagne, over de nieuwe middelen die er zijn gebruikt en de actieve inzet van zoveel mensen. Natuurlijk zijn we teleurgesteld in de uitslag – niet alleen voor de SP, maar voor heel links. Wij denken dat het zinvol is om nog eens goed te kijken naar ons beginselprogramma; misschien is dat aan een update toe. Dat beginselprogramma is natuurlijk goud, maar laten we dat goud eens een keer oppoetsen, het is immers uit de vorige eeuw. De wereld is ondertussen veranderd. Ook vinden we dat we beter moeten nadenken over linkse samenwerking. Bijvoorbeeld met de PvdA. Die partij zit nu aan de grond en heeft geen reden meer om arrogant te zijn. Ook hebben we nu te maken met een GroenLinks dat ongeveer even groot is als de SP. We moeten zeker onze eigen identiteit niet verliezen, maar we moeten wel goed nadenken over hoe de linkse partijen gezamenlijk een vuist kunnen maken tegen rechts.
    
Rob Kolner (Overijssel): We hebben een dijk van een campagne gevoerd. Bij ons in de regio hebben we meer mensen dan ooit actief gekregen. Onze afdeling heeft ook meer leden gemaakt dan ooit tevoren. De klop-app functioneerde heel erg goed. En het belteam heeft fantastisch werk gedaan. Er zijn dus heel veel dingen heel goed gegaan. En dat moeten we gaan gebruiken de komende tijd. Al die mensen die wij met onze campagne hebben weten te bereiken en die op ons hebben gestemd, zijn natuurlijk ook teleurgesteld over de verkiezingsuitslag. Onze taak is nu om al die mensen over die teleurstelling heen te helpen, zodat ze niet afhaken maar juist nog actiever worden. Dan gaan we de komende verkiezingen heel dik winnen.
    
Anne Verzijl (Zuidplas): Onze afdeling heeft zo’n 10 procent gewonnen. Wat mij is opgevallen tijdens deze campagne is dat de SP eigenlijk de enige partij is die serieus campagne voert. Andere partijen verspreiden bijna geen flyers meer en vertonen zich maar mondjesmaat op straat. Maar het heeft niet mogen baten. Ondanks de bankencrisis en ondanks vier jaar sociale afbraak door Rutte II is links er niet in geslaagd om winst te boeken. Dat vraagt zeker om een analyse.
Koen Zoon (Alkmaar): Onze afdeling was niet tevreden over het campagnemateriaal. Dat was niet herkenbaar genoeg. Op de posters waren de letters ‘SP’ bijna niet te vinden, ook de gebruikte kleuren waren niet onze gewone partijkleuren. Wij vragen ons af waarom daarvoor is gekozen. Ook vragen we ons af waarom Emile niet veel prominenter op die posters is gezet, want iedereen kent immers Emile.
    
Daniël Westhoek (Zoetermeer): Drie puntjes. De aanloop naar de verkiezingen: het congres had organisatorisch echt beter gekund. Graag de evaluatie door het partijbestuur ook weer in de Partijraad bespreken. Dan de campagne zelf: die was geweldig. We hebben een klopteam, een marktteam en een flyerteam gehad. We hebben twee keer zo veel mensen actief gekregen dan we dachten. Laten we mensen scholen in het kloppen op de deuren. Hoe nu verder? De campagne voor het Nationaal ZorgFonds begint nu pas net. Die beweging moeten we uitbreiden, want dat redden we niet met 14 mensen in de Kamer. Betrek ook mensen uit de partij bij de belangrijkste punten in de Tweede Kamer. Organiseer groepen op groen, op duurzaamheid enzovoort.
    
Marianne Laumann (Kerkrade): Eerst over de posters: mensen dachten dat de posters van 65 van de ouderenpartij waren. Dus zet voortaan óf SP óf Emile heel groot op die posters. We zijn de grootste partij geworden van alle fracties in de raad. Wat met heeft gestoord was de rol van de media tijdens deze verkiezingen. Het enige wat ze wisten te bedenken na een prima debat van Emile is: hij heeft geen fouten gemaakt… Het gaat toch om het beleid, om de inhoudelijke voorstellen? Daar hoorde ik de media niet over. Vandaar mijn vraag: hoe gaan we om met de rechtse, populistische media?
    
