Mahir voert de strijd van de lange adem

Democratisering van de economie: check. Stop op privatisering van het publieke belang: check. Makkelijk gezegd, maar hoe ziet die strijd er in de praktijk uit? SP-Kamerlid Mahir Alkaya verricht pionierswerk, ploetert en sleurt, ziet en grijpt kansen. En laat binnen en buiten het parlement heersende opinies kantelen.

Tekst: Rob Janssen

Den Haag, 1 juni, 11.40 uur. Minister Kaag draagt vandaag een bordeauxrode jurk met een zilvergrijze print. Tijdens het commissiedebat over staatsdeelnemingen zet ze regelmatig haar bril af en dan weer op. Met bril ziet ze er nogal streng en resoluut uit, zonder komt ze eerder aandachtig en empathisch over. Ze respecteert de woorden van de heer Alkaya, zegt ze. Maar, voegt ze daaraan toe, ze begrijpt dat de SP’er zijn betoog ‘vanuit zijn politieke overtuiging’ heeft gehouden. Nu kun je je afvragen waar Kamerleden hun betogen anders op zouden moeten baseren dan op hun politieke overtuiging. In die zin lijkt de opmerking van de minister een open deur. Of is het een debat-technisch foefje om de fundamentele discussie niet te hoeven voeren?

Foto: Maurits Gemmink

Op de agenda staat de evaluatie van het aandeelhouderschap van de staat in Holland Casino en de Nederlandse Loterij. Die laatste – met onder meer de Staatsloterij, Lotto en de Eurojackpot in haar bezit de grootste kansspelorganisatie van Nederland – wil naar verluidt graag af van staatsbemoeienis en het kabinet wil nu een ‘verkenning’ naar die verzelfstandiging laten uitvoeren. Strikt genomen staat er nog niks vast. Maar Mahir Alkaya (34) voelt aan z’n water waar het uiteindelijk wel eens op uit zou kunnen draaien: dat de overheid op termijn haar invloed op de goksector laat varen. Met alle gevolgen van dien. En dus kiest hij de aanval: ‘Wilt u die sector echt aan de commercie gaan overlaten?’ ‘Dat wil ik ná de verkenning bediscussiëren,’ zegt staatssecretaris Van Rij die naast minister Kaag zit. ‘Ik zit er iets relaxter in dan de heer Alkaya,’ voegt hij daaraan toe.

Oh ironie; uitgerekend de goksector. Amper vijftien jaar geleden barstte een wereldwijde crisis uit, omdat de financiële wereld één groot casino bleek te zijn met de belastingbetaler als vangnet. En nu wil het kabinet de goksector geheel aan marktpartijen overlaten en andermaal de samenleving voor de gevolgen laten opdraaien? Want op wie wordt er straks een beroep gedaan voor zorg en ondersteuning van toenemende aantallen gokverslaafden?

Mahir voert het commissiedebat bloedserieus en geconcentreerd. Hooguit een zweem van een glimlachje verschijnt op zijn gelaat als een collega-Kamerlid zich bedient van een grapje – of wat daarvoor moet doorgaan. Het onderwerp staatsdeelnemingen leent zich niet voor een luchtige of losse houding, lijkt hij te denken. Staatsdeelnemingen, dat gaat bijvoorbeeld over zeggenschap over KLM. ‘Échte zeggenschap,’ benadrukt Mahir, bijvoorbeeld over de uitvoering van staatssteunregels en de exorbitante bonus van de KLM-topman. Immers: vanochtend is opnieuw gebleken dat het kabinet het op die punten behoorlijk heeft laten zitten. ‘Alle ellende gaat gewoon door,’ zal Mahir zich na het debat – zichtbaar geërgerd – laten ontvallen. Staatsdeelnemingen, dat gaat niet alleen om KLM, maar ook om de publieke belangen in de financiële sector. Of over grip houden op de goksector dus. Het zijn cruciale vraagstukken die in deze tijd met de dag relevanter en acuter worden. Omdat ze gaan over waar de natie naar snakt: democratisering, grip op belangrijke zaken krijgen. Grappen en grollen kun je dan misschien beter voor je houden.

Eenheidsworst

Einde debat. Met zijn iPad onder de arm verlaat Mahir de Groen van Prinstererzaal en wordt hij buiten opgewacht door filmploegen van RTL en NOS. Waar hij tijdens het debat uitgebreid spreektijd voor nam, moet nu voor lopende camera’s in twee zinnen gezegd worden. Quotes, zo kort mogelijke statements; dat is wat de media willen. Mahir levert zijn quotes en kijkt op zijn horloge. Nog een klein half uur tot de volgende afspraak. Moet net genoeg zijn voor een hapje eten.

