Sander de Kramer: 'Ik wil er voor mensen zijn'

Hij heeft twee typeringen voor zichzelf: actiejournalist en spookrijder. Wat die twee met elkaar verbindt legt Sander de Kramer uit aan de hand van zijn werk, passie en inzet. De journalist, schrijver en presentator geldt als ‘de man met het grootste hart van Rotterdam’.

Tekst: Rob Janssen

‘Ons land staat er niet zo goed voor, als je het mij vraagt. Denk eens aan de kinderen. Op de KidsRight Index, die aangeeft hoe kinderrechten wereldwijd worden nageleefd, is Nederland enorm gezakt. Voorheen stond Nederland op plek zes, met de Scandinavische landen bovenaan en IJsland op één. En Sierra Leone, een land waar ik heel veel kom, onderaan met Tsjaad en Afghanistan. Nou had ik toen al twijfels over die lijst, hoor. Ik bedoel, in een grote stad als Rotterdam groeit één op de vijf kinderen op in armoede. Dat vind ik anno 2023 bizar - met de rijkdom die we hebben en de extréme rijkdom die sommige mensen hebben.’

Foto: Stijn Ghijsen

En los van die lijst?

‘Mijn vrouw zit in het onderwijs en die komt al heel wat jaren thuis met verhalen over kinderen in Rotterdam Delfshaven, een van de moeilijkste wijken, die zonder ontbijt met beschimmeld brood aan de lunch zitten. Of kinderen die al acht, tien dagen in dezelfde kleding lopen. Kinderen die in de huiskamer slapen, kinderen met zogenaamde hoogwaterpijpen - kleding die eigenlijk te klein is dus. Omdat de ouders geen geld hebben om fatsoenlijke kleren voor ze te kopen. Schrijnende verhalen zijn dat, maar ze zijn schering en inslag. Kijk, als kinderen hun verjaardag niet kunnen vieren, is dat ook heel vervelend want daardoor worden kinderen een beetje gepest. Maar echt die basisbehoeften, geen eten hebben… en ouders die zo moeten beknibbelen dat kun kinderen tekort komen, zeker aan ’t eind van de maand. Heftig. Dus ja; we staan er niet goed voor. Er is een enorme armoede, de rijen voor de voedselbank zijn enorm. We hebben de toeslagenaffaire die maar voortwoekert. We hebben ernstige criminaliteitscijfers. We hebben een gigantisch tekort aan woningen, ook een ongelooflijk groot probleem. En eigenlijk lijkt het erop dat het vorige kabinet en ook het huidige de hete aardappel steeds maar naar voren heeft geschoven. Er werden gewoon geen beslissingen genomen. En een land waar geen beslissingen worden genomen raakt stuurloos.’

‘Trouwens, wat mij in die zin wel verbaasd heeft: Renske Leijten heeft natuurlijk die toeslagenaffaire op de kaart gezet. Het gekke is dat de SP daar bij de vorige verkiezingen uiteindelijk niet voor beloond is. De mensen stemden uiteindelijk niet veel anders dan dat ze daarvoor deden. Volgens mij is Lodewijk Asscher toen de enige geweest die z’n conclusies heeft getrokken. Maar voor de rest is uiteindelijk iedereen blijven zitten. Kortom: ze namen een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was. Dat vond ik heel bizar om mee te maken.’

Beïnvloedt dit alles je werk?

‘Zeker. Ik doe op het gebied van armoede heel veel en daar merk ik dat we steeds meer aanvragen voor hulp krijgen. Zo ben ik ambassadeur van het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam - echt het allerlaatste loket waar mensen terecht kunnen als ze echt overal hun hoofd gestoten hebben of nee te horen hebben gekregen. Als je kijkt hoeveel aanvragen daar nu komen… dat aantal is in vrij korte tijd gewoon verviervoudigd. Écht! We hebben ook actie gevoerd, zo van: dan springen we zelf maar op de bres. Organiseerden we bijvoorbeeld een gala waar we een paar ton hebben opgehaald. Maar uiteindelijk zijn het doekjes voor het bloeden. Je bent pleisters aan het plakken in plaats van dat je constructief bezig bent om de armoede op te lossen. Want dat is natuurlijk wat er uiteindelijk moet gebeuren. Het is toch gewoon te gek voor woorden dat er in Nederland zoveel armoede is?! En dan heb ik het nog niet eens over de gigantische inflatie en de prijzen die de pan uitrijzen. Overal waar clubs bezig zijn met armoede zie je een groeiend aantal mensen met een reguliere baan die gewoon niet meer uit de kosten kunnen komen. Dat vind ik wel heel heftig.’

Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelde vorig jaar dat het aantal arme personen in Nederland zou gaan stijgen van 1,1 miljoen naar 1,3 miljoen (7,5 procent van de bevolking) dit jaar. Het aantal kinderen zou in dezelfde periode stijgen naar 306.000, 9,4 procent van alle kinderen in Nederland.

Hoe handel jij dan, als je geconfronteerd wordt met zulke, wat jij noemt, heftige zaken?