Ger van Unen (Hulst): Emile, je hebt het goed gedaan. Overal in Zeeland hebben we gewonnen. Wij hebben via de regioconferenties onze lokale thema's in de verkiezingsprogramma's gekregen. En daar hebben we actie op gevoerd. Ook hebben we die thema's via Facebook-advertenties aandacht gegeven. Dat heeft goed gewerkt.
    
Michel Verschuren (Breda): Aan de verkiezingsuitslag heb ik een kater overgehouden. Al zijn we in Breda wel stabiel. Kritiekpuntje: kunnen de aanwijzingen van het partijbestuur voortaan wat eerder gecommuniceerd worden? Maar het dan toch voor elkaar krijgen, dat is onze kracht. Ik heb ook nog een vraag: de cijfertjes van de stembureaus, staan die al op Maps?
    
Daan de Huu (Ede):
Ik heb een opmerking over het uitsluiten van andere partijen, zoals VVD en PVV. Ik was er voor. Maar we hebben het niet goed uitgelegd naar de kiezers toe. In gesprekken merkten wij dat veel mensen het niet begrepen.
    
Jos Swartjes (Beuningen): Compliment aan Emile, zeker gezien de valse start. Daarmee bedoel ik de Kamerleden die uit de school klapten. Dat mag nooit meer gebeuren. Verder sluit ik me geheel aan bij de woorden van kameraad Theo.
    
Johan (Terneuzen): Dit is onze eerste keer – hier en in de campagne. We moeten nu doorgaan met campagnevoeren. Op meerdere thema's. Want men zegt: ze weten niet we voor groen zijn, tegen discriminatie. Dat kun je niet in drie maanden veranderen, wel in vier jaar. We zouden daarbij verschillende onderwerpen moeten laten rouleren. Dus bijvoorbeeld eerst zes maanden over het Nationaal ZorgFonds, daarna zes maanden over het milieu, etc.  
    
Marina Casadei (Amstelveen): De respons die wij kregen was over het algemeen goed. Toch hoorden we ook van veel mensen dat zij op de Partij voor de Dieren of op GroenLinks gingen stemmen. Mooi was dat we steun hebben gehad van de lokale moskee. Wel jammer was dat het moeilijk bleek om kopstukken van de partij bij ons op de markt te krijgen.
    
Mariëlla van Wijnen (Boxmeer): Ons is opgevallen dat de pamfletten erg snel verkleurden. In één wijk haalden we 41,7 procent van de stemmen, dat is geweldig!
    
Paul Grevelt (Cuijk): Onze posters werden er afgescheurd. Twee dagen voor de verkiezingen hebben we ze weer met velpon vastgelijmd. De titel 'Nu wij' had 'Nu jij' moeten zijn.
    
Renske Leijten (Haarlem, Kamerlid): We zijn een zelfkritische partij. Het eigen risico is een van de verkiezingsthema's geworden. Het CDA wil van de marktwerking af. We hebben dingen bereikt. Er zit veel energie in onze club. We moeten niet vergeten wat we hebben gewonnen. Er is politieke winst geboekt, maar vooral de organisatorische winst die we hebben geboekt is gigantisch.
    
Hans van Hooft (Nijmegen): We hebben het goed gedaan met het Nationaal ZorgFonds. Andere partijen namen dat over en toen waren wij ons unique selling point kwijt. We hadden breder moeten inzetten. Je mobiliseert mensen op de analyse. Er zijn goede punten opgeschreven, maar de analyse hebben we niet gegeven. We hadden huurders moeten mobiliseren op huurverlaging, en dat was goed geweest voor de uitslag in de grote steden.
    
