column
Ronald van Raak:

Miljoenen voor de maffia

De Eerste Kamer is één van de weinige parlementen in de wereld waar de commissievergaderingen niet openbaar zijn. Dat heeft als nadeel dat u geen idee hebt wat hier besproken wordt. Dat heeft als voordeel dat senatoren alles kunnen bespreken. Voordat ik in 2006 lid werd van de Tweede Kamer was ik zelf senator. In 2005 kwam Alexander Pechtold zich bij ons voorstellen. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was toen al op bezoek geweest naar de Antillen. Daar had hij toegezegd de schulden van de eilanden te zullen saneren, waarvoor meer dan 2 miljard euro was gereserveerd.

In het commissiekamertje viel een doodse stilte. Totdat één van de oudere senatoren het woord nam en vroeg wat de minister daar dan voor had teruggekregen. Nog niets. De toezegging was gedaan in het kader van de onderhandelingen over nieuwe staatkundige verhoudingen. Jarenlang had Nederland falend bestuur op de eilanden - fraude, corruptie en vriendjespolitiek - moeten afkopen door de schulden te betalen. Nu was het moment dat we die verhoudingen konden verbeteren, maar had de minister onze troefkaarten al op tafel gelegd. De minister was les één van het onderhandelen vergeten. Nederland stond met de rug tegen de muur.

De verhoudingen binnen het Koninkrijk werden in 1954 vastgelegd in het Statuut, onze gemeenschappelijke grondwet. Dat was in een tijd dat we nog veel moeite hadden om afstand te doen van onze koloniale ambities. Indie was verloren, maar op de andere koloniën wilden we greep blijven houden. Daarom wilde Nederland een ‘waarborgfunctie’: overzeese gebieden kregen meer autonomie, maar ons land zou blijven toezien op goed bestuur, totdat die gebieden onafhankelijk werden. Suriname werd in 1975 onafhankelijk, waarna de Antillen snel zouden moeten volgen. Maar de bevolking van de eilanden besloot anders, men wilde bij Nederland blijven.

De eilanden konden onderling echter niet samenwerken in het land Nederlandse Antillen. Aruba werd in 1986 een apart land, Curaçao en Sint-Maarten volgden in oktober 2010. Bonaire, Saba en Statia werden onderdeel van Nederland. In aanloop naar 2010 - ik was ondertussen lid van de Tweede Kamer - heb ik vaak aangedrongen op wijziging van het Statuut. Daarvoor was echter de medewerking nodig van de eilanden - en die wilden niet. De buit was immers binnen, de schuldsanering was toegezegd, Nederland kon praten wat het wilde. Curaçao en Sint-Maarten werden autonome landen, maar Nederland bleef verantwoordelijk voor goed bestuur.

Op Curaçao trad vervolgens de regering Schotte aan, met ministers die nauwe banden hadden met de maffia, die ook hun campagne financierde. De onderwereld kwam boven en kreeg toegang tot politie en justitie, de centrale bank - zelfs tot de geheime dienst. Curaçao werd leeggeroofd: ruim twee jaar nadat Nederland de miljardenschuld had gesaneerd, heeft het eiland opnieuw grote schulden, zijn overheidsbedrijven uitgeknepen en honderden miljoenen euro verdwenen. Miljoenen voor de maffia, die wij straks moeten betalen. Schotte is ondertussen ook verdwenen, maar Curaçao is opnieuw failliet. Had Pechtold destijds de Eerste Kamer maar iets eerder bezocht, voorafgaand aan zijn reis naar de Antillen. Dan had mogelijk veel ellende kunnen worden voorkomen.

Deze column verscheen in ‘Bildspraak’, het blad van de studievereniging Bestuurskunde van de Universiteit Leiden

Betrokken SP'ers