opinie
Jan Marijnissen:

De Graaf bewijst de democratie slechte dienst

Minister De Graaf wil Nederland onderverdelen in twintig districten en per district (afhankelijk van het aantal inwoners) twee tot vijf Kamerleden te laten kiezen. Hij vernieuwt de politiek op een wel erg ouderwetse manier, namelijk zonder de burgers iets te vragen. De Graaf bedrijft koehandel met de democratie.

De tijd dat D66 zich opwierp als strijder voor de democratie lijkt verleden tijd. Geobsedeerd door de wens om te vernieuwen wordt onze democratie op de schop genomen, zonder dat de burgers om hun mening wordt gevraagd. In sneltreinvaart moeten deze regeerperiode grote staatsrechtelijke veranderingen worden doorgedrukt: het dualisme in de gemeentepolitiek hebben we al, de gekozen burgemeester en de kiesdistricten komen eraan. Om zijn vernieuwingen door het parlement te loodsen sluit De Graaf schimmige compromissen, waar geen burger ooit om heeft gevraagd.

Om burgers en bestuurders dichter bij elkaar te brengen wil De Graaf het kiesstelsel veranderen. In de huidige voorstellen leidt dat tot een ondoorzichtig gedoe met twee stemmen op nationale en regionale kandidaten. De minister van bestuurlijke vernieuwing moet inzien dat niet het kiesstelsel het probleem is – het zijn de gekozen politici. Zíj zijn niet bereid om als echte volksvertegenwoordigers op te treden, met vaste voeding uit de bevolking en goede manieren om verantwoording af te leggen. Kies-technische kunstjes brengen de politiek niet dichter bij de burger. Knutselen met kiesstelsels zal uiteindelijk alleen maar meer mensen wegjagen uit het stemlokaal.

Een nog slechtere dienst aan de kiezers bewijzen Jozias van Aartsen en Wouter Bos. Zij willen een twee-partijenstelsel met niet 20, maar 150 kiesdistricten, wat de bijl legt aan de evenredige vertegenwoordiging. De representatieve vertegenwoordiging is een essentieel kenmerk van onze democratie. Wij hechten er immers aan dat élke stem telt. In een districtenstelsel worden alle mensen die niet op de uiteindelijke winnaar hebben gestemd weggetoverd. Hun stem wordt niet gehoord. Het VK en de VS bewijzen wat voor een gemankeerde democratie je daardoor krijgt. Een dergelijke vergroving van het politieke speelveld zal vooral de politieke smaakmakers het leven zuur maken. Partijen als de SP, GroenLinks, de ChristenUnie en de SGP weten juist veel kiezers echt aan zich te binden en actief te maken.

Naast het kiesstelsel zijn er nog andere ‘vernieuwingen’ waar we per saldo niks mee opschieten. Een gekozen burgemeester is een goede zaak - maar die man of vrouw kan veel beter worden gekozen door de gemeenteraad. Dan kan de raad tenminste weer echt aan het hoofd van de gemeente staan en krijgen we niet een verwarrende en zinloze competitie tussen de gekozen burgemeester en de gekozen gemeenteraad. En, de bespottelijke voorbeelden die we tot nu toe hebben gezien - burgemeesters die zonder programma moeten strijden om de kiezersgunst - moeten we snel achter ons laten.

Het ‘duale’ stelsel waarmee de politiek de gemeenteraden en provinciale staten heeft opgezadeld, heeft de politiek evenmin dichter bij de burger gebracht. Ook hier is weer de verkeerde weg gekozen. Een politiek probleem, het functioneren van raden en staten als echte volksvertegenwoordiging, werd met een vormverandering te lijf gaan.

Het kiesstelsel, de burgemeester en lokaal dualisme hebben geen rol gespeeld in de laatste verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer. De voorstellen van De Graaf rammelen onder andere omdat hij de veranderingen zo wil doorvoeren dat aanpassingen van de grondwet niet nodig zijn. Grondwetsherziening kan namelijk pas plaatsvinden na nieuwe verkiezingen en dan bestaat het gevaar dat de kiezers niet erg gecharmeerd zullen blijken van zijn opvattingen van nieuwe politiek.

De Graaf is problemen aan het maken in plaats van ze op te lossen. Alleen maar omdat D66 ’n aantal ‘kroonjuwelen’ wil realiseren als ‘prijs’ voor steun aan een rechts kabinet. Het wordt hoog tijd dat hij uit zijn ivoren toren komt en aan de burgers vraagt wat zíj eigenlijk willen. Politieke vernieuwing is te belangrijk om over te laten aan de beroepspolitici die voor ’n belangrijk deel zélf onderdeel zijn van het probleem. Mijn voorstel is dat alle politieke partijen in de komende jaren - voorzover dat nog niet gebeurd is - hun plannen presenteren voor verbetering van de politiek. En leg die bij de verkiezingen van 2006 (voor de gemeenteraden) en 2007 (voor Tweede Kamer en Provinciale Staten) voor aan de kiezers. Dát is politieke vernieuwing zoals het hoort.

Betrokken SP'ers