Willeke van Ooijen (West Maas en Waal): Ik ben trots dat wij gegroeid zijn. Hoe komt dat? Niet omdat we zo veel gedaan hebben – hoewel we dat wel gedaan hebben – tijdens de campagne. Maar juist omdat we de afgelopen vier jaar zichtbaar waren. De boodschap moet zijn: ‘Loop je stuk tegen het neoliberalisme? Dan moet je bij de SP zijn.’

Beantwoording Ron Meyer:
We hebben het goed gedaan bij de mensen tussen 35 en 64. Bij jongeren hebben we het slechter gedaan. Ik geloof ook in ‘when you're hot, you're hot; when you're not, you're not’. De partij die de wind mee had, GroenLinks, heeft nu net zo veel zetels als wij.
    
Ik ben het eens met de stelling dat een brede evaluatie van de campagne en de uitslag nodig is. We doen dat ook hier nu, open en bloot met journalisten erbij.
    
Dan onze betaalde media-inzet. Er waren 6.300 vlakken aan driehoeksborden, Abri's en A0's. Er stonden 5 megabillboards langs de snelweg. In iedere regio waren we te vinden. We hebben 9 miljoen mensen bereikt. Er waren 200 spotjes op de landelijke radio, 1235 spotjes op de regionale omroepen. Via de radio hebben we 3,5 miljoen mensen bereikt, die ons spotje gemiddeld vier keer hebben gehoord. Op tv was ons spotje te zien in de zendtijd rondom Studio Sport, Boer zoekt vrouw, Goede tijden slechte tijden en RTL Boulevard. Daarmee hebben we 10 miljoen mensen bereikt. We hebben er bewust voor gekozen om ons spotje niet te vertonen rondom debatten, omdat iedereen dat al doet. Of dat verstandig was evalueren we nog. Online hebben we vooral ingezet op Facebook. We hebben daar een enorme inhaalslag gemaakt. 20.000 mensen extra zijn betrokken bij onze Facebookpagina.
    
Dan het Nationaal ZorgFonds: wat doen we daarmee? In januari 2016 zeiden we in de Partijraad: we gaan een beweging opzetten die gaat winnen. Ongeacht de verkiezingsuitslag. De campagne voor het Nationaal ZorgFonds gaat dus niet stoppen. Het is de onverslaanbare beweging in de handen van de mensen. We gaan bonken aan de poorten van de macht en de onderhandelaars herinneren aan hun beloftes.
    
We evalueren de kleuren en leus op het verkiezingsmateriaal. Bij een felle campagne hoort een felle stijl. We hebben onderzocht of ze herkenbaar waren. Dat was zo. Maar we nemen jullie opmerkingen zeker mee voor de volgende keer.
    
Winnen waar je actief bent? Ja dat klopt, met uitzonderingen natuurlijk. Meer contacten aan de deuren leveren een hogere opkomst en betere scores voor ons op. Nu is het zaak deze contacten vast te houden. Blij ze opzoeken.
    
Er is in de grote steden inderdaad gestemd langs etnische lijnen. Maar socialisten kijken niet naar wie je bent, maar naar wat je doet. Daar hoort wel bij dat je een verbindend verhaal hebt.
    
De campagnestreams blijven; dat worden SP-streams. Het is een aanvullende manier om met elkaar in contact te zijn.
    
Het kloppen met bredere thema’s, daar ben ik helemaal voor! Als bij het kloppen het klimaat een belangrijk thema blijkt, dan doen wij daar wat mee, samen met die mensen.
    
Dan de vraag: waarom winnen we niet na zoveel jaren crisis? Dat dat zo is, toont aan dat we een buitenparlementaire beweging nodig hebben om mensen weer hoop te geven.
    
De cijfers van de uitslagen komen zo snel mogelijk in SP Maps.
    
En ja, dat andere partijen onze eisen voor het Nationaal ZorgFonds hebben overgenomen, kan ons electoraal wat kosten. Maar wat willen we? Zetels of verandering?

