nieuws

Antwoorden Cohen dreigende uitzetting Poolse vrouw zeer teleurstellend

In augustus heeft SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen kamervragen gesteld over een Poolse mevrouw die niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning, aangezien haar echtgenoot voortijdig was gestorven. Uit vandaag binnengekomen antwoorden van staatssecretaris Cohen van Justitie blijkt dat hij niet bereid is de Poolse mevrouw alsnog een verblijfsvergunning te verstrekken. ,,Zeer teleurstellend'', aldus SP-Kamerlid Jan de Wit: ,,De antwoorden zijn formeel en slechts een uiteenzetting van de beleidsregels; die zijn ons natuurlijk wel bekend. De staatssecretaris is blijkbaar niet bereid de huidige regels eens kritisch tegen het licht te houden. Zou hij dat wel doen, dan is duidelijk dat het redelijk en humaan is om bij toekenning van een zelfstandige verblijfsvergunning onderscheid te maken tussen een verbreking van het huwelijk als gevolg van echtscheiding en als gevolg van overlijde''. De SP-fractie zal het hier niet bij laten. De Wit en Marijnissen hebben aanvullende vragen gesteld en beraden zich op verdere acties om de staatssecretaris te overtuigen.

1. Kunt u in vervolg op uw eerdere beantwoording van kamervragen inzake de dreigende uitzetting van mevrouw Warntjes-Siemantowska beargumenteerd aangeven waarom het uit humanitair oogpunt niet redelijk zou zijn om in het vreemdelingenbeleid een onderscheid te maken tussen verbreking van een huwelijk als gevolg van echtscheiding en verbreking van een huwelijk als gevolg van overlijden? (1)

2. Kunt u inzicht geven in hoeveel gevallen in de afgelopen jaren vreemdelingen niet in aanmerking kwamen voor voortgezet verblijf in Nederland vanwege verbreking van een huwelijk binnen drie jaar als gevolg van overlijden van de partner?

3. Geven deze cijfers u aanleiding alsnog een wijziging van het vreemdelingenbeleid te overwegen? Zo nee, waarom niet?

4. Kunt u nader motiveren om welke redenen u het Nederlanderschap van de zoon van mevrouw Warntjes-Siemantowska en daaruit afgeleid zijn recht om in Nederland op te groeien niet doorslaggevend heeft geacht in de beoordeling van de aanvraag voor voortgezet verblijf van zijn moeder?

5. Bent u gezien de klemmende redenen van humanitaire aard waaronder de emotionele klap na het plotselinge overlijden van de Nederlandse echtgenoot en het feit dat de zoon in Nederland schoolgaand is, bereid alsnog een zelfstandige verblijfsvergunning aan mevrouw Warntjes-Siemantowska te verstrekken?

(1) TK 1998-1999, aanhangsel 6610