Algemene financiële beschouwingen Eerste Kamer 2015

Mevrouw de voorzitter. Ook de regering realiseerde zich tijdig dat ondanks de lichte economische rugwind de rijksbegroting voor 2016 moeilijk als een feestbegroting gepresenteerd kon worden. We leven immers in een tijd van meervoudige crises in Europa en daarbuiten. De huiveringwekkende aanslagen in Parijs van vorige week laten daarbij ook nog eens zien hoe niets en niemand ontziend geweld heel dichtbij kan komen. 

Voor hetzelfde soort geweld zijn al honderdduizenden naar Europa gevlucht. Natuurlijk brengt dat ook spanningen met zich mee. Zeker als de politiek zo lang  in gebreke is gebleven, en bijvoorbeeld over de jaren heen structureel te weinig heeft geïnvesteerd in de sociale woningbouw. En dit terwijl het een crisis is waar je op kon zitten te wachten na al die jaren van militaire interventies. We zijn het er allemaal over eens dat de opvang in de regio verbeterd moet worden. Mijn fractie vindt dat je daar dan ook flink in moet investeren. Maar de vluchtelingen die ons land bereikt hebben moeten uiteraard ook adequaat opgevangen worden. Ook dit kost geld en wat ons betreft moeten we daar niet voor weglopen en doen wat nodig is. En dit mag niet structureel ten koste gaan van het budget van ontwikkelingssamenwerking, zoals een mede namens ons ingediende motie van collega Koffeman ook al stelde. Gelukkig gebeurt qua opvang ook al heel veel goeds, mede dankzij vele duizenden vrijwilligers. Menselijke waardigheid en solidariteit zijn waarden die in onze samenleving gelukkig diepgeworteld blijken.  

Geen feest maar wel cadeautjes voor sommige groepen burgers. Mooi natuurlijk voor hen die er van profiteren maar jammer is alleen dat  de  vijf miljard aan cadeautjes die het kabinet ter verzachting van al het bezuinigingsleed wil uitdelen niet gaan naar diegenen die het meest onder de bezuinigingen geleden hebben. De reden dat het kabinet nu uitdeelt is natuurlijk begrijpelijk. Het is het laatste volwaardige begrotingsjaar voor de verkiezingen. Het is dus ook tijd om de voorlopige balans op te maken. Laten we het financieel-economische en sociaaleconomische beleid van dit kabinet, zoals dat blijkens de miljoenennota voortgezet zal worden in het komende jaar, langs haar eigen meetlat leggen. Dus laten we de regering, en deze rijksbegroting,  beoordelen op basis van haar eigen speerpunten, te weten: gezonde overheidsfinanciën, duurzame groei, en eerlijk delen.
Ten eerste dan, het op orde brengen van de Rijksbegroting. Ik vermoed dat het kabinet met een voorzien tekort van 1,5% volgend jaar in dat opzicht tevreden is. Of de overheidsfinanciën ook duurzaam op orde zijn moet nog maar blijken omdat dit nauw samenhangt met het tweede speerpunt, duurzame groei. Het de afgelopen jaren nog strakker getrokken keurslijf van de Europese begrotingsregels, is juist ook voor Nederland naar onze mening veel te strak geweest. 

Hetzelfde kortzichtige, procyclische begrotingsbeleid is bovendien in de hele eurozone gevoerd, hetgeen de eurocrisis onnodig verdiept en verlengd heeft en in landen als Griekenland en Spanje de toekomst van hele generaties heeft ontnomen, en miljoenen huishoudens in grote armoede heeft gedreven. 

Voorzitter, laat ik nu uitgebreider stil staan bij het speerpunt van de duurzame groei. Het is waar dat het Nederland nu economisch weer meer voor de wind gaat dan het de afgelopen jaren het geval was.  Maar naar ons oordeel had Nederland eerder, sneller en beter – ik zou haast zeggen, sterker én socialer –  uit de crisis kunnen komen met een verstandiger macro-economisch beleid. 