Beantwoording Emile Roemer:
Ja het is leuk, ik pas weer op de poster... Maar ik blijf er bij: het gaat niet om de poppetjes. Egotripperij hoort niet in onze partij. We moeten ook geen zondebokken zoeken. Als we betere artikelen in de krant willen, moeten we beter zijn dan de rest. Ik stond overal in, van Story tot Voetbal International. Niet zeuren dus, maar werken.
    
Jullie hebben goede tips gegeven. We hebben een goede campagne gevoerd. We hebben meer sympathie gewonnen dan stemmen. Dus de potentie is gegroeid. En ja, we moeten op een aantal thema's beter worden. Want we hebben op ieder thema plannen. En we moeten zorgen dat mensen die te horen krijgen. Maar niet elk thema kun je in de campagne aan bod laten komen. Neem klassenjustitie: dat is een belangrijk onderwerp, waar we keihard tegen knokken, maar het is geen campagnethema. Verder geldt: na de campagne zijn de thema's niet opeens afgeschreven. De campagne voor het Nationaal ZorgFonds begint pas! Tel je zegeningen. Partijen, die eerst instemden met verhoging van het eigen risico, willen het nu afschaffen! Dat hebben we samen voor elkaar gekregen. En zeker, het verlagen van de huren is een prima thema om mee de straat op te gaan.
    
Dan de toekomst van links. Waarom slagen we er niet in een linkse meerderheid te krijgen? Ik beloof bij linkse samenwerking voorop te blijven lopen. Daarom hebben we gezegd dat we het niet samen met de VVD gaan doen. Zij hebben de solidariteit afgebroken. Ik bouw die weer op met de mensen die daartegen willen strijden.
    
Mensen willen een alternatief horen, een alternatief waar je bij wil horen. Je moet het probleem benoemen, maar ook je oplossing erbij vertellen. Dat hebben we onvoldoende gedaan. We moeten niet alleen tegen de mensen zeggen dat ze gelijk hebben als ze boos zijn, maar we moeten ze arm in arm meenemen naar een betere samenleving. Dat is de opdracht voor de komende tijd.

Mededelingen door algemeen secretaris Hans van Heijningen
Complimenten voor jullie inzet tijdens de campagne. Ik ben zelf ook meer op straat geweest deze keer. In was onder de indruk van de inzet, ook van de vele nieuwe gezichten. We moeten die mensen erbij blijven betrekken. We kunnen hierop verder bouwen, zeker nu er gemeenteraadsverkiezingen aankomen.  

Wij zouden vandaag de afdrachtregeling bespreken. Er is hard aan gewerkt, maar het afronden van de voorstellen vergt nog een paar klusjes. Het wordt dus de volgende Partijraad.

Onze gedeputeerde in Flevoland, Arie Stuivenberg, is eind februari helaas overleden. Op 2 maart hebben we met veel partijgenoten afscheid van hem genomen.

Wethouder Andre Muller uit Zuidplas is vanwege familieomstandigheden teruggetreden. Er is besloten die wethouderspost het komend jaar niet meer in te vullen.

In Enkhuizen is onze goede wethouder Marcel Olierook ten val gebracht door D66 en een aantal lokale partijen. De afdeling heeft tegen die partijen gezegd: doe wat je niet laten kan, maar we zien jullie wel weer bij de gemeenteraadsverkiezingen. Ook bij de afgelopen verkiezingen bleek al dat de SP in Enkhuizen het beter heeft gedaan dan vorige keer.

Gisteren hebben we afscheid genomen van Jan Burger, wethouder in Wijk bij Duurstede. Jan heeft de SP in Culemborg en Wijk bij Duurstede op de kaart gezet. Hij moest terugtreden vanwege Alzheimer.

Wij zoeken fractiemedewerkers voor Financiën en Zorg. Weet je iemand? Attendeer ze dan op deze vacatures.

In april zijn er regioconferenties. Thema is: het gesprek met 1 miljoen mensen.

Verder nog de opmerking dat er een anonieme parkeerkaart gevonden.