‘Natuurlijk spring ik dan op de bres. Maar ik wil er ook iets aan proberen te doen. Journalist Frits Waarda noemde mij eens een actiejournalist; dat is wel een beetje wat de lading dekt. Ik probeer dus iets te ondernemen. Dus: als je dingen signaleert dat je er dan niet alleen over schrijft, maar dat je ook meteen denkt van: “Laten we eens kijken of we er ook iets concreet aan kunnen doen.” En dat doe ik op allerlei manieren. Bijvoorbeeld dingen voor elkaar proberen te boksen voor mensen die wel een huisje kunnen huren, maar geen interieur kunnen betalen. Dan ga ik een warenhuis benaderen en zeg: “Hé jongens, kunnen we die mensen niet helpen?” Dat soort dingen. Proberen die gaten dicht te lopen, dat is het. En met het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam doe ik uiteraard ook wat ik kan. En met daklozen natuurlijk ook nog steeds. Van alles dus.’

Niet alleen in Rotterdam, maar ook in Sierra Leone.

‘Ja, zeker! Met die diamantkinderen, ja, nog steeds. Die meisjes die ik daar uit de diamantmijnen haalde. Blijft een heftig verhaal. Ja joh…zó…zó zeg…’

En dan wordt degene die bepaald niet snel om woorden verlegen zit toch even stil. Op reportage in Sierra Leone werd hij diep geraakt door het lot van kinderen die, puur om te overleven, in diamantmijnen werkten en haalde ze er eigenhandig weg. Oog in oog stond hij daar met kerels met kapmessen en god weet wat voor wapentuig meer. Maar met hulp van lokale ‘chiefs’ wist hij uiteindelijk toch zijn doel te bereiken.

Foto: Stijn Ghijsen

Wat ga jij doen richting de verkiezingen?

‘Aan de boom schudden. Dat wil zeggen: Met name over armoede zal ik mijn mondje gaan roeren. Maar ik zal me ook laten horen op het gebied van wonen. Er zullen toch echt heel snel woningen bij moeten komen, want het is toch bizar dat een juf of verpleegster niet meer kan wonen in de wijk of stad waar ze werkt. Dat zijn toch krankzinnige dingen!’

En probeer je de politiek te beïnvloeden?

‘Ja! Door in talkshows aan te schuiven, door mijn columns te schrijven. Ik probeer altijd wel iets een bepaalde kant op te duwen. Zeker. Soms lukt dat goed. En soms denk ik wel eens: “Nou, volgens mij hebben ze het wel tot zich genomen, maar denken ze: het zal allemaal wel.” Maar we hebben met z’n allen natuurlijk wel een aantal structurele problemen op te lossen. En er zal dus een heel sterk en doortastend kabinet moeten komen straks. Met daarin ongelooflijke toppers. Het zou wel leuk zijn als de SP een keer mee gaat regeren natuurlijk. Het zou een keer tijd worden.’

Je hebt jezelf wel eens spookrijder genoemd. Waarom?

‘Omdat ik dat gevoel wel eens heb. Zoals de man die op de A16 rijdt en op de radio hoort dat er een spookrijder is gesignaleerd. Hij belt het radiostation op en zegt: “Één spookrijder? Ik zie er wel duizend!” Ja, jij begint nu te lachen en denkt: Ha, die beller is zelf de spookrijder. Maar ik heb heel vaak dat gevoel gehad. Ook toen ik die kinderen uit de diamantmijn haalde en ook toen ik met daklozen werkte. Ik was 22 jaar toen ik een periode op straat heb geleefd, omdat ik me ging inzetten voor dak- en thuislozen. Omdat ik een klankbord werd en ook een stem kon laten horen in de media, vond ik ook dat ik moest weten hoe het is om op straat te leven. En ik wéét hoe het is, ik kan erover meepraten hoe het is om op straat te leven en echt honger te hebben. Want ik deed het wel voor het eggie en bovendien in de winter. Maar goed, toen zeiden de mensen ook: “Wat ga jij nou doen? Ga je echt met daklozen werken? Kun je niet beter aan je carrière denken?” Ik zei dan: “Ho-ho, ik wil mensen helpen, ik wil er voor mensen zijn. Want dit is waar mijn hart ligt.” En toen ik die kinderen uit de diamantmijnen ging halen, zeiden de mensen: “Sander, dat kan je dood worden. ’t Is allemaal maffia daar”. Dat klopte ook wel, maar als iedereen zo denkt gebeurt er dus niks. Dan zouden die kinderen zich in de mijnen hebben doodgewerkt. Maar nu gaat de eerste generatie van die diamantkinderen naar de universiteit. En daar ben ik wel heel erg trots op. Dus ja, zodoende een spookrijder. Maar je moet wel heel stevig in je schoenen staan wil je tegen de mensen kunnen zeggen: “Nee, ik ga wél de juiste kant op! Júllie gaan de verkeerde kant op.”

Zo stevig sta jij toch wel in je schoenen?

‘Ik doe mijn best.’

Sander de Kramer (50) is journalist, schrijver, columnist en tevens presentator van diverse tv- en radioprogramma’s. Hij was de drijvende kracht achter de daklozenkrant die hij in veel steden van de grond tilde. Met Hugo Borst richtte hij de Sunday Foundation op die misstanden in het West-Afrikaanse Sierra Leone aan de kaak stelde. Voor zijn werk werd hij meerdere malen onderscheiden, zoals de benoeming van Rotterdammer van het Jaar, de toekenning van de Paul Nijgh Penning, de Laurenspenning en de Majoor Bosshardt Prijs.