Sterker omdat de bezuinigingen het economisch herstel onnodig vertraagd hebben. We komen nu pas, na zeven hele magere jaren - waarin we het slechter deden dan de landen om ons heen -  voor het eerst weer uit boven het niveau van 2008. Daarmee heeft het herstel langer geduurd dan ten tijde van de grote depressie. 

Socialer omdat bezuinigingen, die ook nog door blijven werken de komende jaren, voor veel mensen asociaal hebben uitgepakt. Dit geldt vooral voor mensen met lagere inkomens, waaronder de meest kwetsbaren in onze samenleving. Wat in het Engels zo treffend austerity heet raakt nu eenmaal bijna per definitie vooral die groepen die het meest afhankelijk zijn van een beschermende en zorgende overheid en veel minder hen die met gemak zichzelf kunnen redden. Maatregelen als het afbreken van de sociale werkplaatsen, het verdrijven van mensen uit de WAJONG naar de nog lagere bijstandsuitkering en het wegvallen van de huishoudelijke hulp hebben de sociale kloof in Nederland nog verder vergroot. Het gaat beter met Nederland in termen van het BNP maar met de mensen die getroffen zijn door deze maatregelen, en in hun bestaanszekerheid dus nog verder zijn aangetast, gaat het niet beter. En gaat het beter met de 400.000 kinderen die onder armoedegrens leven? Wat vindt het kabinet trouwens van dit feit? Is de minister het met ons eens dat dit eigenlijk niet aanvaardbaar is in een rijk land als Nederland?

Dat er ook op het terrein van veiligheid en justitie te veel bezuinigd is, met alle gevolgen van dien, daar zijn velen het over eens. Wij zien met spanning uit naar hoe de regering uitvoering zal proberen te geven aan een motie van deze Kamer die de regering oproept tot het doen van meer investeringen bij V&J. 

Voorzitter, dit alles roept de vraag op welke visie nu eigenlijk achter het begrotingsbeleid van dit kabinet steekt. Kan de minister nog eens uitleggen welke macro-economische theorie ten grondslag ligt aan zijn beleid? En hoe nu verder naar echt duurzaam herstel? Met de begroting van 2016 komt het kabinet na tientallen miljarden bezuinigingen niet verder dan 5 miljard lastenverlichting. Er is geen investeringsagenda, noch een groene noch een sociale investeringsagenda. De miljoenennota 2016 is naar oordeel van de SP fractie vooral een visieloos stuk, vlees noch vis, dat links noch rechts inspireert. 

Mede in het licht van dit gebrek aan visie is het maar de vraag hoe duurzaam de hernieuwde groei is. Alhoewel alle seinen op groen heten te staan ontwaar ik nog wel een paar feloranje lichten. Ook in de Miljoenennota worden verschillende verschillende risico’s vanuit de wereldeconomie benoemd. Turbulentie is troef. En ondanks de toenemende binnenlandse bestedingen blijft Nederland nog altijd erg afhankelijk van de export en dus van die onzekere wereldeconomie. Met een overschot op de lopende rekening van 10,9 % dit jaar en 10,7 % volgend jaar blijft Nederland met afstand  Europees kampioen handelsoverschotten: een grote structurele macro-economische onevenwichtigheid die zowel vanuit Nederlands als vanuit Europees perspectief een probleem is,  het overschot van de een is immers het tekort van de ander. De SP-fractie zou graag de visie van de minister hierop horen. Wat vindt  de minister van een overschot van meer dan 10%? Is het kabinet  het met de SP-fractie eens dat dit een onwenselijke situatie is en zo ja wat wil de regering hier aan doen? 

Voorzitter, bij de risicoanalyse van het kabinet mis ik nog twee dingen. 