Snel beent hij naar het Kamerrestaurant. Hij neemt een schaaltje shoarma met sla en kijkt welke Kamerleden er nog meer zitten te lunchen. ‘Ik kan met iedereen goed opschieten en probeer met elke partij samen te werken. Okay, als SP hebben we radicale standpunten. Aan mij de taak om uit te leggen dat die radicale ideeën wel het beste voor Nederland zijn. Of mij dat lukt? Ik doe mijn best en kan best goed zijn in het overtuigen van mensen.’

Hij haalt het voorbeeld van de Volksbank aan. Dit moederconcern van onder meer ASN, SNS en Regiobank kwam tien jaar geleden als gevolg van zware financiële tegenslagen in staatshanden. Als tijdelijke oplossing welteverstaan. Want de bedoeling was om de Volksbank snel weer terug naar de markt te brengen. Maar Mahir zag een uitgelezen kans om van de Volksbank een echte publieke bank te maken, namelijk als publieke tegenhanger van de grote drie: ING, Rabobank en ABN AMRO. Hij zag en ziet het als scheef dat dit drietal zo’n 85 (!) procent van de markt in handen heeft, waarmee Nederland qua financiële dienstverlening zo’n beetje de grootste eenheidsworst in Europa is. ‘In het begin stond ik helemaal alleen hierin, niemand zag wat in mijn ideeën. Maar ik heb enorm veel gesprekken gevoerd, een boek geschreven (zie de Tribune van juni – red.), noem maar op. En kijk nu: de Volksbank is niet verkocht, de privatisering ervan is verder weg dan ooit. Ik ben ervan overtuigd dat die publieke bank er gaat komen. En nog even over de Nederlandse Loterij: zelfs de VVD wil die privatisering niet openlijk meer verdedigen. Kortom: ik probeer de ideeënstrijd te winnen.’

Vijf jaar zit hij nu in de Kamer. De spreekwoordelijke Haagse hectiek en werkdruk lijken hem niet veel te deren, zo kalm en beheerst als hij optreedt. ‘Ik vind het een voorrecht om bij wijze van spreken 24/7 met mijn idealen bezig te kunnen zijn. Vandaar dat het Kamerlidmaatschap niet altijd als werk voélt.’ Maar toch, gisteren nog was er een slopend Verantwoordingsdebat, overmorgen het SP-Partijcongres in Apeldoorn… ‘Ja, het kan aardig druk worden. En de onvoorspelbaarheid is hier altijd erg hoog.’

Met grote, soepele stappen verlaat hij het restaurant. Met de lift naar de zevende verdieping en naar de D-vleugel, waar de SP-fractie zit. Hij moet opschieten, want over vijf minuten heeft hij een videocall met de ambassade van Frankrijk. De Franse ministeries van Financiën en Economische Zaken zijn namelijk bijzonder geïnteresseerd in hoe in Nederland de discussie verloopt over de zogenaamde digitale euro die de Europese Centrale Bank binnenkort wil gaan uitgeven. En daar Mahir namens de Kamer rapporteur van dat onderwerp is, is hij logischerwijs een goede bron.

Foto: Maurits Gemmink

Che met sigaar

‘Hartelijk dank dat u de tijd heeft genomen voor dit gesprek’, zegt de meneer van de Franse ambassade. Mahir knikt naar zijn iPad. ‘Mijn excuses voor het technisch ongemak’, zegt de meneer als de digitale verbinding even wegvalt. Mahir knikt opnieuw. Zijn werkkamer is wat je noemt sober. Een bureau met daarop een beeldscherm, een kapstok bij de deur en aan de muur een bescheiden portret van Che Guevara (met sigaar), een campagne-flyer van Bernie Sanders en een vlaggetje van de SP. Mahir vertelt aan de meneer hoe het politieke debat rondom de digitale euro, de Central Bank Digital Currency (CBDC), tot nu toe is verlopen.

‘Eerst was het veel te rustig. Maar toen mijn boek uitkwam, kregen ineens doemscenario’s de overhand. Dat had wel tot gevolg dat de aandacht op het onderwerp gevestigd werd. En door het Kamerdebat zijn mensen en ook andere partijen wakker geschrokken.’ Het gesprek met de Franse ambassade duurt zo’n drie kwartier. Bekend is dat Mahir voorstander is van een digitale munt in overheidshanden, ‘maar dan moet die wel goed ontworpen zijn en volledig publiek kunnen functioneren’. Punt is dat we voor digitale transacties en tegoeden afhankelijk zijn van commerciële banken. Nu de EU werkt aan de realisering van de digitale euro, wil Mahir dat de overheid ‘een publiek verantwoord alternatief voor betalen én sparen’ gaat aanbieden. Doel: ‘De stabiliteit verbeteren met publiek geld.’ En er zit een verbluffend eenvoudige logica achter die redenering: tijdens de al genoemde financiële crisis bleken de commerciële banken slechte pokeraars in het globale casino dat finance heet. De ene na de andere bank kwam in de shit te zitten. En rara wie ze met miljardeninjecties weer uit die shit kon trekken: de overheid. Waarom dan nu niet de kans grijpen om te zorgen voor een stabiel alternatief zonder poker- en roulettetafel?

