nieuws

Eenzijdige aanpak mestprobleem

De SP-fractie is het er mee eens dat er snel maatregelen genomen moeten worden om het aantal gehouden dieren rigoureus terug te dringen. Maar dat moet wel gebeuren op basis van een goed onderbouwde toekomstvisie voor de gehele agrarische sector. Deze visie ontbreekt in het Kabinetsvoorstel.

De voorgestelde aanpak is te eenzijdig gericht op het voldoen aan de Europese normen. Het ontbreekt aan voorstellen voor een weldoordachte omschakeling van de intensieve veehouderij naar een duurzame veehouderij en landbouw. De SP-fractie vreest eerder dat het omgekeerde het resultaat kan zijn, namelijk: verdere intensivering van de resterende veehouderijen, een toename van mesttransporten over de weg, verdere aantasting van de sociale cohesie op het platteland, en verdere uniformering van het landschap door o.a. meer aanplant van snijmais en herverkaveling. Wij pleiten daarom voor de ontwikkeling, op korte termijn, van een algehele visie op landbouw, gericht op een multifunctionele duurzame landbouw in combinatie met veeteelt. De voorgestelde inkrimping van de veestapel zal daar goed in passen. Het ministerie van LNV en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) organiseren deze maand een internationale conferentie over multifunctionele landbouw in Maastricht. Ook het Instituut voor Agrobiologisch en bodemvruchtbaarheidsonderzoek (AB-DLO) heeft in samenwerking met agrariërs proefprojecten lopen naar een multifunctioneel landgebruik. De kennis daartoe, ook in andere delen van de wereld (o.a. de USA) is ook op productieniveau voorhanden. Door o.a. uitgekiende vruchtwisseling kan met een multifunctionele landbouw bestrijdingsmiddelen gebruik ver teruggedrongen worden en kan naast voedselproductie meer ruimte voor natuur, waterbeheer en recreatie geschapen worden. Een geëxtensiveerde veehouderij zou goed passen in een dergelijke omslag. Duurzame landbouw wordt wel met de mond beleden, maar niet omgezet in hoofddoelstelling van beleid. Dat is niet goed voor het milieu, de dieren, de mensen en de kwaliteit van het platteland. De milieuproblemen van de agrarische sector zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op het naoorlogse landbouwbeleid gericht op productieverhoging, met als gevolg schaalvergroting, mono functionele specialisatie en mechanisering. Het gevolg van dit beleid: Er zijn te veel dieren, waaronder veel intensief gehouden dieren. Er is teveel mest, het gebruik van diermedicijnen is te hoog evenals het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De grond wordt te eenzijdig gebruik. Een groot aantal boeren zal, bij uitvoering van dit kabinetsvoorstel hun bedrijf moeten opdoeken, wat met een multifunctionele vorm van landbouw en veeteelt niet nodig zal zijn. De nu blijvende veehouders zullen voor hoge kosten komen te staan. Als Nederland en de EU meegaan met een verdergaande liberalisering van de wereldhandel zullen de blijvende veehouders hun bedrijf op verdere (ongewenste) intensivering moeten inrichten om overeind te kunnen blijven. Omschakeling naar een extensieve en duurzame diervriendelijker veehouderij zal tijd en geld kosten, en daarin voorziet het kabinetsvoorstel niet. Het geschetste perspectief van een duurzame veehouderij die niet is gebaseerd op bulkproductie voor lage prijzen, is in het Kabinetsvoorstel niet uitgewerkt en vaag.