Zorgbuurthuis ’t Hageltje is een groot succes

Oss: Het eerste Zorgbuurthuis van Nederland werd in maart geopend en draait inmiddels op volle toeren. En dat is niet alleen goed nieuws voor de bewoners; ook de buurt en het zorgpersoneel varen er wel bij. Hoe een groep 'doeners met gezond verstand' het mogelijk maakte dat mensen in een vertrouwde en kleinschalige omgeving oud kunnen worden en hun levensavond niet ergens ver weg in droevige eenzaam­heid hoeven door te brengen.

Tekst: Rob Janssen

 

Marie-Therese Janssen stond aan de basis van het zorgbuurthuis in Oss. Foto: Maurits Gemmink

Woensdagochtend is jokeren het devies en woensdagmiddag gaan ze rikken. Rikken, dat is een populair kaartspel in Oost-Brabant en staat bekend als toch niet zo heel erg eenvoudig. Maar in Zorgbuurthuis 't Hageltje in Oss is rikken het spel der spelen.

Marie-Therese Janssen (73) ziet het de bewoners graag spelen. Rikken staat in 't Hageltje voor gezelligheid, plezier, samenzijn. Wat wil je nog meer? Janssen is de initiatiefneemster en drijvende kracht achter het Osse Zorgbuurthuis dat afgelopen mei de eerste bewoner verwelkomde. En nu, amper vier maanden later, staat de voorlopig laatste nieuwe bewoner klaar om zijn intrek te nemen. En dan zit 't Hageltje vol. De bewoners kunnen er nauwelijks op wachten. Janssen, lachend: 'Laatst zei er eentje aan mij: “Hé, hoe wijd ben-de gij met die intake? Die nieuwe moet wel kunnen rikken!”

Het is wellicht een van de meest desastreuze kabinetsbesluiten van de periode Rutte geweest: het sluiten van de verzorgingshuizen. Mensen moesten langer thuis blijven wonen, tot het bittere einde. De gevolgen kun je uittekenen: kille eenzaamheid en/of onvoldoende zorg. Tel daarbij kaalslag in de verpleeghuiszorg – bijvoorbeeld de afschaffing van de zogenaamde personele bezettingsnorm – en er ontstaat een duister toekomstbeeld voor ouderen én zorgpersoneel.

Het was tegen die achtergrond dat Lilian Marijnissen een plan voor de realisering zorgbuurthuizen in ons land op tafel legde; beschermde, kleinschalige plekken om oud te worden in de eigen vertrouwde buurt. Dit onder het motto: elke oudere die dat wil moet kunnen kiezen voor die mogelijkheid. Toenmalig zorgminister Hugo de Jonge vond er toen niet zo veel aan. Hij had bedenkingen over de financieringssystematiek.

Maar Marie-Therese Janssen zag het wél voor zich. Namelijk in de Osse Schadewijk, een oudere wijk met een voor buitenstaanders misschien niet zo heel inspirerende naam. En ze ging gewoon aan de slag.

Oranjefeest

‘Ik zag kansen in de Schadewijk,’ vertelt ze. ‘Daar speelde een discussie over een aantal bomen die we per se wilden behouden én er stond een oud schoolgebouw. Ik kaartte het idee voor een zorgbuurthuis op die plek aan in de gemeenteraad (Janssen is SP-raads­lid-red.) en daarna kwam een ambtenaar naar me toe. Zegt ‘ie: “Ik ga met je buurten in die wijk”. En zo begon het. Janssen vormde een team dat zich boog over de vragen: Wat willen we precies, wat is er nodig en hoe gaan we het doen? Dat team bestond uit een teamleider van de relatief kleine zorgorganisatie Interzorg – grote broer BrabantZorg zag er niet zo veel in, een met een hart voor sociale initiatieven begenadigde projectontwikkelaar voor de aankoop van het schoolgebouw, een beleidsmedewerker van de gemeente, een lid van de wijkraad, een register-accountant voor het financiële plaatje, een woningcorporatie voor de verhuurstrategie en een oud-huisarts voor de intake. Janssen: ‘Daarbij kwam dat de wethouder, van VVD-huize nota bene, ook erg enthousiast was en het plan steunde. Dat heeft zeker ook geholpen.’

