opinie
Harry van Bommel:

Een verkeerd politiek signaal

Nederland heeft besloten voor zeshonderd miljoen gulden anti-tankwapens aan te schaffen van een Israëlisch staatsbedrijf. In Israël zal men dit opvatten als steun voor het beleid van de regering-Sharon, waarschuwt Harry van Bommel.

Israël krijgt steeds meer een dubieuze staat van dienst waar het gaat om de eerbiediging van mensenrechten en de spanning tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit is door de recente reeks bomaanslagen ten top gestegen. Een slechter moment om de Israëlische defensie-industrie te stimuleren met een grote wapenaankoop is nauwelijks denkbaar.

Tijdens het debat op 5 juli bleek dat zowel de regering als de meeste fracties in de Tweede Kamer slechts kijken naar de prijs en de kwaliteit van het aan te schaffen wapensysteem. Men ging volledig voorbij aan het politieke effect dat een dergelijke grote wapenaankoop sorteert.

De Socialistische Partij (SP) vindt dat het ministerie van Defensie van deze onverantwoorde aanschaf moet afzien en bepleit daarnaast de introductie van bindende criteria voor het ímporteren van militaire goederen.

Defensie heeft vele jaren geleden besloten dat de bestaande antitankwapens vervangen dienen te worden. Er werd gezocht naar een systeem dat draagbaar was en waarbij de raket zelf zijn doel vindt (het fire-and-forget principe), zodat de militair dekking kan zoeken. Voor de order is jarenlang hard gelobbyd door drie fabrikanten. In eerste instantie viel het oog op het wapen van een Europees samenwerkingsproject, waarvan men vorig jaar (na meer dan tien jaar vruchteloos ploeteren) besloot dat het model inmiddels hopeloos verouderd was. Een bedrag van 67 miljoen gulden is daarmee over de balk gesmeten. De Amerikaanse Javelin en de Israëlische Gill over, waarbij de keuze wegens de lagere prijs op de laatste viel.

Garanties In juni leek minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken zijn nek uit te steken om te voorkomen dat Defensie wapens uit Israël zou aanschaffen. Hij vond dat een verkeerd politiek signaal, dat de spanning in het Midden-Oosten zou verhogen. Na het bezoek van de Israëlische staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Melchior, stelde hij echter dat hij 'keiharde garanties' had gekregen dat het Nederlands wapenmateriaal dat via compensatieorders aan Israël kan worden geleverd, niet gebruikt zal worden voor onderdrukking van Palestijnen en evenmin zal worden doorgeleverd aan derde landen. Daarmee verdwenen Van Aartsen bezwaren als sneeuw voor de zon.

Hoe hard zijn deze keiharde garanties? Als Nederland als eerste Europese land overgaat tot de aanschaf van de Gill, zullen andere Europese landen spoedig volgen. De inkomsten van de verkoop van de Gill zal het staatsbedrijf Rafaël onder meer inzetten om de ontwikkelingskosten van nieuwe wapensystemen te dekken. Daarmee wordt Nederland mede verantwoordelijk voor de verdere wapenwedloop in het Midden-Oosten. De aankoop van de Gill zorgt ook voor de nodige compensatieorders. Terwijl Van Aartsen garanties kreeg over voorwaarden verbonden aan de militaire compensatieorders van Israël, stelt VVD-staatssecretaris Van Hoof van Defensie dat deze compensatieorders geen militair karakter zullen hebben. Maar daar kan de industrie gemakkelijk een mouw aan passen. Half juni meldde het blad Defence News al dat Signaal USFA uit Eindhoven zal meewerken aan de productie van de Gill en dat Israël overweegt de hele productie naar Europa te verplaatsen. Dit zou betekenen dat een militaire compensatieorder voor de productie van de Gill niet naar Israël gaat, maar naar een ander Europees land, terwijl de winst toch in Israël terechtkomt.

Omstreden Het Israëlische leger heeft het omstreden antitankwapen volgens de The Jerusalem Post in november vorig jaar nog ingezet bij beschietingen op de Palestijnse stad Beit Jala. Zal Israël dan, zodra de samenwerking met bijvoorbeeld Signaal Usfa is beklonken, de Gill niet meer inzetten tegen de Palestijnse bevolking? Het is natuurlijk ondoenlijk te controleren of afgeschoten raketten Nederlandse onderdelen bevatten of niet. Het is dan ook naïef van Van Aartsen om vertrouwen te hebben in de 'keiharde garanties' dat Nederlands wapenmateriaal niet gebruikt zal worden voor onderdrukking van Palestijnen, of zal worden doorgeleverd aan derde landen.

De regering erkent dat Israël in een spanningsgebied ligt en heeft de laatste maanden dan ook geen vergunning afgegeven voor de export van militaire goederen. Het is onaanvaardbaar dat ze die redenering niet doortrekt naar de aanschaf van die goederen en zo toch steun geeft aan de oorlogsmachine van Israël.

Nederland heeft met de criteria voor export een systeem opgezet waarmee is te voorkomen dat wapens worden uitgevoerd naar landen die de mensenrechten niet respecteren, of in een spanningsgebied liggen. Uit oogpunt van crisisbeheersing en conflictpreventie is het dringend gewenst een soortgelijk beleid te ontwikkelen voor de import. Dat zou een unicum zijn in de wereld. Nederland is op dit moment op verschillende terreinen gidsland. Met de opheffing van het bordeelverbod, de scheiding van soft- en harddrugs en euthanasie laten we andere landen zien hoe het anders en wellicht beter kan. De regering zou met enige trots het beleid inzake wapenaankopen en mensenrechten daaraan kunnen toevoegen.

Onder de huidige omstandigheden is het onverantwoord militaire zaken te doen met Israël. Vredesorganisaties in Nederland en Israël protesteren terecht tegen het besluit. Zolang geen beleid wordt ontwikkeld om ook de import aan specifieke criteria te toetsen, zullen we indirect bij gewelddadige conflicten betrokken blijven.

Met een ander besluit had ons land een belangrijke stap in de richting van verantwoord ondernemen in de defensie-industrie kunnen zetten. Het is een gemiste kans dat dit nu niet is gebeurd.

Betrokken SP'ers