column

Een bijzondere ontmoeting

Onlangs ontmoette ik Willemijn*, een knappe blonde meid met blauwe, aansprekende ogen. Ze heeft het moeilijk. Ze zit al een half jaar in een meidenhuis, in de crisisopvang. Op haar onderarmen zijn littekens zichtbaar. Willemijn sneed zichzelf. Ze blowde dagelijks en dronk vaak te veel alcohol.

Normaal gesproken zit een meisje niet zo lang op een crisisplek, maar gaat ze na een aantal weken door naar een andere plek waar ze langer kan blijven. Willemijn niet. Ze wil niet naar een andere plek omdat ze bang is dat het dan weer slechter met haar gaat. Daarom mag ze in de crisisopvang blijven. Op haar kamer heeft ze allemaal roze spulletjes van de musical Dirty Dancing waar ze naartoe is geweest. Op het nachtkastje een foto van haar hondje, dat ze heel erg mist. Haar knuffel, ook een hond, ligt op bed.

Willemijn is een spraakwaterval. Als ze hoort dat ik in de Tweede Kamer zit, vertelt ze honderduit over wat ze van Wilders vindt, wat ze tegen Balkenende zou willen zeggen en dat Rouvoet toch gauw eens langs moet komen. Ook de oorlog in Irak en Obama komen voorbij. Willemijn is niet op haar mondje gevallen en heeft een zeer uitgesproken mening. Als zij in de Tweede Kamer zou zitten zou ze als eerste de afdrachtregeling** in de jeugdzorg afschaffen. Ook zou ze regelen dat zusjes bij elkaar in hetzelfde pleeggezin geplaatst kunnen worden, in plaats van apart. Het lijkt haar geweldig om een keertje langs te komen in de Tweede Kamer. Afgesproken. Met een beetje geluk komen de andere meiden en de leidsters ook mee.

Willemijn, ik vond het heel bijzonder je te ontmoeten. Je hebt een onuitwisbare indruk op me gemaakt.

* Om privacyredenen is de naam van Willemijn fictief. ** Als een meisje werkt en geld verdient, moet ze een deel daarvan afstaan in de vorm van een eigen bijdrage.