In het oude schoolgebouw werd nagenoeg alles vernieuwd en het ziet er modern, brandschoon en toch huiselijk uit. Alleen de trap herinnert nog aan vervlogen tijden; die moest ongemoeid gelaten worden, want het gebouw is een gemeentelijk monument. Maar ach, hij wordt door de bewoners maar weinig gebruikt, want er is uiteraard een lift in het gebouw. Maar het mooiste vindt Marie-Therese Janssen de Huiskamer, de ruime gemeenschappelijke ruimte. Hier komen de bewoners samen, hier eten ze, kletsen en kaarten ze. En kijken ze tv, zoals laatst tijdens het WK voetbal voor vrouwen. Een oranjefeest was het. De grote flatscreen-tv werd trouwens geschonken door de stichting Vrienden Ouderenzorg Oss en de meubels door de kringloopwinkel.

En niet alleen voor de bewoners van 't Hageltje is dit de huiskamer. Mensen uit de Schadewijk lopen ook regelmatig binnen. Logisch eigenlijk, want tot voor kort waren de bewoners van zorgbuurthuis nog hun buren of achter- en overburen. ‘Dat is het mooie: oud worden in je eigen buurt’, zegt Marie-Therese Janssen. ‘Sterker nog: sommige bewoners hebben in dit gebouw nog op school gezeten.’

Bewoners van zorgbuurthuis 't Hageltje leggen een kaartje. Foto: Maurits Gemmink

Alpenlandschap

Het appartement van meneer Heesen (84) bevindt zich op de begane grond en vanuit zijn woonkamer loopt hij zo de tuin van 't Hageltje in. Aan de muur hangt prominent een groot olieverfschilderij van een romantisch Alpenlandschap. Er is een keukenblok, een badkamer en een slaapkamer. En: meneer Heesen heeft een accordeon. Daar komt zijn kleinzoon Jeffrey, een in Oss populaire zanger, wel eens op ‘speulen’ voor de bewoners van 't Hageltje. In de Huiskamer uiteraard. ‘Ik zit hier hartstikke goed,’ zegt meneer Heesen. En wat gaat hij nu, zo tegen de middag, doen? ‘Ekkes tv-kijken en dan een dutje doen.’ Want vanmiddag is het rikken geblazen. Niet meegejokerd vanmorgen? ‘Nee. Rikken, da’s het echte werk.’

Elly van zorginstelling Interzorg heeft wel een paar potjes jokeren gespeeld met de bewoners. ‘Vind ik gewoon leuk,’ zegt ze. Interzorg levert een medewerker die bij 't Hageltje de benodigde zorgtaken uitvoert, zoals hulp bij het douchen en steunkousen aantrekken. De wijkverpleegkundige doet het medische deel van de zorg. ‘Voor hun zorg zien de mensen hier maar twee mensen,’ zegt Elly. ‘Twee in plaats van tien,’ vult Marie-Therese Janssen aan. Waarmee ze een van de grootste frustraties van zowel zorgbehoevenden als zorg­personeel in ons land benoemen: steeds andere medewerkers bij steeds andere cliënten.

Ruim drie jaar geleden begon ze en nu staat het eerste Zorgbuurthuis van Nederland er; inclusief bewoners, inclusief zorg. Midden in de wijk, midden in de sociale cohesie daarvan en deze zelfs versterkend. Drie jaar; dat is snel als je de wereld kent van de bestemmingsplannen, vergunningen, onderzoeken en analyses en wat al niet meer. Marie-Therese Janssen glimlacht. ‘Wij zijn doeners. Wij doen geen ingewikkelde analyses, wij gebruiken ons gezonde verstand. En we hebben is het vertrouwen van de gemeente. Als SP zijn we natuurlijk goed ingebed in het gemeentehuis en vooral in de wijken. En zelf heb ik als raadslid een uitgebreid netwerk.’

Het succesvolle initiatief uit de koker van de SP heeft inmiddels in het hele land de aandacht getrokken. In Heerlen en Horst aan de Maas zijn ze er mee bezig. Ik heb mensen uit Veldhoven en zelfs uit Friesland op bezoek gehad. Maar ook in Oss kijken we naar mogelijkheden voor een tweede of derde zorgbuurthuis.’ Dat wordt ook met het oog op de woningkrapte interessant. Want ga maar na: er worden nieuwe woningen aan de woningvoorraad toegevoegd – in het geval van 't Hageltje 15, en als mensen de keus krijgen en ervoor kiezen om oud te worden in zo’n zorgbuurthuis komen er rap bestaande woningen vrij.

Ook opleidingsinstituut HAN en een promovendus van een huis­artsenopleiding hebben zich gemeld. Zij zijn bijzonder geïnteresseerd in de verbanden tussen fenomenen als welbevinden en een­zaam­heid en het belang van meer gerichte zorg in de buurt en de mogelijke rol van zorgbuurthuizen daarin. En: het eerder genoemde BrabantZorg toont naar verluidt nu wel interesse.