Verslag van Partijraad 28 januari: goedgekeurd.

Ron Meyer over de 1 miljoen-campagne
Belangrijk is dat we de buurt ingaan. We gaan hele gemeenschappen organiseren, niet alleen buurten. Ik geef nu een aanzet over hoe wij dit gaan doen. Afgelopen decennia is er in ons land een stille revolutie geweest. De overheid trad terug, de publieke moraal is aangetast. Mensen voelen zich minder betrokken bij hun directe omgeving.

In het zuiden van het land kun je het zien: als er in een buurt veel dichte rolluiken zijn, dan is er weinig sociale samenhang. Terwijl mensen er volgens onderzoek juist heel veel behoefte hebben aan samenhang. In 2008 schreven we een boekje 'De buurt, de schaal van de toekomst'. Daar staat in: ‘De publieke zaak heeft altijd twee ouders gehad: de overheid en de gemeenschap. Maar de publieke zaak is verweesd.’

De pioniers van onze partij wisten toen ook al: de SP zal verbonden zijn met de mensen, of ze zal niet zijn. Maar wat is dan 'verbonden'? Via lokale acties maken we een rode draad door heel het land. Eigenlijk was de verkiezingscampagne een eerste fase van deze campagne. Door lokaal de verbinding te zoeken en samen met mensen actie te voeren, doen we het ook beter tijdens verkiezingen. Ik heb een paar voorbeelden. In Heerenveen ging het om de slechte omstandigheden in een buurt en over de hoge concentratie van statushouders in die buurt. Door daar actie op te voeren stegen we van 12 naar 17 procent van de stemmen. In Leusden scoorden we in de buurt waar we actievoerden 10 procent, terwijl dat in heel Leusden slechts 5,7 procent was. In Jubbega werden we de grootste partij nadat we met ouderen een beter Wmo-beleid afdwongen. In Hoogezand-Sappemeer werden we veruit de grootste partij, omdat we daar actie hadden gevoerd voor het behoud van een school. In Delft gingen we in de buurten waar we geklopt hebben naar 17 procent; waar we niet geweest zijn scoorden we slechts 1 procent.

Ron interviewt Niels uit Zutphen en Boris uit Gouda:
Niels: ‘In de buurten waar we veel buurten waren, verslaan we de PVV met gemak. In de buurten waar we bijna niet waren, daar wint de PVV. We hebben een superzaterdag gehad over het Nationaal ZorgFonds, veel telefoonnummers opgehaald, veel contacten gemaakt. Ook hebben we veel nieuwe jonge leden gemaakt. In de Zeeheldenbuurt gingen we al in 2003 langs de deuren. De riolering was kapot. We zijn toen een petitie gestart en hebben gewonnen. Nu nog steeds zie je dat effect.’

Boris: ‘We hebben actiegevoerd voor ruimere openingstijden van het buitenzwembad. We hebben met bewoners een fietspad schoongeveegd zodat kinderen weer veilig kunnen fietsen en we hebben met een bewonersorganisatie actiegevoerd tegen de containeroverslag in hun achtertuin. We hebben een meldpunt over verkeersonveiligheid gehad, met 350 meldingen en goede ideeën van de melders voor oplossingen. We hebben enthousiast geklopt de afgelopen maanden, en dat levert nieuwe leden en een enthousiaste afdeling op.’

Ron vertelt verder over de 1 miljoen-campagne:
Het plan voor komend jaar heeft vijf onderdelen:

1. Elke afdeling vraagt huis aan huis in tenminste twee buurten wat er beter kan. We kiezen lokaal thema's waarop we buurten organiseren. We voeren strijd mét de mensen, niet alleen vóór de mensen. We winnen en vertellen dat overal. Ik bied aan dat de landelijke partij voor ondersteuning zorgt. We betrekken 1 miljoen mensen bij deze campagne.
2. We maken een manifest dat de kop op deze campagne wordt. Het moet niet alleen een samenraapsel van lokale thema's worden, er moet ook samenhang in aangebracht worden.
3. Dan presenteren we de ideale buurt.
4. We gebruiken het parlement als een podium waarop we deze campagne kunnen laten schitteren.
5. We gebruiken voor deze campagne en gezamenlijke campagnestijl.