Ten eerste vreest de SP-fractie dat het kabinet de kans dat de eurocrisis weer oplaait onderschat. Met het wurgakkoord van deze zomer blijft de sociale ellende in Griekenland  voortduren. Veel Grieken dreigen nu massaal hun huis uitgezet te worden terwijl begrijpelijkerwijs de Griekse regering moeite heeft deze en andere onderdelen van het Trojka-dictaat uit te voeren. Hiermee is een hernieuwde Griekenlandcrisis niet onwaarschijnlijk, temeer daar ook het CPB onderkent dat het niet uitgesloten is dat er nog meer geld bij moet. Houdt de minister daar trouwens ook rekening mee? Dat dit opnieuw niet het laatste pakket zal blijken te zijn? Volgens het CPB is het risico voor Nederland beperkt gezien de geringe betekenis van de Griekse economie maar als het Grexit scenario weer dichterbij komt dan zal dat de politieke crisis die de EU nu al aan de rand van de afgrond dreigt te brengen nog acuter en dieper worden. 

Ten tweede, is er het risico van een hernieuwde algemene financiële crisis. Economische groei kan niet duurzaam zijn zonder financiële stabiliteit, en de bestaanszekerheid van mensen is onvoldoende gegarandeerd als het gevaar van een financiële crisis, en in het kielzog daarvan een recessie, voortdurend op de loer ligt. Om dat gevaar echt te kunnen indammen hebben we een ander soort financiële sector  nodig.

Zoals mijn partij eerder betoogd heeft is het verkopen van ABN AMRO wat dat betreft een gemiste kans. Maar gelukkig is er nog een herkansing. SNS Reaal zouden we nog kunnen behouden voor het publieke belang en kunnen omvormen tot een echte volksbank, een bank die mogelijk een tikkeltje saai is maar die wel dienstbaar is aan spaarders en ondernemers.  Hoe staat het nu met de privatiseringsplannen met betrekking tot SNS? De eigen partij van de minister is het met ons eens dat SNS beter een nutsbedrijf kan blijven. Hoe kijkt de minister daar tegen aan?
De SP-fractie vraagt zich af in hoeverre deze minister zich echter laat  leiden door het publieke belang van een stabiele Nederlandse bancaire sector, en zicht niet te vaak laat inpakken door de sterke lobby van diezelfde sector. De recente onthullingen die de geschiedenis in zullen gaan als Cocogate doen bij onze fractie vrezen dat we te vaak de banken de dienst uit laten maken in plaats van proberen die banken echt dienstbaar te maken aan de samenleving. Cocogate staat niet op zichzelf. De lobbymacht van grootbanken en hun al te nauwe banden met de politiek en toezichthouders – we zien dit bijvoorbeeld ook met de ECB getuige recente onthullingen in de Financial Times – is een structureel probleem dat onze democratie ondermijnt en voorkomt dat  echt doorgepakt wordt. ING vindt dit soort “meedenken” normaal. Vindt de minister dat eigenlijk ook en kan hij ons vertellen wie er nog meer meedenkt op dit niveau? Laat de minister bijvoorbeeld kritische ngo’s op het zelfde niveau meedenken?  De minister heeft het - ook in de debatten met deze Kamer - altijd over verscherpte kapitaaleisen. Hoe scherp zijn die kapitaaleisen eigenlijk als daar zo mee om gegaan wordt? Wat vindt de minister van de stelling van verschillende deskundigen dat deze complexe contingent convertibles juist niet de beoogde financiële stabiliteit ten goede komen? Ook vraagt de SP-fractie zich af hoe de minister dit nu in Brussel gaat uitleggen en wat de gevolgen zouden zijn als de Commissie dit wel als staatsteun aanmerkt. Moet de aftrekbaarheid van deze vorm van achtergestelde leningen dan voor alle bedrijven gaan gelden? En wat zouden  dan de budgettaire gevolgen  zijn?

Intussen blijven onder druk van de bankenlobby broodnodige verdergaande structurele hervormingen - zoals het opknippen en kleiner maken van banken - uit of worden op de lange baan geschoven worden. Als gevolg hiervan zijn banken in Nederland, en in Europa, nog altijd too big to fail en zij dreigen in de context van de Europese bankenunie alleen nog maar groter te worden terwijl de Nederlandse bevolking uiteindelijk voor de kosten opdraait als het echt mis gaat. 

