Peuterspeelzaalwerk moet blijven

SP-Kamerlid Marianne Langkamp wil dat staatssecretaris Dijksma maatregelen neemt om te voorkomen dat de peuterspeelzalen volledig verdwijnen. “Kinderen die geen achterstand hebben moeten gewoon twee dagdelen naar de peuterspeelzaal kunnen om te spelen. Die moet je niet lastig vallen met taalachterstandsprogramma's. Ze kunnen nog lang genoeg leren als ze straks op school zitten.”

Peuterspeelzalen worden in hun voortbestaan bedreigd door vooral de kinderopvang. Steeds meer ouders brengen hun kind liever naar de kinderopvang omdat die in sommige gemeenten goedkoper is geworden dan de peuterspeelzaal. Ook is kinderopvang voor veel werkende ouders gemakkelijker omdat een kind daar de hele dag ondergebracht kan worden. Bij de peuterspeelzaal kan dat vaak maximaal 3,5 uur, maar meestal korter. Steeds meer kinderdagverblijven spelen in op deze ontwikkeling door zogenoemde “peutergroepen” aan te bieden waar kinderen een dagdeel terecht kunnen. Als gevolg van deze concurrentie door de kinderopvang moeten steeds meer peuterspeelzalen hun deuren sluiten en daarmee verdwijnt ook de belangrijke buurtfunctie.

Daarnaast worden steeds meer peuterspeelzalen omgevormd tot voorscholen. Daar gaan de kinderen vier dagdelen naartoe om taalachterstanden te bestrijden. Peuterspeelzalen, voorscholen en kinderopvang zouden elkaar juist moeten versterken door op buurtniveau samen te werken in plaats van elkaar te beconcurreren. Onlangs adviseerde de Onderwijsraad om binnen de kinderopvang vier dagdelen “recht op leeropvang” aan te bieden. Een onwenselijke ontwikkeling, aldus Langkamp: “Dit lijkt verdacht veel op het verlagen van de leerplicht naar drie jaar. Goede kinderopvang is prima, maar op deze manier wordt er op steeds jongere leeftijd steeds meer gevraagd van kinderen.”