Over de planning van de campagne heb ik de volgende opmerkingen. Graag vóór de regioconferenties een analyse van jullie buurten en een bijbehorend actieplan. Die analyses en plannen wisselen we dan regionaal uit op de regioconferenties. Tot in de zomer blijven we de buurten ingaan en actievoeren. Na de zomer gaan we het manifest uitwerken en lanceren. En dan komen we ook tot een landelijk actieplan. Vanaf 1 januari gaan we inzetten op de gemeenteraadscampagne.

Er wordt een filmpje getoond over SP-acties in Groningen.

De Partijraad discussieert kort over het plan. Daaruit blijkt dat er grote instemming met het plan is. Er wordt gestemd over de opzet van het plan. De Partijraad gaat akkoord met het globale plan dat is besproken.

Pim Siegers bespreekt de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen
Over 361 nachtjes slapen is het weer verkiezingsdag. Overal in het land is draagvlak voor volksvertegenwoordigers van de SP. We gaan echter nooit lichtzinnig om met het vragen van het vertrouwen van mensen. Er is een commissie gevormd om te kijken hoe we ervoor staan en om te adviseren of afdelingen mee kunnen doen. We hebben afdelingsvoorzitters een eerste rapportage gevraagd. Slechts iets meer dan de helft heeft dat gedaan. Die hebben nu al begeleiding gekregen. De tweede rapportage is verplicht. De vragenlijst komt half april. Wees eerlijk over wat er nog beter kan in jullie afdeling.

Jullie krijgen ook een Handboek Deelname Raadsverkiezingen, waarin de rechten en plichten staan en een gedetailleerde planning. Dat betekent echter nog niet dat je mag meedoen. In mei en juni gaat de commissie met jullie in gesprek. Op basis van onze analyse maken we een keuze. Dan brengen we eind juni ons eerste advies uit aan het Partijbestuur. Zodat we hopelijk voor de zomer voor zo veel mogelijk afdelingen kunnen zeggen dat het doorgaat. Bij de twijfelgevallen hebben we de zomer nog om wat extra's te doen. Dan weten we in september welke afdelingen mee gaan doen met de verkiezingen.

Ik vraag straks aan jullie of we deze taak ook mogen uitvoeren voor de herindelingsverkiezingen die eind 2018 komen.

Wat zijn de criteria om mee te kunnen doen met de gemeenteraadsverkiezingen?

1. Er is een afdeling.
2. De afdeling is lokaal actief, ook in de zojuist besproken campagne.
3. De afdeling doet mee aan de partijdemocratie. D
4. De afdeling heeft een goed onderhouden website en brengt regelmatig jaarkranten uit.

Dit is ook wel het moment om te praten met potentiële kandidaten. We starten ook al met de opleiding Lokale Politiek. De grote bups start begin mei. We willen ook elke afdeling een campagnecoach leveren, iemand die meedenkt en begeleidt.

Hans van Heijningen interviewt Dennis de Jong
HvH: Jeroen Dijsselbloem is voorzitter van de eurogroep. Niet echt een grappenmaker. Maakt-ie een keer een grapje over vrouwen en drank, breken Zuid-Europese politici, zelfs vooraanstaande sociaaldemocraten de boel af. Humor?
    
DdJ: Hij is zelf verantwoordelijk voor het afbraakbeleid in Zuid-Europa, waar de ouderen nauwelijks meer pensioen krijgen, waar de werkloosheid gigantisch is. De mensen in die landen krijgen dan te horen: jullie geven je geld aan drank en vrouwen uit… Ook in de linkse fractie is dat slecht gevallen. Hij moet die woorden terugnemen. En hij moet stoppen met de maatregelen die de armsten in de samenleving treffen.
    
