Klassenjusitie

Wie kent niet de oude prenten waarop een schlemielige Jan met de Pet (in de hand) voor de welvarende dikke rechter staat, die hem vanaf zijn rechtersstoel bulderend toespreekt en een forse straf oplegt? Zo werd heel vroeger klassenjustitie uitgebeeld: de rechter behorend tot de klasse der rijken was erop uit om de arme sloeber flink te pakken.

Toch stelde de voormalige hoogleraar Riekent Jongman uit Groningen in de tachtiger jaren nog vast dat werknemers en werklozen eerder en harder werden bestraft dan witteboorden.

Toen ik in de Eerste Kamer zat, heeft de voormalige minister van Justitie Winnie Sorgdrager op mijn verzoek een onderzoek laten instellen naar klassenjustitie in ons land. Dat onderzoek werd uitgevoerd door Dr. Ben Rovers, criminoloog aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam.

In zijn rapport van maart 1999 stelde Rovers vast dat er nog steeds klassenjustitie in ons land voorkomt. Alleen noemde hij het niet zo. Hij sprak van “selectiviteit in de strafrechtsketen”. Dit is in wezen hetzelfde. Zo wees hij onder meer op het verschijnsel dat het veelvuldig voorkomt dat hoe ingewikkelder bepaalde strafzaken zijn, hoe vaker het voorkomt dat het OM strafzaken niet vervolgt (seponeert). Ofwel in gewoon Nederlands: de bijstandsmoeder die zwart heeft bijverdiend, loopt eerder kans voor de rechter te komen dan de (bank)directeur die ingewikkelde fraude pleegt of de milieucrimineel die gevaarlijke stoffen dumpt op zee.

Natuurlijk kan dit niet in een rechtsstaat. Ook de witteboorden moeten voor de rechter komen en de straf krijgen die ze verdienen. Het OM moet zowel de deskundigheid als de capaciteit hebben om ook de zware en ingewikkelde zaken aan te kunnen. Daar pleit de SP al heel lang voor.

En wat zegt nu de oud Officier van Justitie René Craemer afgelopen maandag? Als het om witteboorden gaat, kijkt het OM weg. Veel te gemakkelijk wordt besloten hen ongemoeid te laten. Volgens Craemer moet het OM veel harder worden. En dat verhaal van die arme verdachte die al zo erg gestraft is omdat zijn naam al in alle bladen heeft gestaan moet, aldus Craemer, ook maar eens afgelopen zijn.

Jammer dat de heer Craemer dit nu pas zegt. Maar alle reden om de minister te vragen wat hij hiervan vindt.