Als ik het nieuwe plan van de Europese Commissie over de kapitaalmarktunie lees lijkt het wel alsof beleidsmakers helemaal niets van de crisis geleerd hebben. De Commissie zet  weer vol in op precies die beleidsagenda die ons in de grootste naoorlogse crisis heeft gestort, namelijk die van verdere financialisering. De kapitaalmarktunie maakt deel uit van het stappenplan dat deze minister zelf met vier - ja vier! - andere "presidenten" op papier heeft gezet. Het zogenaamde Five Presidents Report beoogt de EMU een steviger governance kader geven en robuust te maken voor de toekomst. De SP ziet in deze plannen vooral een intensivering van de al bestaande salamitactiek waarbij, met als het aan de vijf presidenten ligt met steeds dikkere plakken, bevoegdheden op financieel en sociaaleconomisch terrein bij de lidstaten weggesneden worden en sluipenderwijs de nationale democratie op deze belangrijke terreinen volledig wordt uitgehold. Ondertussen worden de structurele problemen van de eurozone en van de EMU hiermee niet opgelost.  Kan de minister misschien reflecteren op deze kritiek? 
Voorzitter, terugkomend op het thema groei is het ook de vraag of Nederland ook komend jaar genoeg doet voor het stimuleren van duurzame groei. Het IMF stelt in zijn World Economic Outlook dat Nederland nog ruimte zou moeten hebben in zijn begroting voor extra investeringen. Wat vindt het kabinet van deze constatering en oproep van het IMF? De SP-fractie is het met het IMF eens dat Nederland meer kan en moet investeren. Bijvoorbeeld in zorg, onderwijs en in sociale woningbouw. Maar ook meer groene investeringen, dus echte duurzame groei, zouden welkom zijn. De vooralsnog niet gerealiseerde vergroening van het belastingstelsel is wat dat betreft ook een gemiste kans. 

Het punt van duurzame groei in de zin van een ecologisch verantwoorde groei onderstreept ook dat groei nooit een doel op zich kan zijn. Maar in een kapitalistische markteconomie – die wij voorlopig als gegeven aannemen – is groei noodzakelijk om werkgelegenheid in stand te houden en enige economische stabiliteit en daarmee bestaanszekerheid voor mensen te garanderen. De werkloosheid omlaag brengen, toch ook een speerpunt van dit kabinet, is echter iets waar alle zogenaamde hervormingen ten spijt de regering tot op heden nog nauwelijks in geslaagd is. Met 6,9 % van de beroepsbevolking dit jaar en volgend jaar naar verwachting slechts 0,2 procentpunt minder, in totaal nog steeds meer dan 600.000 werklozen, blijft de werkloosheid ook volgens de coalitie onaanvaardbaar hoog. Onder de werklozen zijn er 270.000 langdurig werkloos, en dit aantal is flink gestegen en stijgt nog steeds. Hoezo einde crisis?  De vraag is dan wat het kabinet hier aan wil doen. Het afschieten van het 5 miljard-kanon levert volgens het CPB rekenmodel maar 35.000 nieuwe banen op vanaf 2017. Vindt het kabinet dit zelf niet ook veel te mager? Ooit hadden we de doelstelling van volledige werkgelegenheid, die staat volgens mij ook nog steeds in het beginselprogramma van de PvdA. Zou dat, zo vragen wij de minister, niet ook gewoon het streven van dit kabinet moeten zijn?

Ondertussen blijven vele landgenoten langdurig aan de kant staan, met alle ontwrichtende maatschappelijke gevolgen van dien als ook blijvende schade voor de Nederlandse economie. In de optiek van de SP-fractie heeft deze regering met haar zogenaamde hervormingsagenda veel te veel ingezet op het verbeteren van de aanbodzijde van de economie terwijl in de balansrecessie van de afgelopen jaren nu vooral de vraaguitval het grote probleem is geweest. Ook al trekt het kabinet nu de portemonnee het is too little too late. 

