column

Hoor wie het zegt

Het eerste wat ik ‘s ochtends doe als ik in Den Haag ben, is de televisie aanzetten. Dus ook donderdagmorgen. Ik zag een rood aangelopen president Bush (VS), op zijn reis door Thailand, China vermanend toespreken. Hij zei dat de Chinese leiders de vrijheid van mensen moeten respecteren en de fundamentele mensenrechten zoals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en de arbeidsrechten nu eindelijk eens moeten naleven.

Bush heeft daarin natuurlijk groot gelijk. China heeft nog veel te doen en wordt daarop inmiddels door bijna de hele wereld aangesproken. Toch moest ik meteen aan twee andere recente berichten denken. Berichten over de VS zelf. Het eerste gaat over de chauffeur van Osama Bin Laden, de meest gezochte terrorist ter wereld. Hij is door een militaire jury in Guantanamo Bay schuldig bevonden aan steun aan terrorisme. Deze man zat zeven jaar zonder enige vorm van proces vast in dat gevangenenkamp Guantanamo Bay op Cuba. Hij kreeg een militair als advocaat toegewezen. Mocht niet alle dossiers die op zijn zaak betrekking hadden inzien, en werd achter gesloten deuren berecht door militairen. De advocaat van de man verklaarde dat het gehanteerde bewijsmateriaal in een normale rechtszaak niet zou zijn toegelaten omdat het onder dwang – door marteling dus – verkregen was. “Ik weet niet of er wel een eerlijke uitspraak (van de jury, jdw) had kunnen komen”, voegde de advocaat er aan toe.

Wat er ook mis is met die chauffeur, de manier waarop hij door de VS is behandeld, druist regelrecht in tegen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. De VS schenden hier een aantal fundamentele mensenrechten die met name betrekking hebben op de eerlijke rechtsgang.

Het tweede bericht kwam uit Texas. In deze staat, waar Bush ooit gouverneur was, werd dinsdagavond een Mexicaanse man geëxecuteerd nadat de rechter hem had veroordeeld tot de doodstraf vanwege een dubbele moord. Nu is de doodstraf een ontoelaatbare straf en zelfs in de VS op dit moment voorwerp van heftige debatten en processen. Maar in dit geval is volgens mensenrechtenorganisaties, het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en zelfs volgens de Amerikaanse federale regering de executie niet rechtmatig omdat een fundamenteel recht uit de Weense Conventie voor consulaire betrekkingen uit 1963 is geschonden. De man had namelijk nooit de steun de van de Mexicaanse consul kunnen inroepen.

Dus, heer Bush, er is nog genoeg werk aan de winkel in de VS als het om fundamentele mensenrechten gaat. Ik denk dat ik maar even het schitterende nummer van Boudewijn de Groot “Meneer de President, welterusten” opzet.