Senaat wil terug naar 0,7% ontwikkelingshulp

Met alleen VVD en PVV tegen, heeft de Eerste Kamer ingestemd met een SP-motie die vraagt om terugkeer naar de internationale norm voor ontwikkelingshulp. Vorige week had premier Rutte aanname van de motie ontraden. Zonder succes dus.

Al in 1977 werd internationaal afgesproken om tenminste 0,7% van het bruto nationaal product te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Jarenlang was Nederland voortrekker op dit terrein, samen met enkele Scandinavische en West-Europese landen. Het kabinet Rutte-1 verliet die positie echter onder druk van gedoogpartner PVV. In de verkiezingscampagne vormde de hoogte van de ontwikkelingssamenwerking een van de twistpunten tussen VVD enerzijds en PvdA en SP anderzijds. In de kabinetsformatie besloten Mark Rutte en Diederik Samsom echter maar liefst één miljard te bezuinigen, waardoor ook Rutte 2 ver onder de internationale norm zakt.

Tijdens de algemene beschouwingen vorige week in de Eerste Kamer noemde SP-fractievoorzitter Tiny Kox deze bezuiniging onaanvaardbaar en riep de Senaat op daar stelling tegen te nemen. Hij wees er op dat ook PvdA-voorman Samsom erkent dat met deze ingreep Nederland door zijn fatsoensnormen is gezakt.

De oproep had succes: zowel regeringspartij PvdA als oppositiepartij CDA gaven er vandaag steun aan, samen met o.a. GroenLinks, D66 en ChristenUnie.

De motie spreekt uit dat Nederland zijn voortrekkersrol inzake ontwikkelingssamenwerking moet handhaven. Daarom moet de regering met alternatieven komen die het mogelijk maken om op termijn de 0,7% norm tot richtsnoer van beleid te maken.