Geloof

Nog niet zo lang geleden had ik een discussie met mijn dochter. Waar het precies over ging weet ik niet meer, maar ik sprak als slotzin uit: “Daar geloof ik heilig in.” Aangezien er maar weinig zaken zijn waar ik onvoorwaardelijk in geloof, zullen we het wel gehad hebben over de ideologie van de SP.

Haar zoontje Wessel, mijn kleinzoon dus, zat zoet te spelen met zijn lego en zei plotseling: “Opa, ik geloof ook. Ik geloof in God. Maar of hij de mensen en dieren gemaakt heeft, dat weet ik niet zeker.”

Wessel is 5 jaar.

Aan dit voorval moest ik afgelopen donderdag denken tijdens het het debat over de JSF. De PvdA maakte de zoveelste draai in haar bestaan. Veel mensen, ook SP-ers, geloofden de woorden die amper een dag tevoren waren geuit. Woorden die zo helder en transparant waren als glas. De PvdA zou niet akkoord gaan met de aankoop van testtoestellen!

Er waren zelfs complimenten. De PvdA hield haar rug recht. Men was zelfs bereid om al dat “draaikonten” wat de PvdA in het verleden had laten zien, ruimhartig te vergeven.

Hadden al die mensen maar meer gehad van datgene wat die 5-jarige zo schitterend liet zien. Geloven is goed, maar een zekere mate van twijfel behouden kan geen kwaad. De dag nadat het geloof was uitgesproken, bleek wat voor betekenis aan dat geloof moest worden toegekend. Teleurstelling alom.

In Zeeland zijn veel mensen die niet geloven in “ontpolderen”. Land terug geven aan het water.

De regering geloofde daar wel in. Ontpolderen, daar was geen ontkomen aan. Maar Zeeuwen zijn strijdvaardig. Ze gingen de barricaden op. En zie, ze wonnen de strijd. Ontpolderen gaat niet meer door. Zegt de regering.

Dus was er feest, groot feest. De democratie had gewonnen. Maar is dat werkelijk zo? Net als Wessel heb ik toch mijn twijfels. Want zegt de regering niet:”Niet ontpolderen, tenzij Europa het van ons eist.”

Zouden ze al meer weten dan de Zeeuwen? Als ontpolderen toch doorgang gaat vinden, dan wordt ook voor de Zeeuwen pijnlijk duidelijk dat geloven best goed kan zijn, maar dat de twijfels altijd een plek moeten hebben.