Voorzitter. Ik kom toe aan mijn laatste deel. Wat heeft dit kabinet bereikt op het gebied van haar derde speerpunt, eerlijk delen? Zoals ik al eerder zei, groei op zich is geen doel maar een middel. Het doel is welvaart en welzijn voor iedereen. Herverdeling is hier minstens zo belangrijk als groei. Het verdelingsvraagstuk is echter in de eerste plaats een internationaal vraagstuk. De mondiale ongelijkheid is nog altijd extreem. Oxfam Novib berekende dat de 85 allerrijkste mensen ter wereld bij elkaar evenveel bezitten als de 3,5 miljard armste mensen. Natuurlijk schreeuwt dat om herverdeling. Maar wat doet dit kabinet? Structureel een  miljard per jaar bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Ondertussen heeft de eurocrisis, en vooral het crisisbeleid, overal in Europa de armoede en de ongelijkheid vergroot. 

En nu kom ik dan op de ongelijkheid in Nederland, zowel de inkomens- als de vermogensongelijkheid. We komen daar bij de behandeling van het belastingplan nog  uitgebreider op terug maar alvast wat schoten voor de boeg. Het is volgens mijn fractie een mythe dat het met de inkomensongelijkheid in Nederland nogal meevalt. Binnen de groep van Europese OESO landen scoort Nederland heel gemiddeld qua Gini-coëfficiënt.  En wat zijn de effecten van de rijksbegroting van 2016 op die al grote inkomensongelijkheid? In tegenstelling tot wat in de troonrede is beweerd gaat niet iedereen er in koopkracht op vooruit. Zoals ik al in mijn inleiding memoreerde profiteren vooral de beter verdienenden van het 5-miljard pakket. Veel sociale minima gaan er niet op vooruit en velen onder hen gaan er op achteruit. Uiteindelijk vergroot het pakket de inkomensverschillen. Waarom de lastenverlichting niet meer gericht op de laagste inkomens en tegelijkertijd meer gedaan voor hen die noodgedwongen niet aan het arbeidsproces deel kunnen nemen?

Evident is dat de vermogensongelijkheid nog veel groter is en nog steeds groeit. De 10% meest vermogenden in Nederland bezitten tweederde van het vermogen en zijn hiermee rijker dan ooit. De door mijn partij voorgestelde miljonairsbelasting zou een goede stap zijn om deze ongelijkheid terug te dringen. De allerrijksten ontduiken ook nog eens voor 10 miljard aan belastingen via zogenaamde brievenbusfirma’s. Heeft de staatsecretaris een plan klaar liggen om hier wat aan te doen? 

En dan heb ik nog niet gehad over de belastingontwijking van grote multinationals. In dat verband wil ik de staatsecretaris ook nog vragen naar de stand van zaken ten aanzien van de door de Commissie geconstateerde verboden staatssteun aan kampioen belastingontwijking, Starbucks. Hoe kan het dat de staatsecretaris eerder heeft kunnen verklaren dat het allemaal in orde was? En gaat de regering nu dat geld inderdaad daadwerkelijk terug vorderen en zo ja op welke termijn? 

Voorzitter. Ik sluit af. Ten aanzien van de drie speerpunten concludeer ik dat de rijksbegroting voorlopig op orde is gebracht maar tegen een hele grote prijs en op een hele inefficiënte wijze, dat de groei lang achtergebleven is en vooralsnog niet duurzaam is terwijl de werkloosheid veel te hoog blijft. En op het terrein van eerlijk delen scoort dit kabinet helemaal een onvoldoende. De begroting voor 2016 zal deze trends niet keren en bevat ook te weinig ideeën hiervoor op langere termijn. Het is tijd voor echte alternatieven.