nieuws

‘Voorstanders verkoop Essent gebruiken onzinargumenten’

De geplande verkoop van Essent aan het Duitse RWE houdt de gemoederen flink bezig. De argumenten vliegen over en weer. Volgens SP-Kamerlid Paulus Jansen zijn er in de afgelopen weken veel misverstanden in de wereld geholpen. “Er wordt door voorstanders van de verkoop behoorlijk wat onzin verkocht om de weerstand te ondergraven. Op zich logisch, goede argumenten hebben ze immers niet.”

Wat schort er aan de argumentatie van de voorstanders van de verkoop? “De voorstanders willen de Nederlandse bevolking doen geloven dat verzet tegen de verkoop zinloos is. Hier hebben zij natuurlijk alle belang bij. De grootste voorstanders zijn immers de provincie- en gemeentebestuurders die de opbrengst van de verkoop in hun gedachten al hebben uitgegeven aan prestigeprojecten.”

Noem eens een voorbeeld van zo’n argument? “Bijvoorbeeld de mythe dat het kabinet niets aan de verkoop kan doen. Het kabinet kan wel iets doen, bijvoorbeeld de aandelen van de provincies en gemeenten overnemen. Op deze manier wordt Essent gered als publiek energiebedrijf. In het uiterste geval kan minister van der Hoeven het verkoopbesluit vernietigen.”

Gelukkig heeft de splitsing van onze energiebedrijven gezorgd dat de energienetwerken niet verkocht worden… “Met de splitsingswet is bepaald dat de energiebedrijven moeten worden gesplitst. Er komt een bedrijf dat zorg draagt voor de netwerken en een bedrijf dat zorgt voor de productie en levering van de energie. De netwerkbedrijven moeten verplicht in overheidshanden blijven. Voor de productie- en leveringsbedrijven is helemaal niets geregeld. Hierdoor is de mogelijkheid gecreëerd om de productie- en leveringsbedrijven te privatiseren. De SP heeft altijd gewaarschuwd voor dit gevolg en verzette zich daarom tegen deze wet.”

Maar die hele privatisering van de energiebedrijven moet toch van Europa? “Nee hoor, het is niet verboden als een energiebedrijf één of meerdere overheden als aandeelhouder heeft. Sterker nog, in verschillende Europese landen zijn nog verschillende energiebedrijven actief waar lagere overheden of de staat (groot)aandeelhouder zijn.”

Europa wil wel een vrije energiemarkt met concurrentie. Dan hebben we de overheidsbedrijven toch niet meer nodig? “Ook in een geliberaliseerde markt kunnen overheidsbedrijven bestaan. Zo heeft iedereen keuze tussen de wildwest-aanbieders die gaan voor het snelle geld en een degelijk en betaalbaar alternatief. De situatie in de Verenigde Staten is het schoolvoorbeeld van de ellende die ontstaat als je de energievoorziening helemaal aan de markt overlaat.”

Maar in landen om ons heen zet de schaalvergroting in de energiesector door. Dan is Essent toch veel te klein om te kunnen concurreren? “Het is opmerkelijk dat de Essent-directie dit zegt, omdat de praktijk uitwijst dat dit helemaal niet zo hoeft te zijn. In Zeeland is het kleinste publieke energiebedrijf van Nederland actief, genaamd Delta. Delta is eigendom van de provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten. Deze aandeelhouders hebben tot nu toe geen enkele behoefte getoond om Delta te verkopen. Zij zijn tevreden met hun aandeelhouderschap en het dividend dat dit aandelenbezit oplevert. Daarnaast functioneert Delta als kleinste publieke energiebedrijf prima. Er zijn geen plannen voor fusies of overnames.”

De provincies en gemeenten hebben prachtige plannen met de opbrengst. Daar worden de inwoners toch beter van? “Sommige plannen zijn inderdaad mooi, maar moet je daarvoor een publiek energiebedrijf verkopen? De SP vindt van niet. Wij denken ook aan de lange termijnbelangen van mensen. De inwoners van de gemeenten en provincies betalen straks de rekening. Want terwijl de bestuurders mooie sier maken met prestigeprojecten, gaat de energierekening door de verkoop omhoog.”

Hoe komt dat? “RWE betaalt 9,3 miljard euro voor Essent. RWE zal dit bedrag snel terug willen verdienen en zal dus meer winst willen maken. Dit kan door de prijs te verhogen en te snoeien in de serviceverlening. De klant zal er dus niet beter van worden.”

Maar de energieprijs bij RWE in Duitsland is veel lager! “Het verschil is minimaal. Dat komt door andere belastingen en heffingen in Nederland en omdat RWE goedkopere, maar zeer vervuilende kolencentrales gebruikt. In Nederland stoken we voornamelijk op gas. Dit is een stuk schoner, maar ook iets duurder.”

Deze week werd bekend dat er schadeclaims volgens als de verkoop wordt afgeblazen. Daar zitten we niet op te wachten… “Essent-topman Michiel Boersma heeft aangegeven dat in het voorlopige koopcontract een boeteclausule is opgenomen. Met de clausule wordt geregeld dat RWE bij het eventueel niet doorgaan van de geplande verkoop een flinke schadevergoeding kan verwachten. Blijkbaar is een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen van de verkoop niet gewenst, maar wil de directie de aandeelhouders voor een voldongen feit stellen. De clausule is niets anders dan een poging tot chantage van de Essent-directie om de gemeenteraads- en Statenleden in te laten stemmen met de verkoop. De SP heeft hier inmiddels opheldering over gevraagd in de Tweede Kamer.”

U wilt de verkoop tegenhouden. Maar wat wil de SP dan? “De energiebedrijven zijn publiek bezit en moeten dat blijven. We moeten daarom Essent, NUON, Eneco en Delta niet in de uitverkoop zetten. Zij kunnen in de geliberaliseerde markt tegenwicht bieden aan puur commercieel opererende bedrijven. Want die hebben vooral oog voor snelle winst, en minder oog voor energiebesparing, het milieu en consumentenbescherming.

Gezien de schaal van de energiebedrijven zou het logisch zijn het aandeelhouderschap te concentreren bij de provincies. Om te voorkomen dat die toch weer teveel gaan letten op hun eigen winst, moet de winstafdracht wettelijk beperkt worden.

Het ligt verder voor de hand dat de vier publieke bedrijven elkaar niet gaan beconcurreren. Laat ze samenwerken bij de inkoop van fossiele brandstoffen. En géén dure reclamecampagnes voeren om bij elkaar klanten weg te kapen. Zo hebben de Nederlandse klanten straks in iedere regio de keuze tussen een degelijk, betaalbaar publiek energiebedrijf naast de commerciële jongens van het snelle geld. Vooral de positie van huishoudens en het midden- en kleinbedrijf zal hierdoor versterkt worden.”