Want zó denkt en werkt Mahir: kansen zien en grijpen, mensen laten zien welke kansen er liggen en ze mee krijgen. ‘Ik kijk tevreden terug op hoe de discussie is verlopen. Ik durf wel te zeggen dat ik de digitale euro prominent op de politieke agenda heb weten te krijgen. Door mijn boek, door het Kamerdebat dat daarop volgde, door mijn optredens in het hele land. Ik bedoel: tijdens dat debat zaten honderden mensen op de publieke tribune.’ Er is nogal wat weerstand tegen de digitale Europese munt. Zowel binnen als buiten de Kamer heerste onzekerheid en angst en er werden hier en daar griezelige scenario’s geschetst. Mahir denkt dat ‘m dat vooral zit in het feit dat de Europese Commissie de uitvoering domweg in handen heeft gegeven van de Europese Centrale Bank. Volgens de SP’er moet Nederland – samen met andere lidstaten – de rug rechten en ervoor zorgen dat de digitale euro geen project wordt van ‘technocraten in Brussel en Frankfurt’. Het moet bijdragen aan stabiliteit omwille van de belangen van de gewone man en vrouw. Niet ter vervanging van, maar als betrouwbaar en werkbaar alternatief voor het huidige stelsel. Wordt het dat niet, dan zal de digitale euro in de ogen van Mahir geen meerwaarde hebben.

Het is maar afwachten wat voor ontwerp de EU uiteindelijk op tafel legt. Want bedenkingen en risico’s zijn er zeker. Garandeert de digitale euro straks voldoende ieders privacy? En kunnen overheden als ‘exploitant’ van de munt betalingen die zij als ongewenst of riskant inschatten gaan blokkeren? Reden te meer voor de lidstaten en hun parlementen en volksvertegenwoordigers om hun tanden te laten zien in Brussel. Hameren op democratie, opdat de munt straks even democratisch kan zijn. Het momentum is nu.

Op bezoek bij een ov-staking in februari. Foto: Joshua Versijde

Jinek

Het loopt tegen het einde van de middag. Mahir gaat bijna naar huis. Naar Amsterdam Nieuw-West, waar hij opgroeide en waar ook zijn ouders nog steeds wonen. Waar hij in zijn vrije tijd familie en vrienden bezoekt. ‘Dat vind ik belangrijk.’ Vanavond heeft hij met een groep oude kameraden van de middelbare school afgesproken. Dan gaan ze gamen, voetballen. Voetballen? ‘Ja, op de PlayStation.’ Bescheiden glimlachje. Ook als de gespreksonderwerpen luchtiger worden blijft hij kalm, wordt hij niet amicaal en laat hij zich evenmin uit de tent lokken. Geen krachtterm of schaterlach, liever beschouwende woorden en een zachte glimlach.

Er zijn politici die je dagelijks op tv ziet. Voor Mahir geldt dat wellicht wat minder. Dat heeft volgens hem te maken met de aard van zijn portefeuille in relatie met de media. ‘Ik ben veelal bezig met fenomenen die zich jarenlang ontwikkelen. Er zit voor de media niet meteen een gigantisch schandaal in. Tsja, voor OP1 en Jinek is er elke dag weer iets wat belangrijker is.’

De strijd van Mahir is de strijd van de lange adem. Het gaat om dikwijls ingewikkelde materie waar fundamentele vraagstukken achter schuilen die de levens van gewone burgers op ingrijpende wijze kunnen beïnvloeden. Die strijd heet democratisering van de economie.

Hoe ziet hij zijn toekomst bij de SP? Hij denkt even na. ‘Kijk, telkens blijkt weer dat de SP-analyse juist is, iedere keer geeft de geschiedenis ons gelijk. Ik vind dat de SP aan de knoppen moet komen te zitten. En als dat gaat gebeuren, dan zal ik er zijn om datgene te doen en daar te zijn waar de partij me nodig heeft.’

Apeldoorn, 3 juni, 14.00 uur. SP-Congres over ‘Heel de Mens’. Speciaal voor een intermezzo over democratisering is er een huiskamer-setting op het podium ingericht waar gasten geïnterviewd worden door Lilian Marijnissen. Mahir zit helemaal links op de bank. Hij licht zijn strijd nog eens toe, ditmaal ten overstaan van de honderden congresgangers uit het hele land. ‘Ook die strijd gaan we vroeg of laat winnen,’ besluit hij. En dan is het er ineens toch nog: een brede, stralende glimlach op zijn gelaat. Het daaropvolgende applaus is net zo hartverwarmend.