HvH: In Rome wordt 60 jaar Europa gevierd? Moest je daar niet bij zijn?

DdJ: Het verdrag dat er vandaag gevierd wordt is de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. Ik had de keuze tussen de ceremonies in Rome of de Partijraad van de SP. Dan is dit feestje toch leuker.
    
HvH: Valt er iets te vieren? Gaat het de goede kant op?

DdJ: Ten eerste werd het feest verstoord doordat er maar 27 regeringsleiders zijn – May is er niet bij. We hebben ook de terroristische aanslagen gehad in London. Ten tweede: er is een verklaring van Rome ondertekend, met mooie pennen. Daarin staat: we willen de mogelijkheid dat landen niet met alles meedoen. Dat is goed, zou je zeggen. Maar de bedoeling is dat er méér federaal Europa moet komen – denk aan een Europees leger, denk aan een Europese minister van Financiën. Dus je doet of méér, of hetzelfde als nu. Landen die minder willen, daar is geen ruimte voor. Rutte zegt dat de federale droom voorbij is, maar we kennen hem; hij gaat echt geen veto uitspreken tegen verdere stappen naar een federaal Europa.
    
HvH: Wat zijn onze alternatieven?
    
DdJ: Het gaat ons om het beteugelen van die vrije markt. Dat moet als we een sociaal Europa willen. Als je een sociaal Europa wilt, onderteken dan het Europees Handvest. Dan zijn er gegarandeerde vakbondsrechten, rechten op armoedebestrijding en huisvesting – allemaal dingen waar de SP zich sterk voor maakt. Maar dat vindt de Europese Commissie niet zo leuk. Daar kunnen we strijd voor voeren.
    
HvH: En er was nog een feestje in het Europees parlement?
    
DdJ: Dat moet je aan de feestvierders vragen, Dennis van der Loo en Ellen Verhoog.
DvdL: Ik ben sinds 7 weken fractiemedewerker op transparantie en anti-corruptie.
EV: Ik ben fractiemedewerker voor Dennis de Jong. Begin maart kregen we een notitie dat er een burgerparlement zou worden georganiseerd. Elke parlementariër kon 5 mensen uitnodigen. Aangezien wij twee Europarlementariërs hebben, mochten wij dus 10 mensen uitnodigen. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat die mensen ook kritische vragen mochten stellen. Wij hadden via de media 14 mensen geworven, maar toen was er ineens geen plaats meer. De zaal zat al vol met uitgenodigde mensen…
DvdL: Toen hebben we onze 14 mensen voor de camera hun verhaal laten doen. Het waren mensen die slachtoffer waren van het EU-beleid. Ze waren blij dat ze eindelijk hun eigen verhaal konden vertellen.

Het filmpje uit Brussel wordt getoond.

ROOD-voorzitter Merel Stoop over ROOD
We hebben campagne gevoerd op onderwerpen die jongeren aanspreken: wonen, flex, onderwijs, milieu en discriminatie. Er is vandaag gezegd dat we te weinig jongeren aanspreken. Daar kunnen we ook met ROOD mee aan de slag. Wij hebben gemerkt dat dat het beste gaat met het onderwerp flexwerk. We hebben veel leden gemaakt. In 2017 hebben we netto 160 leden gemaakt, bruto 228 nieuwe leden. Dat zijn allemaal jongeren die we erbij kunnen betrekken om ons sterker te maken. Dat is mijn oproep: ga naar ze toe. Wij komen langs om te helpen en plannen te maken. Wijs je leden ook op het ROOD-weekend op 1 en 2 april; er zijn nog twee plekjes. Ook komt er in mei een avond met Emile en andere Kamerleden.
    
Tot slot wil ik graag twee mensen bedanken die zich graag op de achtergrond houden, maar die veel werk verzet hebben voor de campagne. Eentje is er vandaag niet, dat is Lieke, die een drijvende kracht achter de campagne was. De ander is er wel, onze voorzitter Ron. <applaus>

Een filmpje van ROOD-acties tijdens de campagne wordt getoond.